Van der Heijden heeft, al dan niet als vertegenwoordiger van de Stichting Infokab (i.o.) aan van
Hoogenhuijze de opdracht gegeven tot het verrichten van accountancy-werkzaamheden. Na
oprichting worden de facturen op naam van Van der Heijden en Infokab i.o. bekrachtigd en
overgenomen door Infokab. Van Hoogenhuijze heeft geen bezwaar tegen de voldoening door
Infokab, maar vrijwaart Van der Heijden niet van zijn verplichtingen. Infokab gaat failliet. In casus is
de vraag wie aansprakelijk is voor twee nog openstaande facturen.
Uit het bepaalde in art 2:203 BW vloeit voort dat een persoon die een overeenkomst heeft gesloten
et een ander die namens een op te richten besloten vennootschap handelt, slechts uit die
overeenkomst kan worden aangesproken door een nadien opgerichte besloten vennootschap,
wanneer deze laatste de overeenkomst uitdrukkelijk of stilzwijgend heeft bekrachtigd en bovendien
moet worden aangemerkt als de vennootschap die partijen op het oog hadden toen de
overeenkomst tot stand kwam, alsmede dat het van de omstandigheden van het geval afhangt of van
dat laatste sprake is. In overeenstemming hiermee moet ook worden aangenomen dat die ander
tegenover zijn wederpartij slechts van zijn in lid 2 bedoelde hoofdelijke aansprakelijkheid wordt
bevrijd indien de overeenkomst wordt bekrachtigd door een na het sluiten van de overeenkomst
opgerichte besloten vennootschap die, gegeven de omstandigheden van het geval, moet worden
aangemerkt als de vennootschap die partijen bij het tot stand komen van de overeenkomst op het
oog hadden.
Niet voldoende is dat ‘nog slechts een algemeen voornemen bestaat tot oprichting van een bv over
te gaan’, maar dat vereist is dat ‘de plannen tot oprichting een begin van concretisering hebben
gevonden’. Pas dan is voldoende duidelijk dat degene die handelt niet bereid is zichzelf te binden
doch slechts de vennootschap nadat deze zal zijn opgericht en pas dan heeft de bv i.o. voldoende
identiteit.
Voor het eindigen van de hoofdelijke aansprakelijkheid van degene die namens een op te richten
besloten vennootschap heeft gecontracteerd, is niet reeds voldoende dat na het sluiten van de
overeenkomst ‘een’ besloten vennootschap is opgericht die de overeenkomst bekrachtigt. Dit geldt
ook indien het voor de wederpartij van bedoelde persoon duidelijk was of behoorde te zijn dat deze
niet voor zichzelf maar voor een bv i.o. handelde.
,Hemmen
Bestaande BV bekrachtigd rechtshandelingen van vennootschap i.o.
Het onderhavige geval kenmerkt zich, hierdoor dat met het oog op de overname van een
onderneming overeenkomsten zijn gesloten ten name van een besloten vennootschap in oprichting,
die evenwel nooit is opgericht, en dat de gestelde bekrachtiging van die overeenkomsten is geschied
door een reeds bestaande vennootschap, wier statuten onder meer zodanig zijn gewijzigd dat haar
naam overeenkwam met die van de vennootschap wier oprichting was beoogd, en dat de
werkzaamheden van de overgenomen onderneming binnen haar doelomschrijving pasten.
Noch de regeling van art 2:203, noch de regels betreffende contractoverneming en
schuldoverneming staan aan de gebondenheid van Hemmen BV in de weg. Niet voldaan is aan de
formele vereisten die vervuld moeten zijn , wil de aanvankelijke contractant niet langer aan de
overeenkomst gebonden zijn, onderscheidenlijk de aanvankelijke schuldenaar bevrijd zijn. Een
dergelijk gevolg is in casu echter in zijn geheel niet aan de orde. Het gaat uitsluitend om de vraag of
Hemmen BV jegens de bank aan de voormelde overeenkomsten gebonden is, eventueel naast W.
Hof. Een dergelijke contractuele gebondenheid is zeer wel mogelijk. Ook al is niet aan alle voormelde
vereisten voldaan.
