Het pedagogisch leefklimaat
Inleiding
Jeugdigen die in een residentiële instelling verblijven, ontvangen niet alleen behandeling
voor hun problemen, maar groeien ook voor kortere of langere tijd op in de instelling en
hebben verzorging en opvoeding nodig. De jeugdigen brengen een groot deel van de tijd
door in de leefgroep. Het leven ‘op de groep’ is een belangrijk onderdeel van residentiële
jeugdhulp.
In de zorg aan jeugdigen die in een residentiële instelling wonen, worden de volgende
componenten onderscheiden:
- Verzorging, zoals het bieden van een slaapplaats, voeding, medische en
tandheelkundige zorg en veiligheid. Het betreft de basisvoorwaarden voor een
‘gewoon’ leven;
- Dagelijkse opvoeding en begeleiding bij onderwijs en vrijetijdsbesteding;
- Specifiek opvoeden: het op de problematiek van de individuele jeugdige afgestemde
methodisch handelen, gebaseerd op een behandelplan, zoals het geven van
consequente feedback en individuele gesprekken;
- Behandeling: de inzet van individuele en groepsinterventies.
Het pedagogisch leefklimaat verwijst naar de verzorging en dagelijkse opvoeding van
jeugdigen in de residentiële hulp. Pedagogisch medewerkers dragen zorg voor de dagelijkse
verzorging en opvoeding van de jeugdigen op de leefgroep en geven met hun handelen vorm
aan het pedagogisch leefklimaat op de groep. De verzorging en dagelijkse opvoeding van
jeugdigen is primair gericht op het bevorderen van een gezonde en normale ontwikkeling
van jeugdigen.
In de residentiële hulp en jeugdbescherming is er altijd sprake van behandeling. Het gaat
daarbij om zowel methodisch handelen afgestemd op de specifieke problemen van de
individuele jeugdigen als om de inzet van interventies.
Kenmerken van een goed pedagogisch klimaat
De kennis over wat een goed pedagogisch klimaat is, is in ontwikkeling. Onderzoek is nog
beperkt beschikbaar maar er wordt steeds meer onderzoek uitgevoerd. Uit de literatuur
blijkt dat een goed pedagogisch klimaat de volgende kenmerken heeft:
Steun en responsiviteit: Dit verwijst naar de relatie tussen de jeugdige en de pedagogisch
medewerker, en naar de sensitiviteit waarmee een pedagogisch medewerker ingaat op
signalen die aangeven dat een jeugdige zich niet goed voelt of behoefte heeft aan contact of
andere vormen van emotionele ondersteuning.
Groei en ontwikkeling: Dit verwijst naar de mate waarin een normale ontwikkeling wordt
gestimuleerd en mogelijkheden om te leren worden gecreëerd.
Structuur en (leef)regels: Dit verwijst naar de duidelijkheid die al dan niet wordt geboden, en
de mate waarin repressief handelen wordt voorkómen.
Onderlinge interactie en atmosfeer: Dit verwijst naar de positieve interacties tussen
jeugdigen onderling en de sfeer in de groep.
,Overige kenmerken: Deze betreffen de mate waarin de fysieke huiselijke omgeving de
veiligheid bevordert en de mate waarin interacties tussen jeugdigen en ouders worden
gestimuleerd.
Steun en responsiviteit
Volgens onderzoek draagt de ontwikkeling van een goede relatie tussen de jeugdige en
pedagogisch medewerker bij aan positieve uitkomsten van de residentiële hulp. Ook blijkt
dat jeugdigen het belangrijk vinden dat pedagogisch medewerkers naar gen luisteren en
begrip tonen. Een goede relatie draagt bij aan de tevredenheid van jeugdigen over de hulp.
De responsiviteit en sensitieve steunende houding van pedagogisch medewerkers worden
vergroot door aandacht te besteden aan de houding van de pedagogisch medewerker ten
opzichte van zichzelf, zijn houding ten opzichte van de jeugdige en de wijze waarop hij
omgaat met het gedrag van de jeugdige.
Pedagogisch medewerkers moeten zich bewust zijn van hun persoonlijke stijl, emotionele
stabiliteit en van de wijze waarop zij zelf terugkijken naar hun eigen gehechtheidservaringen.
Hun eigen persoonlijkheid is van invloed op de interactie met jeugdigen. Het kennen van de
eigen valkuilen helpt om te voorkomen dat hierdoor negatieve interacties met jeugdigen
ontstaan. Hulpmiddelen hierbij zijn training en intervisie.
