Wat is het bestuursrecht?
Bestuursrecht heeft betrekking op relaties tussen de overheid (bestuursorganen) en de burgers
(belanghebbenden). Er zijn veel verschillende soort bestuursorganen want de burgemeester is er een maar
bijvoorbeeld ook de Nederlandsche Bank. Belanghebbenden zijn meer dan alleen burgers zoals wij, want ook
bedrijven, verenigingen en stichtingen (en andere privaatrechtelijke rechtspersonen) kunnen belanghebbenden
zijn. Vooral wanneer het bestuur handelt in publiekrechtelijke bevoegdheden is wanneer het bestuursrecht om
de hoek komt kijken.
Eenzijdige rechtshandelingen: Het bestuur kan zonder instemming van de privaatrechtelijke rechtspersoon
bepalen wat de rechten en plichten van de rechtspersoon is. Zoals bijvoorbeeld: subsidiebeschikkingen,
omgevingsvergunningen en evenementvergunningen.
Het bestuur kan alleen een eenzijdige rechtshandeling ondergaan als deze een bevoegdheid heeft verkregen in
een wettelijke bepaling door de wetgever. Dit is de instrumentele functie van het bestuursrecht: het
bestuursrecht geeft de overheid de bevoegdheden (of instrumenten) om het algemeen belang te behartigen en
zijn publieke taak te vervullen.
De waarborgfunctie van het bestuursrecht: het bestuursrecht geeft burgers bescherming tegen de overheid en
haar besluiten. > Het regelt inspraakmogelijkheden en wie tegen welke overheidsbesluiten mag opkomen bij de
bestuursrechter.
De normerende functie: Burgers kunnen zich beroepen op normen waar het bestuur zich bij de uitoefening van
haar bevoegdheid aan moet houden.
Specialiteitsbeginsel: art. 3:4 lid 1 Awb: Bij dit beginsel mag een bestuursorgaan enkel de belangen behartigen
waarvoor de betrokken wet of regeling een grondslag bied. Daarom kan dit gekoppeld worden aan de
normerende functie, omdat het bestuursrecht regels geeft waar het bestuur bij de uitoefening van haar
bevoegdheden zich aan moet houden.
Zorgvuldigheidsbeginsel: art 3:2 awb
Beginsel van de evenredige belangenafweging: art 3:4 lid 2 awb
Bronnen van bestuursrecht:
Wetten en AMvB’s worden gepubliceerd in het staatsblad (stb.)
Ministeriële regelingen worden gepubliceerd in de staatscourant (stcrt.)
Jurisprudentie
HOODSTUK 2: ALGEMENE WET BESTUURSRECHT EN DE RELATIE TOT BIJZONDER
BESTUURSRECHT
Appellant: degen die in hoger beroep procedeert
De Awb komt niet in een geheel tot stand, maar in delen die ‘tranches’ worden genoemd.
,Structuur awb:
Hoofdstuk 6,7 en 8 zijn het bestuursprocesrecht.
Besluitvorming vind plaats in hoofdstuk 3 tot en met 5.
Hoofdstuk 1 is inleidend en definieert en hoofdstuk 2 gaat over communicatie tussen burgers en
bestuursorganen in ruime zin, dus op alle momenten wanneer er verkeer bestaat tussen de twee en niet alleen
bij besluitvorming.
Dwingend recht: Geen mogelijkheid om vanaf te wijken zoals art 3:3 awb
Regelend recht: Normaal recht, kan in bijzondere gevallen van af worden geweken ook door lagere
regelgevers. > ‘Tenzij wettelijk (wet in materiële zin) anders is bepaald’ art. 4:1 awb
Aanvullend recht: de restbepaling als soort guideline. > binnen een redelijke termijn art. 4:13 awb. Wanneer
een bijzondere regeling ontbreekt wordt teruggevallen op deze algemene regeling te herkennen aan de
woorden ‘wettelijk voorschrift’ (in materiële zin).
Facultatief recht: Dit recht geldt niet tenzij een regelgever of bestuursorgaan zegt dat het wel geldt. Ook wel
optioneel recht dus. Afd 3.4 is facultatief, 3:10 awb.
HOOFDSTUK 3: BESTUUR EN BESTUURDEN
Alleen belanghebbenden kunnen een aanvraag tegen een besluit indienen. Art 1:3 lid 3 jo. Art 1:2 awb
Ook voor het instellen van een beroep tegen de bestuursrechter en bezwaar maken tegen een besluit van een
bestuursorgaan is vereist dat je een belanghebbende bent. Art. 8:1 jo. 7:1 awb.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat: centraal regeerde staat met lagere onderdelen die elk een eigen
bestuursorganisatie en mate v zelfstandigheid hebben maar kunnen alleen afgeleid gezag uitoefenen.
