Al s een kracht op je lichaam wordt uitgeoefend kan je dit vaak voelen.
Voorbeeld: je krijgt een duw of harde wind tegen je aan.
Als een kracht op andere mensen of op een voorwerp wordt uitgeoefend kan je dit niet voelen maar je kan wel het effect
van de kracht zien.
Krachten kunnen de beweging (snelheid en richting) en de vorm van een voorwerp veranderen.
Als een kracht de vorm van een voorwerp veranderd noem je dit vervorming. Je hebt twee soorten vervormingen:
1. Elastische vervorming, hierbij komt de oorspronkelijke vorm terug als de kracht is gestopt.
Voorbeeld: een elastiek of een matras.
2. Plastische vervorming, hierbij blijft het voorwerp vervormd.
Voorbeeld: deuk in auto.
Verschillende soorten krachten:
1. Een spierkracht ontstaat doordat de spieren in je lichaam zich samentrekken.
Voorbeeld: voeten of fietspedalen en handen op softbal.
2. Veerkracht ontstaat als je een veerkrachtig materiaal uitrekt of indrukt. De veerkracht verdwijnt als het materiaal
zijn oude vorm terugkrijgt.
Voorbeeld: als je een balpen indrukt voel je de spiraalveer terugduwen tegen je duim.
3. Spankracht.
Voorbeeld: als je een slee aan een touw vooruit trekt dan ontstaat er een kracht in het touw.
4. Zwaartekracht (Fz) is de kracht die aan jou en aan alle voorwerpen om je heen trekt.
Voorbeeld: als je boeken optilt dan voel je hoe zwaar ze zijn. Als je de boeken loslaat dan vallen ze recht naar
beneden.
5. Als je twee magneten bij elkaar houdt voel je dat er tussen de polen magnetische krachten werken. Een noord- en
een zuidpool trekken elkaar aan maar twee dezelfde polen stoten elkaar af.
Krachten kan je meten met een krachtmeter. In een krachtmeter zit een spiraalveer. Hoe groter de kracht waarmee je aan
de krachtmeter trekt hoe verder de veer uitrekt. Voor het meten van grote krachten gebruik je een stugge veer. Voor het
meten van kleine krachten gebruik je een krachtmeter met een soepele veer.
Op een krachtmeter staat een schaalverdeling in newton. Newton (N) is de eenheid voor het meten van krachten. Deze
eenheid is genoemd naar de Engelse natuurkundige Isaac Newton (1642 – 1727).
Op aarde is er een verband tussen de zwaartekracht en massa van een voorwerp. In de ruimte niet.
F is het symbool voor kracht. Fz betekent dus zwaartekracht.
De formule voor het berekenen van de zwaartekracht:
Fz = m x g
Fz is de zwaartekracht in newton (N), m is de massa in kilogram (kg) en g is de sterkte van de zwaartekracht in newton per
kilogram (N/kg). Op aarde is de waarde van g 9,8 N/kg.
Een kracht heeft een grootte, een richting en een aangrijpingspunt. Een grootheid met deze eigenschappen noem je een
vector. Je tekent de vector bij krachten als een pijl.
De lengte van de pijl geeft de grootte van de kracht aan.
De richting van de pijl geeft de richting waar de kracht heengaat aan.
het beginpunt van de pijl geeft het aangrijpingspunt van de kracht aan.
Voordat je een kracht tekent kies je een krachtenschaal.
Voorbeeld: 1 cm ≙ 5 N. Dat betekent dat een pijl met een lengte van 1cm een kracht van 5 N heeft.
De zwaartekracht werkt op alle punten verspreid door het gehele voorwerp. Om het makkelijker te maken kies je maar één
punt, het zwaartepunt (Z). Als het zwaartepunt niet al is aangegeven dan is het zwaartepunt in het midden van het
voorwerp.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fienevandoornum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.07. You're not tied to anything after your purchase.