Communicatie in organisaties
Hoorcollege 1 – 01/09
Wat maakt communicatie tussen de mens uniek? Het vermogen om op grote schaal en flexibel
samen te werken. Wij als mensen communiceren om een nieuwe realtiteit te creeËren, te geloven en
verspreiden. Mensen creeëren een verhaal, omdat we daar in geloven kunnen wij in beweging
worden gezet. Ook hebben we het vermogen om activiteiten te coördineren dankzij de theory of
mind (de veronderstelling van andermans gedachten). We kunnen inleveren in andere mensen. Hoe
ouder je wordt hoe beter de theory of mind zich ontwikkeld en hoe meer deze groeit. Bij mensen is
het oogwit te zien, dit is bij dieren niet het geval. Dit oogwit zorgt ervoor dat wij met onze ogen
kunnen communiceren, we weten waar iemand naar kijkt. Daarnaast hebben we ook het vermogen
om lang vooruit te plannen. We denken op lange termijn. Bij al deze aspecten is communicatie
cruciaal om de aspecten op elkaar af te stemmen.
Samenwerken heeft evolutionair grote voordelen. In vergelijking met dieren kunnen wij als mens niet
veel, we kunnen niet klimmen/jagen etc. Dit zorgt voor een zekere kwetsbaarheid. In ons eentje
kunnen we niet zoveel maar in een groep staan we sterker. Werken in groepsverband brengt ook
risico’s met zich mee. Samenwerken is riskant. Denk hierbij aan freeriders (lifting gedrag). Dit zie je in
elke organisatie. Het is het risico van de groep.
Wat zijn organisaties?
‘Een groep mensen die in een netwerk van sociale relaties en systemen werken om een gezamenlijk
doel te bereiken’. Een gezamenlijk doel: ergens waar ze in geloven. Hierbij is coördinatie
(taakverdeling) belangrijk. Het delen van informatie is cruciaal. Het gaat om hoe mensen met elkaar
omgaan en hoe ze omgaan met de organisatie. Je bent geboren in een organisatie, je hebt je hobby
in een organisatie, je werkt in een organisatie enzovoort.
- Gericht op economische productie
Het maken van winst
- Gericht op integratie van doelen
Behartigen van belangen. Denk hierbij aan vakbonden, rechtbanken etc. Deze voorkomen
conflicten.
- Gericht op macht en politieke doelen
Handhaven van de macht, genereren van macht
- Gericht op behoudende doelen
Behoud van de samenleving. Denk hierbij aan scholen, ziekenhuizen, musea etc.
Communicatie is een proces waarbij minimaal 2 actoren deelnemen die informatie en betekenissen
uitwisselen via verbale en non-verbale boodschappen.
- Taakgerelateerde communicatie
Dingen die moeten gebeuren
- Innovatiegerelateerde communicatie
Veranderingen, toekomst
- Sociale communicatie
Tussen medewerkers ondeling -> gaat niet over het werk
De functie van het communiceren is het overdragen van informatie gerelateerd aan het primaire
proces. Daarnaast bevordert het de sociale verhoudingen en kweekt het een positieve attitude.
,Communicatie kan zowel verticaal als horizontaal plaats vinden. Denk bij verticaal aan top down of
bottom up, en denk bij horizontaal aan onderling tussen werknemers of afdelingen. Daarnaast kan
communicatie formeel of informeel (grapevine) zijn. Dit is onder andere afhankelijk van hoe het in
een bedrijf aan toe gaat. Zijn er momenteel veel veranderingen gaande, dan zouden er veel
geruchten verspreid kunnen worden -> informele communicatie.
Vanaf de 2e helft van de 20e eeuw is er wetenschappelijk belangstelling ontstaan voor communicatie
in organisaties. Dit heet te maken met de start van de industriele revolutie. Vanaf toen zijn er pas
organisaties ontstaan. Als gevolg ontstonden er theorieën over hoe zo’n organisatie te werk moest
gaan.
