College aantekeningen ontwikkelingspsychologie-2023 Universiteit Utrecht
13 views 0 purchase
Course
Ontwikkelingspsychologie (200300155)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
College-aantekeningen van alle colleges voor het vak ontwikkelingspsychologie, gegeven door o.a. Sander Thomaes aan de Universiteit Utrecht. De aantekeningen zijn duidelijk, overzichtelijk en compleet! Zelf heb ik een 8,6 gehaald met behulp van deze aantekeningen.
Hoorcolleges ontwikkelingspsychologie
Hoorcollege 1: Introductie
OWP: studie van verandering en continuïteit-> fysiek, cognitief, psychosociaal. Waarom?:
1. Voorspellen functioneren van volwassenen
2. Begrijpen van de menselijke natuur
3. Begrijpen hoe we gezond functioneren kunnen bevorderen.
Doelen van owp onderzoek:
1. Beschrijven van ontwikkeling: Systematisch in kaart brengen van stabiliteit en verandering over
tijd. Normatieve ontwikkeling maar ook individuele verschillen.
2. Begrijpen van ontwikkeling: Beantwoorden van “waarom”-vragen om
ontwikkelingsmechanismen en oorzaken aan te tonen= essentieel voor interventies.
3. Optimaliseren van ontwikkeling: Hoe kunnen we ontwikkeling zo goed mogelijk ondersteunen?
Lifespan benadering, belangrijkste principes: Ontwikkeling …
1. Vindt plaats gedurende de hele levensloop
2. Is multi directioneel en -dimensioneel
3. Omvat vooruitgang, stagnatie en achteruitgang
4. Wordt gekenmerkt door plasticiteit
5. Is ingebed in sociale context
6. Wordt gedreven door meerdere determinanten (-> cultuur)
7. Is multidisciplinair
Ontwikkelingsfases:
1. Prenataal: conceptie-geboorte, fysieke ontwikkeling staat centraal
2. Baby-/peutertijd: 0-1 jaar, snelle groei, fysieke ontwikkeling staat centraal, maar deze heeft
cognitieve en psychosociale consequenties.
3. Vroege kindertijd: 2-5 jaar, snelle ontwikkeling van taal, zelfbewustzijn en spel
4. Middel kindertijd: 6-begin puberteit, formeel leren, interpersoonlijke relaties
5. Adolescentie: puberteit-18 jaar, snelle groei, seksuele maturatie, ontwikkeling van
identiteit/wereldbeeld
6. Vroege volwassenheid: 18-40 jaar, ontwikkeling naar zelfstandigheid en aanvang volwassen rollen.
7. Midden volwassenheid: 40-65, tekenen ouderdom, toppunt werk
8: Late volwassenheid: 65-dood, fysieke beperkingen, steeds afhankelijker.
Thema’s in owp:
1. Nature v.s. nurture.
John Locke: nurture, tabula rasa.
Thomas Hobbe : nature, predisposities-> interactie tussen nature en nurture
2. Continu v.s. discontinu :
Continu : ontwikkeling vindt geleidelijk plaats Discontinu : verschillende stadia
,Hoorcollege 2: Theorie en methode
Theorie:
Theorie: vereenvoudigde, plausibele weergave van een ontwikkelingsfenomeen. Waarom nodig?
1. Om kennis te integreren en zo tot een samenhangend begrip te komen van ontwikkeling
2. Om toekomstig onderzoek te sturen_. Goede vragen+hypotheses.
Geschiedenis van theorieën:
1. Psychodynamische theorie, Freud: Begrijpen interne drijfveren/persoonlijkheid. Bijdrage owp:
Vroege ervaringen kunnen op lange termijn impact hebben. Identiteit->ego-> superego.
2. Behaviorisme, John Watson: Alleen geïnteresseerd in objectief meetbare dingen-> gedrag. John:
Aanleren van psychische ziektebeelden-> angst: Little Albert studies (bang voor konijn etc.)
Bijdrage aan owp: Gedragstherapie
3. Constructionisme, Piaget: Ontwikkeling gebeurt in fases-> theorie cognitieve ontwikkeling.
4. Ethologische theorie: Welke fenomenen helpen kinderen leren/overleven. Bloeit voort op
evolutionisme.
-Lorenz, bijdrage owp: gedrag bepalen, imprinting-> illustratie van aangeboren gedrag
-Harlow: Ouder-> kind gedrag is essentieel voor sociaal functioneren/ later zelf een goede ouder
worden.
Lorenz+Harlow-> gehechtheidstheorie van Bowlby: Vroege gehechtheid vertaalt zich in latere
relaties. Kinderen hebben aangeboren drang om zich te binden aan ouders.
5. Sociaal leren theorie, Bandura: kinderen leren o.a. door imiteren en observatie, deze neiging is
aangeboren. Bobo doll experiment
6. Informatieverwerkingstheorie: mens= informatieverwerking systeem (pc=metafoor). Met input,
verwerking en output. Bijdrage aan owp: informatieverwerking is aangeboren en vermogen
ontwikkelt zich geleidelijk, onder andere met zelf modificatie: leren welke strategieën het beste
werken=essentie van leren.