Het is van belang om jeugdigen positief te bejegenen; duidelijk en betrouwbaar zijn, vragen
stellen, bereikbaar zijn en respect tonen. Ook een steunende en responsieve houding is van
belang. Het gaat hierbij om het creëren van veiligheid, belangstelling tonen, bewust zijn van
afstand en nabijheid, en een positieve en activerende opstelling.
Een goede relatie tussen pedagogisch medewerkers en de jeugdigen veronderstelt een
zekere mate van fysieke intimiteit zoals het geven van schouderklopjes of een knuffel als een
jeugdige daar behoefte aan heeft. De behoefte van de jeugdige aan intimiteit is hierin altijd
leidend.
Problemen bij het ontwikkelen van een positieve relatie hangen onder meer samen met
probleemgedrag van jeugdigen. Het is belangrijk om een goede balans te vinden tussen
empathie en emotionele ondersteuning enerzijds, en een goede samenwerkingsrelatie
gericht op taken en doelen anderzijds. De interactie tussen een jeugdige en zijn opvoeders is
van invloed op de ontwikkeling van probleemgedrag. Als de pedagogisch medewerker dat
inziet, is het makkelijker om probleemgedrag te begrijpen en te accepteren. Het biedt de
pedagogisch medewerker ook de mogelijkheid om zich herhalende interactiepatronen te
doorbreken. Andere aandachtspunten zijn: rekening houden met de beperkingen van de
doelgroep door kleine doelen te stellen; rekening houden met terugval; positief gedrag
bekrachtigen door positieve eigenschappen en positief gedrag te benadrukken, en rekening
houden met coping gedrag.
Om ervoor te zorgen dat alle jeugdigen in het dagelijks leven op de groep voldoende
individuele aandacht krijgen is het volgens praktijkexperts, ouders en jongeren belangrijk dat
pedagogisch medewerkers zoveel mogelijk op de groep aanwezig zijn, zich niet terugtrekken
op kantoor en samen met jeugdigen dagelijkse activiteiten uitvoeren, zoals koken of
tafeldekken. In de dagelijkse routine moeten individuele contactmomenten verankerd zijn
en moet er ruimte zijn om aandacht te geven wanneer een jeugdige hierom vraagt. Wanneer
, deze ruimte niet op dat moment gecreëerd kan worden, is het van belang aan de jeugdige
duidelijk te maken wanneer er wél tijd is. Toezeggingen hierover moeten altijd worden
nagekomen.
Groei en ontwikkeling
Het stimuleren van de gezonde, normale ontwikkeling en het creëren van leerkansen zijn van
belang zowel op de leefgroep als op het gebied van onderwijs en vrije tijd. Er zijn
aanwijzingen dat het stimuleren van de normale ontwikkeling op de leefgroep niet altijd
vanzelfsprekend is. Op het gebied van onderwijs lijken jeugdigen uit residentiële
voorzieningen een achterstand te hebben ten opzichte van leeftijdgenoten. Voldoende
buitenspeelmogelijkheden en andere activiteiten buiten zijn belangrijk voor de ontwikkeling.
Jeugdigen die opgroeien staan, afhankelijk van hun (cognitieve en sociaal-emotionele)
leeftijd, voor bepaalde ontwikkelingstaken.
Ontwikkelingstaken voor kinderen van zes tot twaalf jaar:
- Rekening houden met anderen
- Uit jezelf iets doen voor een ander.
- Vragen naar de wensen van de ander.
- Onafhankelijkheid
- Gebruik maken van het openbaar vervoer.
- Zelf een conflict met een vriendje oplossen.
- Onderwijs
- Kijken hoe andere leerlingen iets doen en dit nadoen.
- Als je iets niet begrijpt om hulp vragen bij de leraar of een medeleerling.
- Vriendschappen
- Overleggen wat je gaat spelen en wie welke rol krijgt.
- Herkennen hoe een ander zich voelt en hoe dit komt.
- Verantwoordelijkheden thuis
- Je eigen kamer opruimen.
- Eenvoudige apparaten kunnen bedienen.
- Gebruik van basale infrastructuren
- Zelfstandig gebruik maken van de bibliotheek.
- Verkeersregels kennen.
- Veiligheid en gezondheid
- Veilig omgaan met stopcontacten, schoonmaakmiddelen, elektrische apparaten,
messen en dergelijke.
- Zelf medicatie nemen als dit nodig is.
Ontwikkelingstaken voor jongeren van twaalf tot achttien jaar
- Veranderende relaties in het gezin
- Onderhandelen met ouders over meningsverschillen.
- Ruzies met ouders uitpraten en weer bijleggen.
- Onderwijs of werk
- Je huiswerk onderverdelen in overzichtelijke delen en inplannen.
- Doorgaan met werk dat je minder leuk vindt.
- Vrije tijd
- Je alleen vermaken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daphnetemolder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.