Familie en Gezin – Deeltoets 2
College 7 – 6 maart 2023
Same-sex parent families
Geschiedenis m.b.t. lesbische moeders:
- Mentally ill
- Niet gezond voor het kind om op te groeien zonder mannelijk rolmodel
- Kinderen zullen homoseksueel worden
- Kinderen zullen gepest worden
Homoseksualiteit stond tot 1973 in de DSM als psychische stoornis. In 1972 had de American
Psychiatrist Association (APA) een sessie over homoseksualiteit in de DSM. Daar was een psychiater
die homoseksueel was. Er kwam steeds meer onderzoek naar homoseksualiteit, dat dit geen
psychiatrische stoornis is. In 1973 werden de eerste stappen gezet om homoseksualiteit uit de DSM
te krijgen.
Van 1974-1979 was er een ontwikkeling. Een kind mocht opgroeien bij een lesbisch gezin. In 1975
was er voor een eerst een sessie over kinderen die opgroeien bij twee moeders. Vanaf 1978-1985
worden de eerste studies naar same-sex families gedaan. Dit was bij gescheiden lesbische moeders
en homo vader families. Kind was dus in hetero-familie geboren en heeft dus een scheiding
meegemaakt. Dat zou bijv. meer van invloed kunnen zijn op psychosociaal welbevinden, dan het
hebben van same-sex parent. De laatste 30 jaar is de diversiteit aan gezinsvormen toegenomen:
- Samengestelde gezinnen
- Single moeders bij keuze
- Geplande lesbische moeders gezinnen
- Geplande homo vaders gezinnen
Laag technologisch: draagmoeder zwanger van eigen eicel (kan je thuis doen)
Hoog technologisch: draagmoeder zwanger van andere eicel, IVF moet plaatsvinden
Meer dan 2 ouders: juridisch ingewikkeld. Volgens de wet kan je 2 ouders hebben.
Intentioneel meerouderschap: vanaf begin kiezen voor gezinsconstructie van meer dan 2 ouders.
Er is al wel een rapport geschreven over herijking ouderschap, omdat de wet achterloopt op wat er in
de samenleving gebeurt.
De situatie dat een kind opgroeit bij meerdere ouders zie je ook bij gescheiden gezinnen. Zijn er
verschillen tussen deze gezinnen en de intentioneel meerouderschap gezinnen? De laatste kiest
bewust om het kind zo op te voeden. In co-ouderschap gezinnen was het niet de intentie toen het
stel kinderen kreeg om te scheiden.
Het aantal kinderen in een same-sex relatie staat niet geregistreerd. 48% van de homo/biseksuele
mannen en 63% van de homo/biseksuele vrouwen heeft een kinderwens (onderzoek onder jongeren
van 16-24, Rutgers). De percentages bij heteroseksuele mannen/vrouwen liggen hoger.
Er zijn dus nieuwe gezinsvormen te vinden in onze samenleving. Maar we zien ook dat een gezond
gezinssituatie nog steeds gezien wordt als gezin bestaand uit vader en moeder. Dit blijft dan de
gouden standaard waaraan alle andere gezinstypen worden getoetst. Algemeen wordt aangenomen
dat hoe meer een gezin afwijkt van de norm van het traditionele gezin, des te groter de risico’s zijn
voor het psychisch welzijn van het kind.
1
,Maar is dit zo? Dat gezinsvormen die ver af staan van het ideale plaatje, dat dit kind opgroeit in een
omgeving die leidt tot niet gezonde ontwikkeling? Wat zijn belangrijke factoren die zorgen voor een
optimale ontwikkeling? Drie belangrijke aspecten:
- Psychologische gezondheid van de ouders (ouderlijke stress, kwaliteit van de partner relatie,
self-efficacy, ouderlijke mentale staat)
- Kwaliteit van de ouder-kind relatie (sensitieve opvoedstijl, betrokkenheid)
- De bredere sociale omgeving van het kind
Hoe zit dit bij same-sex/intentioneel meerouderschap gezinnen? Hiervoor moet je deze drie aspecten
onderzoeken t.o.v. traditionele gezinnen. We lopen de drie aspecten langs.
Psychologische gezondheid van de ouders
Onderzoek naar social support en psychosociaal welbevinden van lesbische, alleenstaande
heteroseksuele by choice en twee-ouder heteroseksuele moeders
- Onderling geen significante verschillen
- Wel t.o.v. single mothers by choice, deze groep heeft meer stress, en scoort lager op well-
being. Sterk sociaal-netwerk corrigeert.