7. Zelf-determinatie theorie: Kinderen zijn van nature gedreven om te leren/zich te ontwikkeling=
organistisch perspectief. Men heeft 3 behoeftes: competentie, autonomie en verbondenheid. Hierin
voorzien?-> optimale omstandigheden voor optimaal leren. Zo niet-> problematisch.
Methoden:
Hypothesen-> data verzamelen (systematisch)-> objectief kiezen welke het meeste waarschijnlijk is/
alternatieven uitsluiten. Omdat het systematisch is, is wetenschap niet “zomaar een mening”.
Eigenschappen:
1. Betrouwbaarheid: consistentie in wat je meet. 2. Validiteit: meet je wat je wilt meten?
Veelgebruikten methoden:
1. Zelf-rapportage: Gebruik bij subjectieve variabelen, maar niet voor jonge kinderen/ sociaal
wenselijke antwoorden/ men is beperkt bewust van subjectieve variabelen
2. Ouders-/leerkracht-/ peer rapportage: Gedrag in specifieke context, kan vertekend worden door
biases.
3. Observatie: Objectief, maar gedrag kan beïnvloedt worden door observator/ observaties zijn
momentopnames.
Veelgebruikte onderzoeksdesigns:
1. Cross-sectional: vergelijken groepen van verschillende leeftijden tegelijkertijd.
Voordeel: makkelijk/snel. Nadeel: Groep moet alleen verschillen in leeftijd/geen inzicht in
individuele ontwikkeling.
2. Longitudinaal: Zelfde groep volgen voor langere tijd over ontwikkeling.
Voordeel: Iets te zeggen over individuele ontwikkeling/ geeft inzicht in richting van associaties tussen
variabelen. Nadeel: duurt lang.
Oorzakelijkheid:
Correlaties geven geen inzicht in oorzakelijkheid. Correlatie is geen causaliteit. Longitudinaal
onderzoek zegt ook niks over causaliteit.
Hoe stel je causaliteit vast?: Experimenteel onderzoek, bij verschil in controle en experimentele
, groep.
Hoorcollege 3: Human development- the beginning
Life span development, kernideeën:
1.Verschillende factoren beïnvloeden de ontwikkeling en het functioneren van een persoon.
2.Verschillende dynamische ontwikkelingsprocessen zorgen voor groei
3.Groei is afhankelijk van de ontwikkelingsfase
4.Groei is gedifferentieerd naar domein van functioneren (fysiek, cognitief, sociaal-emotioneel)
5.Het functioneren van een individu vindt altijd plaats in wisselwerking met de context
Idee 1. Factoren:
Factor 1: Lichaam-Nature:
Biologische factoren, functies op verschillende niveaus:
Cellen-> chromosomen-> genen-> DNA-> Hormonen-> Neurotransmitters-> organen-> spieren->
botten.
Factor 2: Context-Nurture:
Omgevingsfactoren:
microsysteem-> mesosysteem-> exosysteem->macrosysteem
1.Fysieke omgeving: Plaats, woonomgeving
2. Sociale context: Gezin, cultuur etc.
3. Tijd: leeftijd, historie
Factor 3: Psychologische factoren-representaties:
Betekenisgeving die plaatsvindt: waarneming, geheugen, interpretatie, gedrag, eigenschappen,
innerlijk.
Idee 2. Ontwikkelingsprocessen:
-Rijpen: Biologische processen
-Leren: Habituatie, conditionering, observatie
-Kiezen: Zelfregulatie= proces van aandacht, motivatie, gevoel en gedrag dat tot biologisch en sociaal
evenwicht en aanpassing leidt en tot een individueel gewenst resultaat.
Idee 3.Ontwikkelingsfase: Infancy-beginnings:
Conceptie->Na 9 weken= Foetus
24 weken= bij te vroege bevalling wordt geprobeerd het kind in leven te houden
37 weken- 42 weken: kind is op tijd geboren
Life span development: babytijd-> peutertijd-> kleutertijd-> kind-> puber-> adolescent-> volwassen-
> middelbaar-> bejaard-> oud
Individuele kenmerken-diversiteit:
-Leeftijd -Sociale relaties
-Sekse -Persoonlijkheid
-Ethnische, culturele afkomst -Gezondheid/beperkingen
-Socio-economische omstandigheden
Ontwikkelingsprocessen
1.Rijpen:
Infancy= eerste 1000 dagen, optimale window voor een latere goede ontwikkeling.
Gedrag van pasgeboren baby’s: -Bewegingen, -Luisteren, -Kijken, -Reflexen, -Drinken, -Zuigen, -
Imiteren= allemaal afhankelijk van arousal niveau->
State-bewustzijnstoestand: Vormt de basis van reactiemogelijkheden.
1. Diepe slaap 2. Lichte slaap 3.Slaperig 4. Alert 5.Mopperig
6.Huilen
Huilgedrag: Verschillend huilen maken verschillende gevoelens duidelijk.
Reflexen: Automatische reacties, georganiseerden gedragspatronen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saratagherbit. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.55. You're not tied to anything after your purchase.