Territoriale decentralisatie: afgeleid gezag wat alleen op eigen territorium gebruikt mag worden. > Organen
van Gemeenten / provincies.
Functionele decentralisatie: Afgeleid gezag wat op bepaalde terreinen van de wet uitgeoefend mag worden. >
UWV
Functioneel EN Territoriaal: Waterschappen. Zij zijn belast met de waterstaatkundige verzorging van de
waterstaataangelegenheden binnen een bepaald territoriaal gebied.
De voordelen van decentralisatie is dat er snel beslissingen kunnen worden genomen omdat
gedecentraliseerde organen dichter op de burgers staan.
Nadelen zijn dat er minder democratische controle is door vergevorderde decentralisatie. Vooral bij niet
democratische organen zoals de wethouders in de gemeente.
Openbaar lichaam: Een aantal organen dat samen een gemeenschapsband vormt > Territoriale openbaar
lichamen: Staat, provincies en gemeenten.
Elk openbaar lichaam heeft (globaal) Een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter
Provincie: Provinciale staten (algemeen bestuur), College van gedeputeerde staten (dagelijks bestuur) en de
commissaris van de koning(in) (voorzitter)
Gemeente: Gemeenteraad (algemeen bestuur), College van burgermeester en wethouders (dagelijks bestuur)
en burgemeester (voorzitter).
Staat: Staten-Generaal (algemeen bestuur), Regering (dagelijks bestuur) en Minister-President (voorzitter).
Functionele openbare lichamen (art 134 GW): Bijv. de Nederlandse orde van advocaten
De term openbaar lichaam is voornamelijk staatrechtelijk v aard omdat t alleen gebruikt wordt voor de indeling
,vd staat maar geeft wel inzicht in de (globaal) vaste indeling vd bestuursorganen met dagelijks, algemeen
bestuur en voorzitter.
Art 2:1 awb: openbare lichamen hebben rechtspersoonlijkheid; dit betekent dat ze kunnen deelnemen aan het
privaatrechtelijk verkeer.
Rechtspersonen ‘Sui Generis’: Publiekrechtelijke rechtspersonen.
Bestuursorgaan art 1:1 Awb: lid 1 bevat de a-bestuursorganen: Een orgaan van een rechtspersoon die
krachtens publiekrecht is ingesteld. Lid 2 bevat de b-bestuursorganen wat een ander persoon of college
inhoudt die met enig openbaar gezag is bekleed.
A-bestuursorganen zijn dus rechtspersonen krachtens een bijzondere wet.
- Een privaatrechtelijke vorm zoals een bv,nv of een stichting kan dus nooit een a-orgaan zijn.
- Gebonden aan de Awb voor al hun handelingen!!!! Hoofdstukken 2 en 3 awb!!!
- Wanneer in een wetsartikel staat; er is een organisatie x en x bezit rechtspersoonlijkheid dan is er sprake van
een a-orgaan.
Als er in de wet niet bij staat dat ze rechtspersoonlijkheid bezitten of dat ze onderdeel zijn van … Zijn ze
meestal onderdeel vd staat.
B-bestuursorganen: privaatrechtelijke rechtspersonen of natuurlijke personen die iets van publiekrechtelijke
bevoegdheden hebben > stichting fonds voor de podiumkunsten die subsidies verstrekt op basis vd wet op het
specifiek cultuurbeleid.
- Alleen voor hun publiekrechtelijke bevoegdheden gebonden aan de awb !!!!
- Openbaargezagscriterium: deze instellingen kunnen publiekrechtelijke rechtshandelingen verrichten, zij
kunnen dus eenzijdig de rechtspositie (rechten en/of plichten) van een ander (natuurlijk persoon of
rechtspersoon) bepalen. Een wet moet de instelling deze publiekrechtelijke bevoegdheden geven om de
rechtspositie van andere rechtssubjecten te kunnen aanpassen. > Garagebedrijf wat apk-keuringen verricht (art
83 wegenverkeerswet 1994). Maar oook de Nederlandsche Bank en de VU voor zover zij
bestuursbevoegdheden bezit.
> B organen zijn meestal stichtingen en verenigingen.
In lid 2 van art 1:1 Awb staan de uitzonderingen wat iig geen bestuursorganen zijn.
Art 2:3 awb somt de privaatrechtelijke vormen van b-organen op: Verenigingen, coörporaties,
waarborgmaatschappijen, bv’s, nv’s en stichtingen.