Onderzoek naar welzijn van homoseksuele vaders met kinderen geboren via draagmoederschap,
vergeleken met lesbische moedergezinnen en IVF-ouder gezinnen
- Gebruik van eigen genetisch materiaal
- Geen verschillen op ouderlijke stress, angst, depressie en tevredenheid over relatie
- Nadeel: alle groepen hebben gebruik gemaakt van draagmoederschap en IVF. Er is dus niet
gekeken naar gezinnen die op natuurlijke manier een kind hebben gekregen.
Kwaliteit van de ouder-kind relatie
Onderzoek naar aanpassing van kinderen en ouderschap in geplande lesbische oudergezinnen
- Gekeken naar lesbische biologische moeder, heteroseksuele moeder, lesbische co-moeder
en heteroseksuele vader
- Onderzoek naar emotionele betrokkenheid, ouderlijke zorg, respect voor autonomie van het
kind en structuur bieden
- Resultaten:
o Als er verschillen waren was dit voornamelijk de heteroseksuele vader (werkweek
50+ uur, minder tijd doorbrengen met kind). De verdeling werk/thuis zijn is
gelijkmatiger verdeeld in same-sex gezinnen.
Onderzoek naar kinderen met lesbische ouders:
- Vergeleken met heteroseksuele ouder gezinnen
- Onderzoek in laat gelijke resultaten zien.
- Over het algemeen geen verschillen
Gevonden verschillen zijn dus in voordeel van twee moeder/vader gezinnen.
De bredere sociale wereld van het kind
Onderzoek naar verschil in social acceptance en friendship bij kinderen van lesbische
moedergezinnen en heteroseksuele twee ouder gezinnen:
- Resultaten:
o Geen verschillen
- Vervolgvraag aan kind: wordt je weleens gepest op school?
2
, o 47% van heteroseksueel gezin werd gepest, 53% van lesbische moeder gezin werd
gepest, maar dit verschil was niet significant. Dus ook op gebied van pesten geen
verschil.
- Vervolgvraag aan kind: waarom wordt je gepest?
o Kinderen in beide familietypen werden gepest om hun kleding, fysieke verschijning,
intelligentie of verliefd zijn
o Gezinsgerelateerde incidenten van pesten werden alleen genoemd door kinderen uit
lesbische oudergezinnen
Acceptatie van homoseksualiteit
Wereldwijd onderzoek homoseksualiteit: toename in acceptatie.
Nederland reageert positief op onderzoek naar homoseksuele personen. Maar onderzoek naar
zichtbaar gedrag van homoseksuele stellen laat zien dat 20% het walgelijk vind als vrouwen zoenen
en 29% het walgelijk vind als mannen zoenen. Het percentage als heterostellen zoenen ligt rond de
13%. Bij zichtbaarheid van homoseksualiteit zijn de cijfers dus anders.
74% geeft aan dat een kind een vader en moeder nodig heeft voor gezonde ontwikkeling. Maar 73%
laat ook zien dat homoseksuele koppels hetzelfde recht hebben als heteroseksuele koppels om een
kind te adopteren.
Cultuur speelt een rol:
- US vs. Nederland
o Hebben kinderen gemene dingen gezegd tegen je over dat je moeder lesbisch is?
o Uitkomst: percentages liggen in Nederland veel lager dan in VS.
Kinderen worden geconfronteerd met opmerkingen richting hun homoseksuele ouders in
voornamelijk transitie situaties (nieuwe school, nieuwe sportclub).
Associatie tussen stigmatisering en psychosociale aanpassing:
- Meisjes laten significant lager zelfvertrouwen zien
- Jongens laten significant meer hyperactiviteit zien
- Geconfronteerd worden met homofobie doet pijn bij de kinderen
Onderzoek naar langetermijneffecten van homofobe stigmatisering tijdens adolescentie op
probleemgedrag bij volwassen nakomelingen van lesbische ouders:
- Kinderen toen ze 17 jaar waren die ja antwoorden op de vraag naar nare opmerkingen
vertoonden meer psychosociale problemen. Op 25 jaar konden ze minder zingeving aan het
leven geven en hadden meer internaliserende problemen.
- Er is dus indirect effect.
Maar als je vergelijkt met traditionele gezinnen vindt je geen verschil in psychosociaal welbevinden.
Hoe kan het dan dat er toch verschil is? Verklaring: veel veerkracht.
Kritiek op onderzoeken:
- Gezinnen worden verworven via gelegenheidssamples (bijv. stichting meer dan gewenst,
platform voor homo-ouders, fertiliteitsklinieken). Dit is niet bij heteroseksuele ouders. Dit
kan dus bias zijn. Homo-ouders kunnen de vragen positiever invullen, omdat ze willen laten
zien dat ze ook goede ouders zijn.
o Oplossing: secundaire data analyse (data gebruiken van een ‘normaal’ onderzoek
naar hoe het met je kind gaat)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Marinda25. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.