We onderscheiden 3 klassieke organisatietheorieën:
- Scientific Management (Taylor)
- Theory of Classical Management (Fayol)
- Theory of Bureaucracy (Weber)
Deze theorieën ging uit van het ‘machine methapor’. Elementen die hierbij terugkomen zijn
specialisatie, standaardisatie en voorspelbaarheid.
Frederick Taylor (1911) The Principles of Scientific Management
- Identificeerde 2 problemen:
Het inwerken van nieuwe werknemers was gebaseerd op gewoonte en vuistregels. Het
inwerken was dus niet systematisch en instabiel. Het hangt af van de werknemer hoe je
wordt ingewerkt. Taylor wilde hiervoor een systematische manier en niet op basis van
gewoonte.
Er was geen motivatie om maximaal te produceren (soldiering)
- Streven naar efficientie. Volgens Taylor moest het management en arbeid efficienter via
wetenschappelijke principes:
Finding the one best way. Meest efficiente manier zoeken om te produceren en deze
manier aanhouden. Dit werd gedaan door middel van time and motion studies.
Arbeiders prikkelen door meer geld te geven voor het arbeid. Belonen voorkomt luiheid
Wetenschappelijke selectie maken van het personeel. Het beste personeel mocht komen
werken.
Arbeiders moeten werken, managers moeten nadenken en organisaeren. De
taakverdeling moet duidelijk zijn.
Kritiek:
- Te veel bezig met de productie wat zorgt voor ontmenselijking van arbeid. Mensen worden
op afstand gezet waardoor de het interesse van de werknemers daalt.
- Te weinig oog voor relaties op de werkvloer. Er was geen aandacht voor onderlinge
verhoudingen
- Nauwelijks oog voor inrichting organisatie en communicatie. Er werd alleen beziggehouden
met de productie en hoe deze zo efficiënt mogelijk gemaakt kon worden. Het proces werd
verdeeld in veel te kleine stappen
- Onderzoek was niet bepaald ‘scientific’. Achteraf bleken de cijfers niet te kloppen (Waller,
2002).
,Hoorcollege 2 – 08/09
Human relations: motivatie en communicatie
Er zijn 3 klassieke organisatietheorieën (rationalisatie)
- Taylor -> werk onmenselijk
- Fayol -> theory of classical management
- Weber -> …
Fayol is de maker van de moderne wereld. ‘Hoe bestuur je nou een organisatie’. Het is de vader van
de management theorie. Taylor keek naar de microprocessen, Fayol kijkt naar macroprocessen. Fayol
maakt onderscheid in functies en principes van management.
Functies:
- Planning
- Organisatie
- Aansturing
- Coördinatie
- Controle
Principes:
Principles of organizational structure
- Unity of direction (clusteren); mensen die dezelfde taak hebben, moeten onder dezelfde
leidinggevende werken
- Unity of command (1 leider); verticale communicatie. Mensen moeten instructies van 1
persoon krijgen
- Scalar chain (of fayol’s bridge); horizontale communicatie
Wanneer direct overleg onderling nodig is, met toestemming van de leidinggevende.
Communicatie is dan horizontaal in plaats van verticaal (bij uitzonderingssituaties)
Principles of organizational power
- Centralisatie; macht bovenin (hiërarchisch)
- Autoriteit en verandering
Principles of organizational reward
- Eerlijke beloning
- Zekerheid aanstelling (tenure stability)
Principles of organizational attitudes
- Eigenbelang ondergeschikt aan algemeen belang (collectief boven individu). Iedereen werkt
voor de organisatie
- ‘esprit de corps’: eenheid van geest. Het gevoel van we doen het met zn allen.
Centralisatie is overeenkomst Fayol en Taylor. Dankzij Fayol denken mensen anders over een
organisatie, maar… Kritiek:
- Prescriptief. Het geeft niet weer wat managers écht doen. Het is meer een handleiding dan
een theorie. Sterk hierarchische focus, dus weinig focus op wat er op de werkvloer gebeurt
en hoe daar mee om te gaan.
