Pincode Kater 6 Welvaart en groei Hoofdstuk 1 en 2 samenvatting
8 views 1 purchase
Course
Economie
Level
HAVO
Dit is een samenvatting van heel Katern 6 voor 5 HAVO leerlingen. In dit document zijn alle begrippen gekleurd en staat er een definitie achter. Daarnaast zijn er plaatjes ter verduidelijking van de stof toegevoegd. Ook is er een begrippenlijst inbegrepen.
Katern 6 Welvaart en groei
Hoofdstuk 1 Welvaart
Paragraaf 1 Productie, toegevoegde waarde en inkomen
Produceren is waarde toevoegen. De waarde die we in een jaar toevoegen kunnen we
berekenen. Dit doe je doormiddel van de toegevoegde waarde te berekenen.
De formule van toegevoegde waarde is
De toegevoegde waarde is welke waarden er productie stap aan toegevoegd zijn. De kan je
zien in de afbeelding hieronder.
De toegevoegde waarde of productie ontstaat door de inzet van de productiefactoren:
Kapitaal, Arbeid, Natuur, Ondernemerschap. (KANO) Alles wordt geproduceerd met deze 4
productiefactoren. Denk aan een brood. Als eerste is er een stuk land waar het graan op
groeit (natuur). De boer moet dit oogsten (arbeid). Dit wordt verkocht aan een broodfabriek
die van het graan brood gaan maken. Hiervoor gebruiken ze machines (kapitaal).
Al deze productiefactoren leveren verschillende beloningen op. Hieronder staan ze in een
overzicht aangegeven.
De kapitaalgoederen (machines) gaan meerdere productieprocessen mee, maar slijten wel.
Hierdoor worden ze steeds minder waard. De waardevermindering noem je afschrijving.
,Voor de Netto toegevoegde waarde moet je van de bruto toegevoegde waarde de
afschrijving afhalen.
Formule:
Netto contante waarde: Bruto contante waarde – afschrijvingen
De afschrijvingen blijft in het bedrijf en wordt gebruikt om productiemiddelen die
afgeschreven zijn te vervangen.
De netto contante waarde komt terecht bij de gezinnen, omdat zij de bezitters zijn van de
productiefactoren.
Het primaire inkomen is het inkomen van de gezinnen die bestaat uit de beloning die ze
ontvangen voor het inzetten van de productiefactoren. Je noemt dit ook wel
inkomensvorming.
Om dit wat duidelijker te maken staat alles hieronder in een schema weergegeven.
Zo zie je waar elk kopje precies uit bestaat.
De bruto toegevoegde waarde staat gelijk aan het Bruto binnenlands product en de netto
toegevoegde waarde aan het Netto binnenlands product.
De productie van alle bedrijven en de overheid bij elkaar opgeteld geeft het bruto
binnenlands product (bbp).
Ook de overheid produceert goederen en diensten:
Paspoorten
Veiligheid
Aanleggen van wegen
Openbaar bestuur
Sociale uitkeringen
Onderwijs
De overheid produceert 2 soorten goederen:
(Semi-) collectieve goederen
Goederen die voor iedereen toegankelijk zijn. (Veiligheid)
Quasi-collectieve goederen
Goederen waar wel een prijs aan vast kan zitten. (paspoort, onderwijs)
De overheid heeft alleen geen marktprijs en daardoor dus ook geen omzet die je kan
berekenen. Hierdoor kan je de toegevoegde waarde van de overheid niet berekenen.
Daarom hebben we afgesproken die gelijk te stellen aan het bedrag dat de overheid besteed
aan lonen.
, Als je dit verwerkt in de eerdere afbeelding gaat het er zo uit zien:
Niet al het inkomen van de gezinnen is een besteedbaar inkomen. Een deel van hun inkomen
wordt door de overheid ingenomen doormiddel van premies en belastingen. De overheid
besteed deze inkomstenbronnen weer aan uitkeringen bij werkloosheid, ziekte en
arbeidsongeschiktheid, maar ook bijstandsuitkeringen of huurtoeslag voor mensen die
weinig tot geen inkomen hebben. Deze uitkeringen heten ook wel overdrachtsinkomen.
Je hebt ook het secundaire inkomen:
Paragraaf 2 Hoe groot is de welvaart?
De welvaart van een land wordt gemeten aan de hand van het bbp.
Je hebt twee dingen die het bbp kunnen beïnvloeden:
Economische groeit
Als productie en inkomen stijgen in een land.
Economische krimp
Als productie en inkomen afnemen in een land.
Om de individuele welvaart in een land te meten, delen we het bbp door het aantal
inwoners. Zo krijg je het bbp per capita. Je hebt hier te maken met de nominale
economische groei.
Wel moet je rekening houden met de inflatie van een land, voordat je kan zeggen dat het
bbp is toegenomen of afgenomen. Je berekent dan de reële economische groei. Als het
inflatiepercentage kleiner is dan het bbp-stijgingspercentage is er een reële economische
groei. Je spreekt dan ook wel van volumegroei van het bbp.
Een ander nadeel van het gebruiken van bbp per capita als welvaartsmeter is dat het
inkomen in een land vaak ongelijk verdeeld is. Bij een ongelijke personele inkomensverdeling
zijn er (grote) verschillen in inkomen tussen personen of tussen groepen van personen in
een land. Zo kunnen er ongelijke verdelingen van de groei in welvaart ontstaan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cghijsen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.