De samenvatting bevat alle hoor- en werkcolleges, de sheets en aantekeningen uit de les. Daarnaast heb ik 8 meerkeuzevragen opgenomen om te oefenen. In het rood is aangegeven wat belangrijk is voor het tentamen. Let op: je moet wel oefenen met de opdrachten.
Hi Julius, what a shame you're giving 1 star. May I ask what I can improve since it contains the material you need to know before the exam and if you practice it, it will be fine! Regards, Eveline
By: 0988540 • 1 year ago
By: EvelineSchipperHR • 1 year ago
Translated by Google
Hi, may I ask what I could improve? Regards, Eveline
Seller
Follow
EvelineSchipperHR
Reviews received
Content preview
VEMBEC41 Bedrijfseconomie 2 Eveline Schipper
Tentamenstof: week 1 (balans, resultatenrekening, kastroomoverzicht), week 5 (netting, cashpooling etc.)
en week 6 (beslissingen omtrent knelpunten, incidentele orders, make or buy beslissingen en
assortimentsanalyse).
- Opgaven 1.4 , 1.6 , 1.7 , 14.2 , 14.4 , 14.5 , 6.1 , 6.2 , 6.3
- Hoofdstuk 1 t/m paragraaf 1.4. hoofdstuk 14, hoofdstuk 6.1 t/m 6.3 en 6,5
- 8 mpc, 1 vraag over balans liq.en res. rek, 2 vragen over week 6 en 1 vraag over week 5.
Balanced Scorecard (BSC)
- Kan gebruikt worden voor een interne analyse
- Bestaat uit een aantal onderdelen waarop een onderneming beoordeeld wordt
- Hoe goed een onderneming scoort t.o.v. wat je wil dat een onderneming scoort.
Eisen aan doelstellingen: SMART-PC
- S: Specifiek, helder en duidelijk geformuleerd? Wat willen we specifiek bereiken?
Het businessplan
Tactische en operationele plannen komen tot uiting in het businessplan. Dit bestaat uit:
- Inkoopplan
- Logisitiek plan
- Productieplan
- Personeels- en organisatieplan
- Marketing- en verkoopplan. Hoeveel producten denk je te kunnen gaan verkopen
- Kwaliteitsplan
- Communicatieplan
- Financieel plan
o Investeringsplan → is samen met de 2e de beginbalans
o Financieringsplan → is samen met de 1e de beginbalans
o Liquiditeitsbegroting
o Begrote resultatenrekening
o Begrote eindbalans
Linkerkant balans
Investeringen die je aan het begin van het jaar nodig hebt (linkerkant= investeringsbegroting)
Vaste activa= 1 productiecyclus. Alle bezittingen die langer dan een jaar in een onderneming aanwezig zijn
Vlottende activa= alle bezittingen die korter dan 1 jaar in een onderneming aanwezig zijn.
Binnen de categorieën schrijf je bovenaan op met hoelang het binnen de onderneming aanwezig zal zijn.
Rechterkant balans
Eigen vermogen
Vreemd vermogen op lang termijn= al het vreemd vermogen dat over meer dan een jaar afgelost moet
worden
, Vreemd vermogen op kort termijn= al het vreemd vermogen dat over binnen een jaar afgelost moet worden
Hypotheek waarop je altijd elk jaar moet aflossen dan is het deel wat je elk jaar doet VV kort termijn en wat
langer is VV lang termijn
Volgorde is hetgeen wat het verst in de toekomst afgelost moet worden staat bovenaan
Rechterkant van de balans geeft alleen aan waar het geld vandaan komt. Dit is het geld wat in de
onderneming zit en je dus niet nog iets mee kan kopen want je hebt dat al gedaan.
Als je iets wil aankopen betaal je dit uit je liquide middelen dus de bank of je kas
Opbrengsten = datgene waar je als onderneming recht op hebt. Zodra je iets geleverd hebt aan een klant ook
als je dat nog niet binnen hebt dan zijn dat opbrengsten. Op moment dat een onderneming een product of
dienst heeft geleverd.
Inkomsten= als er geld op je bankrekening bij komt. Het geld is echt binnen
Uitgaven= als je daadwerkelijk geld aan iemand betaald. Als je contant geld aan iemand betaald of als het
geld echt van je rekening afgaat.
Kosten= als je iets opoffert om opbrengsten te generen. Als het product dus daadwerkelijk wordt geleverd
aan een klant
Je kan eerst een inkomst hebben en daarna een opbrengst. Denk aan een vakantie die je van tevoren moet
betalen.
Bestelling cacao 1 okt
Levering cacao 3 okt
Productie chocola 6 okt
Betaling cacao 10 okt
Levering chocola 12 okt
Wanneer is er sprake van een uitgave? Dit is op 10 oktober als er echt geld van je rekening verdwijnt
Wanneer is er sprake van kosten? Dit is op 12 oktober. Het is geen 6 oktober want de cacao zit in de chocola
die in je magazijn ligt. Op dat moment verlaat de cacao als onderdeel van de chocola aan de klant en op dat
moment genereer je pas opbrengsten. Productiekosten zijn pas op een laat moment dan als de grondstof er
al in zit en het personeel er al aan heeft gewerkt en de machines al hebben gedraaid. Dat zijn nog geen
kosten op moment dat je produceert, want die kosten gaan in de chocola en wordt je chocola meer waard
Vaste activa wordt op afgeschreven dus je kan dat zien op de resultatenrekening zien wat er mee gebeurd.
Voorraad heb je meer info voor nodig.
Liquide middelen eind van het jaar = ontvangsten – uitgaven=… … + liquide middelen die je aan het begin
van het jaar had
Omzet exploitatiebegroting (=resultatenrekening) en ontvangsten wegens verkoop op je liquiditeiten
begroting is de verandering op de eindbalans bij debiteuren
LVV= hoeveel staat op de beginbalans en dan kijken hoeveel er is afgelost
Het kan zijn dat er nog meer op de eindbalans komt maar dat kan je zien op de liquiditeitsbegroting of er
nog een lening is afgesloten en je moet dan kijken of er nog op is afgelost en wat dan overblijft komt op de
eindbalans te staan
Weten wat er met de voorraden is gebeurd. Hoeveel heb ik moeten inkopen om te kunnen verkopen
(inkoopwaarde van de omzet (staat op exploitatie begroting) het kan zijn dat je helemaal geen 750.000
hoeft in te kopen maar dat je gebruik maakt van voorraad. We zijn er vanuit gegaan dat de voorraad gelijk is
gebleven, dan moet je precies inkopen wat je verkoopt. Als we er vanuit waren gegaan dat eind van het jaar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller EvelineSchipperHR. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.