Samenvatting van alle (college)stof van semantiek.
Hoofdstuk 1 tot en met 8
met uitzondering van:
- 6.3.3
- 7.2.3
- 7.2.4
- 8.3
1
,Hoofdstuk 1
Propositie is een combinatie van concepten die een bewering vormt.
Extensie = de dingen in de wereld waarnaar wordt verwezen
Intentie = de definitie op basis waarvan je beoordeelt waarnaar verwezen wordt
Bijvoorbeeld: de extensie ‘Mark Rutte’, kent de intentie ‘de persoon die de belangrijkste post
heeft in de Nederlandse regering’. Als er een nieuwe minister-president komt, dan verandert de
extensie, maar de intentie niet.
Er zijn verschillende soorten betekenissen die we aan woorden kunnen toekennen:
● conceptueel = betekenis in je hoofd; verzamelde concepten
○ vb. “de kinderen zijn aan het spelen”
○ 3 concepten: kinderen + spelen + gaande zijn
● referentieel = verwijzen met woorden en zinnen naar entiteiten of gebeurtenissen in de
werkelijkheid → de denotatie van de taaluiting.
○ is een verzameling; ‘kinderen’ staat voor ‘alle kinderen’
● uitingsbetekenis = hetgeen wat wordt gezegd.
○ uiting = jouw kind heeft mij daarnet geslagen
○ uitingsbetekenis = kind X heeft persoon Y geslagen op tijdstip T.
● communicatieve betekenis = wat de spreker wil bereiken met de uiting
○ in bovenstaand geval: spreek je kind eens aan.
● expressieve betekenis = uitgedrukte gevoelens, attitudes of waardeoordelen; niet
objectief of descriptief, maar subjectief.
○ interjecties: ouw, verdorie, jakkes
○ bijwoorden van attitude: gelukkig ging de les door
○ vloeken en scheldwoorden
● sociale betekenis = sociale relatie of handeling die wordt geïmpliceerd door de
taaluiting, vaak subjectief.
○ het verschil tussen U en je, tussen alsjeblieft en alstublieft,
○ formeel register en informeel register.
● lexicale betekenis = inhoudswoorden die verwijzen naar aspecten in de wereld.
● grammaticale betekenis = functiewoorden (gesloten categorie t.o.v. open lexicaal)
2
, ● onderscheid tussen grammaticaal en lexicaal is niet alleen relevant voor losse woorden!
○ idiomen: tegen de lamp lopen versus tegen een lamp lopen
○ syntactische constructie: aan het x’en zijn heeft een grammaticale betekenis
Hoofdstuk 2
De betekenisstructuur van woorden / relatie tussen woordvorm en woordbetekenis is grotendeels
arbitrair. Er zijn verschillende soorten vorm-betekenisrelaties:
1. Monosemie = één vorm en één betekenis
2. Polysemie = één vorm, twee verwante betekenissen
metonymie: betekenisverwantschap is gebaseerd op een
relatie van nabijheid of contact (aangrenzendheid).
metaforie: betekenissen van een woord zijn verwant op
grond van gelijkenis/figuurlijkheid.
voorbeeld: kurk (materiaal) (dop die van kurk is gemaakt)
3. Homonymie = één vorm, twee niet-verwante betekenissen
vb. de bank (zitplek/financiële instelling)
Homonymie en polysemie zorgen voor ambiguïteit: één woord beeldt twee betekenissen uit.
4. Synonymie = twee vormen met één betekenis
vb. ‘reeds’ en ‘al’
5. Samenstelling/afleiding = twee verwante vormen met twee
niet-verwante betekenissen.
vb. ‘fietsenwiel’/ ‘fiets’
6. Homofonie = twee verwante vormen met twee niet-verwante
betekenissen.
vb. ‘hart’ en ‘hard’, of ‘kruid’ en ‘kruit’
7. Antonymie/hyponymie/meronymie = Twee niet-verwante
vormen met twee verwante betekenissen
vb. groot/klein
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayaahlalouch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.90. You're not tied to anything after your purchase.