100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Algemene en biologische scheikunde: volledige samenvatting boek 2 $11.33   Add to cart

Summary

Algemene en biologische scheikunde: volledige samenvatting boek 2

1 review
 281 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting boek 2: “Anorganische en fysische scheikunde

Preview 3 out of 29  pages

  • August 8, 2016
  • 29
  • 2015/2016
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: annaritzen1 • 7 year ago

avatar-seller
1



Hoofdstuk 1: moderne atoomtheorie (pagina 1  25)

1 Atoommodellen

1.1 Historische atoommodellen

Het atoommodel is een weergave van de samenstelling van het atoom en de interactie tussen de samenstellende deeltjes.



Verschillende atoommodellen: Dalton (1808), Lenard (1903), Thomson (1906)


Atoommodel van Rutherford (1911):


“Elektronen wentelen in banen rond de positieve compacte (vooral lege) kern”


Proef van Rutherford:


Bestraling van een goudfolie met alfa-deeltjes (heliumkernen bestaande uit 2 protonen en 2 neutronen). Het grootste deel

ging zonder hinder door de goudfolie, een klein deel werd licht of sterk afgebogen en een zeer kleine fractie werd

teruggekaatst.


 Het grootste deel van de atoom is leeg


 Positieve alfa-deeltjes langs de positieve kern bewegen, worden afgebogen


 Positieve alfa-deeltjes die frontaal botsen, worden teruggekaatst




Atoommodel van Bohr (1913): “voorspellingen en controle via experimenten” (steunend op vooropgestelde postulaten)


Postulaat 1: “Elektronen bewegen in bepaalde stationaire cirkelvormige banen van welbepaalde energie rond de kern”


𝒏𝟐 𝒁𝟐 𝒏. 𝒉
𝒓𝒃𝒂𝒂𝒏 = 𝒂𝟎 . 𝑬 = −𝑹. 𝒎. 𝒗. 𝒓 =
𝒁 𝒏𝟐 𝟐𝝅




𝑎0 = Bohr-straal: afstand in een schil tot kern van waterstof = 5,29.10−12 𝐽, R = Rydberg-constante = 2,18.10−18 𝐽, Z = het

atoomnummer, n = volgnummer van de baan, h = constante van Planck = 6,626.10−34 𝐽. 𝑠




𝒁𝟐
𝑬 = −𝑹. 𝒏𝟐: atoommodel Bohr heeft vernieuwing nodig, zie onzekerheidsprincipe van Heisenberg. De plaats (afstand tot kern)

en de energie kan nooit beide nauwkeurig zijn.




Postulaat 2: “Bij baanverandering door absorptie (stijging ∆𝐸) of emissie (= daling ∆𝐸) wordt energieverandering

uitgezonden onder de vorm van licht” = verklaring van lijnenspectra.

∆𝑬
𝒗=
𝒉

, 2



1.2 Het golfmechanisch atoommodel

1.2.1 De basis van het golfmechanisch atoommodel:


Golf-partikel-dualiteit voor licht (Einstein):


Einstein: “licht heeft een golfkarakter (= zie breking, interferentie, polarisatie,...)”



Foto-elektrisch effect (Einstein):


Einstein: “licht heeft een deeltjeskarakter, de pakketjes (= fotonen) hebben een energie”


𝑚. 𝑣²
𝐸𝑙𝑖𝑐ℎ𝑡 = ℎ. 𝑣 = 𝐸0 +
2


 Waarbij 𝐸0 = ℎ. 𝑣0 met v0 als drempelfrequentie


Foto elektrisch effect: het uitstoten van elektronen uit metaal onder invloed van licht.


 Er worden enkel elektronen uitgezonden indien het invallend licht een zekere “drempelfrequentie (= v°) heeft


 De kinetische energie van de elektronen lineair toe neemt met frequentie van invallend licht


 De kinetische energie constant blijft bij een constante frequentie van licht en een toenemende intensiteit I, terwijl het

aantal elektronen toeneemt


Einstein: “licht heeft tegelijkertijd een golfkarakter en een deeltjeskarakter”



Golf-partikel-dualiteit voor materie (Broglie):


Broglie: “elk bewegend materiedeeltje (= elektron) heeft ook een golfkarakter”


h 𝑛. ℎ
λe− =  2𝜋𝑟 = 𝑛. λe−  𝑚. 𝑣. 𝑟 = (= postulaat Bohr)
(me− . ve− ) 2𝜋



Onzekerheidsprincipe (Heisenberg):


Heisenberg: “de zekerheid om zowel de plaats als de energie v/e zeer klein deeltje (elektron) te kennen is onmogelijk klein”



∆𝑥. ∆𝐸 ≥ = 𝑐𝑜𝑛𝑠𝑡𝑎𝑛𝑡𝑒
2𝜋


De precisie in de kennis van de plaats van een deeltje is omgekeerd evenredig met de precisie in de kennis van zijn energie.

, 3



1.2.2 Golfvergelijking en kwantumgetallen

Een elektron heeft een deeltjeskarakter en een golfkarakter. Men benadert zijn golfkarakter door middel van de een

golfvergelijking. Indien een elektron in zijn atoom blijft (stationair) wordt de golfvergelijking beschreven als een staande golf.



1.2.3 De orbitaal van een elektron in een atoom

Energie:

De plaats en de energie van elektronen zijn onderling afhankelijk. Hoe groter de straal, hoe groter de energie. Deze kan men

bepalen door de volgorde van de regel van Sommerfeld. De laagst mogelijke energie van elektronen is wanneer het atoom in de

grondtoestand voorkomt. Door opname van energie kan een elektron in een orbitaal van hogere energie komen en ontstaat er

een aangeslagen atoom.



Plaats:

Voor de plaats van een elektron in een atoom gebruikt men:

− de aantrefwaarschijnlijkheid (= orbitaal), voorgesteld door een elektronenstipdiagramma. Hoe dichter bij de kern,

hoe beter de puntintensiteit.

− de elektronendichtheid, voorgesteld door een elektronladingsdiagramma waarbij 95% van de elektronen zeker

binnen de ruimte ligt.



Magnetisch veld:

Het “Zeemaneffect” is het verschijnsel waarbij de spectraallijnen van een atoom, dat vanuit een aangeslagen toestand, licht

uitzendt en dat deze lijnen worden opgesplitst door de aanwezigheid van een sterk magnetisch veld.



1.2.4 Vacante atoomorbitalen

Een vacant orbitaal is een atoomorbitaal dat niet bezet is met elektronen. Het lijnenspectra van atomen is het experimenteel

bewijs hiervan. Indien men atomen bestraalt met licht zal het energie absorberen en naar een orbitaal van hoger niveau

springen, indien men de bestraling stopt vallen de elektronen terug naar de orbitalen van lagere energie (= lijnenspectra want

licht wordt uitgezonden).

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marievr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77988 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.33  1x  sold
  • (1)
  Add to cart