Staalbankiers
2:180 is van dwingend recht, maar niet van openbare orde. 2:8 kan toegepast worden
Op 10 juli 2002 wordt EDG beheer bv opgericht, 2 dagen later doet de notaris opgave bij het
handelsregister. Bij het notariskantoor zegt de bestuurder dat ze een kredietovereenkomst gaan
tekenen met Staalbankiers. Het geldt staat al op de derdengeld rekening van de notaris en komt pas
vrij als er een officieel uittreksel van de inschrijving in het handelsregister aan de bank kan worden
getoond. De bestuurder verzoekt de notaris te bellen met Staalbankiers om te kijken of ze toch niet
al het geld voor de inschrijving kunnen verkrijgen, dit lukt. Staalbankiers geeft toestemming om het
geld vrij te geven. In 2004 wordt EDG failliet verklaard. Staalbankiers heeft nog een 4 miljoen euros
tegoed van EDG. Staalbankiers spreekt de bestuurders aan voor deze vordering. Hier is sprake van
een rechtspersoonsbestuurder, maar via de schakelbepaling kan je ook de persoonlijke bestuurders
van de rechtspersoonsbestuurders aanspraken. Dit doet Staalbankiers. De bestuurders beroepen zich
op de redelijkheid en billijkheid, het zou onaanvaardbaar zijn. Staalbankiers is van mening dat de
redelijkheid en billijkheid niet kan worden gebruikt omdat 2:180 van dwingend recht en een regel
van openbare orde is en er dus niet van afgeweken kan worden.
Artikel 2:180 is van dwingend recht, maar niet van openbare orde. De bepaling strekt niet tot
bescherming van algemene belangen van zo fundamentele aard dat zij altijd door de rechter moet
worden toegepast. De redelijkheid en billijkheid kunnen een dwingende rechtsregel corrigeren. De
omstandigheid dat wordt gederogeerd aan een regel van dwingend recht brengt overigens wel mee
dat hoge eisen moeten worden gesteld aan de motivering van het rechtelijk oordeel terzake.
, Week 2
Nimox
Het uitkeren van dividend, terwijl voorzienbaar is dat de vennootschap haar verplichtingen dan niet
meer kan nakomen, kan een onrechtmatige daad opleveren van de moedermaatschappij /
aandeelhouder.
Nimox heeft als enige aandeelhouder (moedermaatschappij) besloten om alle reserves aan dividend
uit te keren. Curator vordert na faillissement vernietiging van dit dividendbesluit.
Ook indien van de geldigheid van het besluit als zodanig moet worden uitgegaan bij gebreke van
vernietiging bij rechterlijk vonnis (2:11 BW) volgt hieruit niet dat uitvoering van het besluit tegenover
derden zoals de schuldeisers van de vennootschap niet onrechtmatig kan zijn, noch dat door
uitoefening van het stemrecht bewerkstelligen van de totstandkoming van het besluit tegenover
derden niet onrechtmatig kan zijn.
Reinders / Didam
Als de bestuurders op het moment van betaalbaarstelling weten of behoren te weten dat door het
doen van die uitkering crediteuren niet meer betaald kunnen worden zijn ook de bestuurder
aansprakelijk gesteld worden jegens onrechtmatige daad. Het bestuur dient geen medewerking te
verlenen aan de betaalbaarstelling van het dividend /het uitkeren van gelden die nodig zijn.
Bas-C
Eis van werkelijke storting
Oprichter, tevens enig aandeelhouder, tevens enig bestuurder doet een creditsaldo op de
bankrekening van de BV i.o. ontstaan door een betaling van een opdrachtgever van de BV i.o.. De
oprichter wijst deze betaling aan als kapitaalstorting en meent hiermee te hebben voldaan aan zijn
stortingsplicht op aandelen. Na oprichting zijn de rechtshandelingen die namens de BV i.o. zijn
verricht bekrachtigd.
Van volstorting van aandelen in geld kan niet worden gesproken indien het bedrag dat daarvoor door
de oprichter wordt bestemd, niet door of namens de aandeelhouder daadwerkelijk aan de B.V. ter
beschikking is gesteld. Nu in casu de volstorting van de aandelen heeft plaatsgevonden met
gebruikmaking van middelen die tot het vermogen van de vennootschap moeten worden gerekend,
is niet voldaan aan het bepaalde in art. 2:178 lid 2.
Ook ingeval de oprichter in dier voege over het saldo van de bankrekening van de B.V. i.o. heeft
beschikt dat hij daaraan als oprichter een bedrag heeft onttrokken, welk bedrag hij vervolgens in
privé aan de B.V. verschuldigd werd ten titel van geldleen nadat de B.V. deze onttrekkingen had
bekrachtigd, staat vast dat de oprichter niet het bedrag van het kapitaal daadwerkelijk vóór de
oprichting aan de B.V. ter beschikking heeft gesteld, maar slechts een vordering ter hoogte van dat
bedrag op zichzelf heeft doen ontstaan. Ook dit kan niet als een rechtsgeldige volstorting worden
aangemerkt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ciscadejonge. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.