Dit document is een samenvatting van specifieke doelgroepen over het cursusdeel visuele beperkingen. Alle info die je moet kennen voor het examen staat hier in plus extra notities en foto's.
Wat is:
Gezichtsscherpte: het vermogen om twee in elkaars nabijheid gelegen punten op een bepaalde
afstand nog gescheiden waar te nemen
Gezichtsveld: totale gebied dat overzien kan worden als men het hoofd en de ogen volkomen stil
houdt.
Centrale gezichtsveld: met het centrale deel van ons netvlies, de gele vlek zien we scherp
Perifeer gezichtsveld: met de rest van ons netvlies zien we onscherp
Strabisme: scheelzien
o Ontstaan v. dubbelbeeld
Supressie: hersenen filteren dat beeld weg zodat ze niet dubbel zien
Amblyopie: lui oog
Diplopie: dubbelzien als het bij volwassenen ontstaat
Esotropie: oog draait naar binnen
Exotropie: oog draait naar buiten
Hyperotropie: oog draait naar boven
Hypotropie: oog draait naar onder
Manifest: strabisme is steeds aanwezig, altijd 1 oog afwijkend
Intermittent: strabisme niet steeds aanwezig, soms recht en soms afwijken
Alternerend: niet steeds hetzelfde oog dat afwijkt, soms links dan rechts
Nystagmus: oogafwijking, onwillekeurige bewegingen v/h oog
o Verworven nystagmus: later ontstaan
o Congenitale nystagmus: aangeboren, hersenen zijn er al aan aangepast dus geen last van
Slechtziend
Zeer slechtziend
Maatschappelijk blind
Blind (lichtwaarneming)
o Hulp nodig om deel te nemen aan verkeer of leven (blindenstok)
Totaal blind (gn lichtwaarneming)
Nystagmus:
Gezichtsscherpte nooit maximaal
Kan niet beeld fixeren op een voorwerp
Zien beter dichtbij dan ver
Hoe minder ogen bewegen, hoe makkelijker wzarneembaar
Meer moeite doen en meer tijd nodig om iets waar te nemen
1 betere richting
Moeilijk bij bewegende objecten
Zicht verandert in loop van de dag
Moeilijker zien bij drukke plaatsen
Moeite met evenwicht
Gevoelig voor helder licht, schitteringen en zonnestralen
, CVI: cerebral visual impairment
= cerebrale visusstoornissen
Stoornis in het zien door hersenaandoening of hersenletsel
Beelden niet goed verwerken of anders interpreteren = CVI
Wazig, slecht zien, gestoorde oogbewegingen, verminderde details zien, niet herkennen, moeite
met gezichtsscherpte
Bij tumor druk op chiasma opticum halfzijdige gezichtsvelduitval aan beide kant v. ogen en
verlies v. gezichtsscherpte
Druk op zenuwbaan oog alle kanten bewegen oogspierzwakte of oogverlamming
(opthalmoplegie)
Hemianopsie:
Gevolg v. hersenbeschadiging, meestal door beroerte
In 1 gezichtsveld blind
De ene wazig, de andere kan nog iets zien, en de andere ziet NIKS
Beschadiging v. visuele hersengebieden of zenuwbanen
Doofblinden:
Combo doof/slechthorendheid en blind/slechtziendheid
Doofblindheid; combo v. zintuiglijke beperkingen
Beperking in zien en horen
Subgroepen op basis v. verschillen in functioneren:
Aangeboren (=congenitale) doofblindheid
o = voor start v/d taalontwikkeling
o Kenmerken v. mensen uit deze groep
Verminderde toegang tot wereld om zich heen
Cognitieve ontwikkeling verloopt langzamer
Verworven doofblindheid
o Mensen op jonge of volwassen leeftijd
o Hadden normale taalontwikkeling nu afhankelijk
Ouderdomsdoofblindheid
o Na 55e levensjaar
o Grootste groep mensen met beperking in zien en horen
o Dr vergrijzing zal die toenemen
o Meeste mensen niet volledig blind en doof
Gehoor en zicht gaat langzaam achteruit
Zoeken meestal geen hulp en beperkingen worden verward met dementie
Onzeker en angstig, zonder dat ze begrijpen waarom
Gedragsveranderingen, zijn zich er niet bewust van
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jitsesmet1605. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.03. You're not tied to anything after your purchase.