- Beperkte verklarende kracht
- Representeerde de opvattingen van deelnemers, niet de feitelijk geobserveerde
werkelijkheid
- Kans aanwezig dat foute aannames worden gemaakt
- Dat er een relatie is tussen twee variabelen wil nog niet zeggen dat deze relatie belangrijk is
- Er kunnen verkeerde relaties worden beschreven
College 2:
In het debat hangen actoren verschillende probleemdefinities aan vanwege hun referentiekader. Het
referentiekader is de combinatie van selectie en interpretatie van je wereldbeeld. Daarom kan
niemand neutraal naar de wereld kijken.
Probleemdefinitie in algemene zin: omschrijft het probleem, oorzaak en oplossing. Je probeert
mensen te vinden die overeenkomen met jouw probleemdefinitie.
Andere Kenmerken van probleemdefinitie: causaliteit, ernst van de situatie (crisis), frequentie,
oud of nieuw probleem (een nieuw probleem heeft vaak geen oplossing), impact op personen
(word je direct geraakt of is het in de nabijheid), negatieve of positieve context, effectiviteit van
de oplossing
Probleemdefinitie van de media: definieert het probleem en de oorzaak. Geeft een moreel
oordeel en suggereert oplossingen.
Wicked problems:
- Complexe problemen die onderdeel zijn van een groter probleem en waarvan de oplossing
leidt tot andere problemen
Kenmerken wicked problems
- Er is geen definitieve formulering van het probleem
- Er zijn geen criteria voor de oplossing
- Oplossingen zijn niet waar of onwaar, maar goed of slecht
- Er is geen onmiddellijk oplossing voor het probleem.
- Probleem is uniek
- Het is een symptoom van een ander probleem
- Beleidsmakers kunnen het zich niet veroorloven om fouten te maken bij het oplossen van
het probleem.
Tamme/ overzichtelijke problemen:
- Niet-controversieel
- Meeste mensen zijn het erover eens wat het probleem is
- Ervaring met de aanpak
- Al langer bekend
- Mensen zijn bekend met het probleem en de aanpak
Matland verenigt twee stromingen over wicked problems
1
, - Top down: centralistisch denken waarin de beleidsmakers alles bepalen. Het model bestaat
veel aandacht aan de juiste uitvoering volgens de wens van de beleidsmaker. Er wordt geen
aandacht besteed aan de kennis van uitvoerders.
- Bottom up: de uitvoerders zijn het belangrijkst. Op implementatie niveau moet het beleid
gemaakt worden. Nadeel: Maar wie kan de uitvoerders dan ter verantwoording roepen? En
zien ze het grotere plaatje naast lokaal?
Wat gebeurt er als je te maken hebt met lastige problemen?
- Beleidsvaagheid (ambiguity): vage doelen of middelen. Dit heeft invloed op het proces.
Mensen kunnen dingen verschillend gaan interpreteren en uitvoeren.
- Beleidsconflict: doet zich voor wanneer de volgende factoren tegelijk voorkomen:
o Actoren zijn afhankelijk van elkaar
o Actoren hebben verschillende doelen
o Actoren zien de situatie als een winst-verlies situatie
- Administratieve implementatie low conflict, low vaagheid (ambiguity)
- Political implementatie high conflict, low ambiguity
- Symbolische implementatie high conflict, high ambiguity
2
, - Experimentele implementatie: low conflict, high ambiguity
Twee barrières die hervormingen moeilijk maken;
1. Die het actoren onmogelijk maken om hervormingen door te duwen (opportunities)
2. Barrières voortkomend uit het feit dat actoren zelf geen hervormingen willen doorvoeren
(preferences)
Opportunities:
- Decision-making: bij complexe vraagstukken is de kans groter op een veto-uitspraak
- Policy inheritance: bestaand beleid heb je uit te voeren
- Lock-in: geld gerelateerd, keuzes die in het verleden zijn gemaakt kun je niet
zomaar veranderen
Preferences: (je wilt liever geen verandering)
- Paradigma: normen en waarden die gaan over hoe acceptabel beleidsoplossingen
zijn binnen een sector
- Benefits: sommige mensen hebben voordeel bij bestaande beleid: subsidies
etc. Zij zullen niet snel geneigd zijn dit op te geven
- Vested interests: veel geïnvesteerd in een project, dit wil je niet opgeven
- Upsetting het is gewoon niet leuk om te veranderen
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stdent1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.86. You're not tied to anything after your purchase.