Het grootste deel van de geschiedenis leefden mensen als nomaden in de samenleving van jager-
verzamelaars. Ze kwamen aan hun voedsel door te jagen en voedsel te verzamelen in de natuur.
Omdat mensen nog niet konden schrijven is onze kennis over de prehistorie gebaseerd op
ongeschreven bronnen.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
De levenswijze van mensen veranderde door de ontwikkeling van de landbouw die voor het eerst
ontstond in het Midden-Oosten omstreeks 10 000 v.C. De overstap van jagen en verzamelen naar
akkerbouw en veeteelt duurde duizenden jaren, maar had zulke grote gevolgen dat gesproken wordt
van de landbouwrevolutie. De landbouwsamenleving ontstond waarin mensen in dorpen leefden. Uit
gevonden graven weten we dat deze eerste boeren geloofden in een hiernamaals.
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
In Mesopotamië, langs de vruchtbare oevers van de Eufraat en de Tigris, ontstond de eerste
stedelijke beschaving omstreeks 3500 v.C. Door de gunstige natuurlijke omstandigheden ontstond
een landbouwoverschot, waardoor een deel van de bevolking in steden kon wonen en leven van
nijverheid en handel. Om de bevloeiing van akkers in deze landbouw stedelijke samenleving te
organiseren ontwikkelden leiders zich tot koningen, die met ambtenaren, priesters en soldaten
heersten over een groot gebied. Voor de administratie van het bestuur werd het schrift uitgevonden.
Mensen geloofden in machtige goden die alles bepaalden.
Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.C. - 500)
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in
de Griekse stadstaat.
In de oudheid bestond Griekenland uit onafhankelijke stadstaten met verschillende bestuursvormen,
zoals de monarchie (eén persoon is legitiem aan de macht) en aristocratie (regering van adel). In de
6e eeuw v.C. ontstond in Athene de eerste democratie, waarin burgers in een volksvergadering
beslisten over het bestuur. Vanaf dezelfde eeuw ontwikkelden Griekse filosofen een
wetenschappelijke manier van denken, waarbij ze alles met hun verstand probeerden te
beredeneren.
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur.
In de 5e en 4e eeuw v.C. ontwikkelden de Grieken hun bouwkunst en beeldhouwkunst tot op hoog
niveau. Na de verovering van Griekenland namen de Romeinen de Griekse vormentaal over en
voegden er eigen elementen aan toe. Deze Grieks-Romeinse mengcultuur wordt klassiek genoemd,
vanwege de latere navolging.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich in Europa
verspreidde.
Met een lange reeks oorlogen breidden Romeinen hun stadstaat uit tot een wereldrijk rondom de
Middellandse Zee. Het Romeinse rijk was strak georganiseerd en stond vanaf de 1e eeuw v.C. onder
leiding van een machtige keizer. In het rijk kwam een welvarende landbouw stedelijke samenleving
, tot ontwikkeling. Er was veel handel, ook met gebieden buiten het rijk. In de veroverde gebieden
verspreidden Romeinen de Grieks-Romeinse cultuur (romanisering). Er was ook invloed van lokale
culturen op de Romeinse cultuur.
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur in Noordwest
Europa.
Ten oosten van de Rijn stuitten de Romeinse legers op weerstand van strijdvaardige Germanen. Voor
de bewaking van de Rijngrens gebruikten Romeinen soldaten van bevriende Germaanse stammen.
Vanaf de 3e eeuw viel het westelijk deel van het Romeinse rijk uiteen. Steeds meer Germanen
drongen het rijk binnen en stichtten daar eigen staten, waarvan sommige duidelijk erfgenaam waren
van de Grieks-Romeinse cultuur, terwijl in andere het Germaanse element dominanter was. In 476
werd de laatste West-Romeinse keizer door Germanen afgezet. Het Oost-Romeinse (Byzantijnse) rijk
bleef bestaan.
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten.
Het jodendom, de oudste monotheïstische godsdienst, kwam in Israël/Palestina tot ontwikkeling.
Nadat de Romeinen het gebied hadden veroverd ontstond uit het jodendom in de 1e eeuw het
christendom, dat over het Romeinse rijk werd verspreid. Omdat christenen weigerden om de
Romeinse keizer als god te vereren werden ze van tijd tot tijd vervolgd. In de 4e eeuw werd het
christendom toegestaan. Later werd het de Romeinse staatsgodsdienst. Andere godsdiensten
werden verboden.
Tijd van monniken en ridders (500-1000)
De verspreiding van het christendom in geheel Europa.
De rooms-katholieke kerk was in het Romeinse rijk ontstaan. Onder leiding van de paus van Rome
werd het christendom in de vroege middeleeuwen door monniken verspreid in de nog 'heidense'
delen van Europa, vaak in samenwerking met de politieke elite. Het was een geleidelijk proces van
verspreiding van boven af (de elite eerst) en van versmelting van christelijke en Germaanse
gebruiken en ideeën. Overal in Europa werden kerken gebouwd. Monniken versterkten het
christendom vanuit kloosters, waar ze volgens strenge regels leefden.
Het ontstaan en de verspreiding van de islam.
In de 7e eeuw ontstond in Arabië een derde monotheïstische godsdienst, de islam. Voor de
verspreiding van hun godsdienst veroverden Arabische moslims een groot gebied tot aan Noord
Spanje en India. Er ontstond een Arabisch rijk met een bloeiende cultuur waarin de islam, het
Arabische schrift en de Arabische taal dominant waren. In 750 viel het rijk uiteen, maar de
islamitische wereld bleef een economische en culturele eenheid.
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
Door de ondergang van het West-Romeinse rijk verminderde de bevolking, zakten nijverheid en
handel in en viel de landbouw stedelijke samenleving in West-Europa uit elkaar. In de Germaanse
staten trokken stedelingen naar het platteland waar een landbouwsamenleving ontstond en waar ze
bescherming zochten van lokale machthebbers. Om te zorgen voor wederzijdse zekerheid kwamen
de horigheid en het zelfvoorzienende hofstelsel tot ontwikkeling.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robyneheemskerk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.30. You're not tied to anything after your purchase.