Voor de inhoudsopgave van de AWB is een uittreksel van de BW 2 In art 1 Staat dat Stichtingen
Privaatrechtelijke rechtspersonen zijn.
Soms is er sprake van een buitenwettelijk b-bestuursorgaan dat bijv een stichting is die uitkeringen uitdeelt die
die gesubsidieerd krijgt vd overheid. Omdat deze geen wettelijke grond slag heeft lag dit in strijd met het
legaliteitsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel en dus verduidelijkt HR stichting bevordering kwaliteit
leefomgeving schiphol en HR stichting platform.
Noord holland en NV Luchthaven Schiphol vormen samen de stichting
Is er sprake van een bestuursorgaan? r.o. 5.1 markeren
Stichting is privaatrechtelijk (2:3 BW) maar het kan dan alsnog een bestuursorgaan zijn, Cumulatieve criteria:
In eerste plaats bestaat er alleen een b-orgaan door een wettelijke grondslag maar er bestaat een uitzondering
voor stichtingen die uitkeringen uitdelen aan de hand van subsidies. Er moet dan aan twee vereisten zijn
voldaan om van een buitenwettelijk b-bestuursorgaan te kunnen spreken.
1. De geldverstrekking moet in beslissende mate door één of meer A-organen zijn bepaald (inhoudelijk
, vereiste) > ‘beslissende mate’ wordt bepaald in hr stichting platform dat het a-orgaan geen zeggenschap hoeft
te hebben over de beslissingen in het individuele geval maar alleen bevoegd zijn om het bestuur vd stichting te
benoemen is dan weer onvoldoende. Is een A-orgaan de regels aan het opstellen verborgen in een B-orgaan?
2. Het geld moet voor tenminste 2/3 afkomstig zijn van EEN (of meerdere) a-orgaan (hoeft dus niet hetzelfde a-
orgaan te zijn als bij 1ste vereiste.
WERKGROEPOPDRACHTEN 1:
Beantwoord ter voorbereiding op het werkcollege aan de hand van het artikel “De Algemene wet bestuursrecht en de
terugtredende overheid" de volgende vragen:
Algemene vragen (hulpmiddel en houvast bij het lezen van een wetenschappelijk artikel):
1. Lees de titel, kopjes en eventuele samenvatting. Noteer enkele punten die u al over het onderwerp weet.
2. Lees het artikel globaal door. Beschrijf in 1 zin de hoofdgedachte van het artikel.
Tegen (bestuurs)handelingen en uitvoershandelingen van private partijen staat op dit moment geen beroep bij de
bestuursrechter open, waardoor er leemten in de rechtsbescherming dreigen te ontstaan.
De overheid trekt zich terug en privatiseerd haar publieke taken, waartegen geen/minder rechtsbescherming bij de
bestuursrechter bestaat voor burgers
3. Beschrijf in 2 zinnen de aanleiding voor het artikel.
Als gevolg van verschillende veranderingen in het moderne openbaar bestuur worden burgers en bedrijven steeds vaker
rechtstreeks in hun belang geraakt door feitelijke (bestuurs)handelingen en uitvoershandelingen van private partijen.
Tegen deze handelingen staat op dit moment geen beroep bij de bestuursrechter open, waardoor er leemten in de
rechtsbescherming dreigen te ontstaan.
Nederland is veranderd van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij, past onze awb daar nog wel bij?
4. Beschrijf in 1 zin de centrale vraag van het artikel.
Op welke manier kan er een oplossing worden gezocht voor leemten in de rechtsbescherming als gevolg van in de wet
gehanteerde vage normen die nadere uitleg door de rechter behoeven?
Nederland is veranderd van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij, past onze awb daar nog wel bij?
5. Beschrijf in 1 zin de conclusie van het artikel.
Er moet serieus nagedacht worden over invoering van de mogelijkheid tot het verkrijgen van een bindend
rechtsoordeel/verklaring voor recht, en/of het stellen van prejudiciële vragen.
6. Noteer 1 vraag die het artikel bij u oproept.
7. Noteer 1 punt dat u aansprak in het artikel.
Een belangrijke gemene deler is echter dat het moderne openbaar bestuur minder, of minder gedetailleerde, besluiten
neemt. Het gevolg is dat burgers steeds vaker rechtstreeks in hun belang worden getroffen door feitelijke handelingen en
andere handelingen waartegen geen beroep op de bestuursrechter openstaat.
Want de modern openbaar bestuur doet nu ook steeds vaker aan privatisering?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lizzykerkhof. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.58. You're not tied to anything after your purchase.