- Weinig vertrouwen in capaciteiten en werknemers. De nadruk ligt op de top van het bedrijf
- Weinig oog voor communicatie. Geen onderhoud contact, alledaagse interactie
Een theorie is een model van de werkelijkheid, maar het is niet de werkelijkheid. Je kan het op basis
van uitspraken toetsen.
Klassieke organisatietheorieën: weinig oog voor wat werknemers drijft / motiveert
- 1 richting -> verticaal: neerwaarts
, - Geen inbreng van werknemers
- Formeel -> geen indirecte communicatie
- Communicatie altijd over werk (niet sociaal)
- Geen oog voor motivatie en plezier in het werk en voor hoe mensen functioneren in
organisaties
Maar… Dit perspectief veranderd; human relations. Switch in hoe om te gaan met werknemers in een
organisatie. Elton Mayo (1880-1949) streeft naar vermenselijking van arbeid (dit is geen klassieke
organisatietheorie). Hawthorne studies (1927-1932), onder andere:
Illumination studies (hier is Mayo niet bij betrokken): hier werd door middel van experimenten
onderzocht hoe de productiviteit van de werknemers te kunnen verhogen. Een voorbeeld hiervan is
het lichtniveau aanpassen. Hierbij kwam naar voren dat het niet uit maakt wat je doet maar dát we
iets doen. Dat effect heet het Hawthorne effect. Dit is vergelijkbaar met het placebo effect.
Relay assemble test room studies: veranderingen doorbrengen in samenspraak. De leidinggevende
ging dit eerst van te voren bespreekbaar maken met de proefpersonen (‘’werkneners’’).
Betrokkenheid van medewerkers was een positieve invloed. Meer betrokkenheid van de leiding
zorgde voor meer controle werk en een sterker teamgevoel.
Bank writing studies: sociale normen en druk. Observaties. (taylor – Soldering: druk uitvoeren op
andere mensen om zich aan te passen aan de norm van de groep, heeft die niet verder uitgewerkt).
Sociale normen en druk
Conclusie 3 studies: relationele benadering gaat werknemers niet in beweging zetten. Geld alleen is
niet genoeg. Puur economische benadering is onvoldoende. Mensen zijn sociale wezens. Er is
vermenselijking nodig. Communicatie is van belang. Deze is niet alleen top-down. Er is ook oog voor
informele communicatie. Maar ook aandacht voor behoefte van werknemers, aandacht voor sociale
factoren en aandacht voor managementstijl en democratisch leiderschap.
Kritiek:
- Resultaten onderzoek niet betrouwbaar
- Nieuwe analyse van Mayo: gevonden correlaties niet significant
- Hogere productiviteit ook door meer traditionele factoren, niet alleen sociale factoren.
Desondanks is de invloed wel groot, het heeft gezorgd voor verandering. Mensen zijn
zichtbaar gemaakt.
Wat is motivatie? Dat wat jou in beweging zet. Dit kan uit jezelf komen, door bijvoorbeeld
prioriteiten te stellen. Het is goal-directed. Intelligentie zorgt niet voor grotere kans op succes,
motivatie wel. Het is lastig in te schatten. Daardoor worden factoren die dichtbij staan onderzocht.
Tevredenheid is weer iets anders dan motivatie. Daarbij kijk je om je heen en vraag je jezelf af of je
het goed vind. Betrokkenheid is ook anders dan motivatie, hierbij gaat het om in hoeverre je
onderdeel wil zijn van een organisatie.
Motivatie is een multidimensioneel begrip:
- Affective: identificeren met organisatie: emotionele binding
- Continuance: ik werk hier, ik wil niet weg, omdat ik hier niet weg kan (leeftijd/niveau)
- Normative: ik moet hier werken uit loyaliteit: schuldgevoel/verplichtinggevoel
Je kan gemotiveerd zijn maar niet betrokken en/of tevreden.
Verschillende theorieën (over langdurige motivatie; blijvend willen inspannen)
- Behoefte (na WOII, gevolg van Mayo)
Maslow, Herzberg, McGregor: primaire behoeftes
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chantalvdaker. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.