Hoe wordt de sociale ladder gevormd?
Componenten stratificatiesystemen:
➢ De manier waarop sommige goederen als waardevol/aantrekkelijk worden
gedefinieerd
➢ De manier waarop deze goederen over functies (beroepen) in de maatschappij
worden verdeeld
➢ De manier waarop mensen over deze functies worden verdeeld
Wat zijn waardevolle goederen?
Filmpje “wat is privilege”:
➢ Geld, Aanzien, Rechten, Gezondheid (Voedsel), Opleiding, Boeken – Seksuele
geaardheid, religie, etniciteit, gender, etc. geen dimensie!
➢ Kremer, Went & Boven (2014): Inkomen, Loon, Vermogen
➢ Lahelma et al. (2004): Opleidingsniveau, Sociale Klasse, Inkomen, Gezondheid,
Levensduur
➢ Andere voorbeelden: Toegang tot sociale voorzieningen, Liefde, Vriendschap, Geluk
Hoe delen sociologen groepen in van laag naar hoog?
=Op basis van beroepen
➢ Historisch
○ Marx: arbeidsrelaties bepalend voor verhoudingen in de maatschappij
➢ Methodologisch
○ goed te meten, ook retrospectief
○ zichtbaar in het sociale verkeer
➢ Nadelen:
○ niet iedereen heeft een beroep
○ beroep niet automatisch gerangschikt
Wat is een Sociale Klassenschema?
= Indeling van beroepen in (klein) aantal groepen op basis van een aantal objectieve
kenmerken, bijvoorbeeld:
➢ Eigenaar/zelfstandige versus loondienst
➢ Hand- versus hoofdarbeid
○ Manual vs non-manual; blue vs white collar
➢ Sector
➢ Moeilijkheid werk
○ Skilled versus unskilled, deels verwant met opleidingsniveau
➢ Leidinggevend versus ondergeschikt
Versies Klassenschema’s:
Modern EGP Klassenschema
➢ Ontwikkeld door Erikson, Goldthorpe & Portocarero
➢ Meerdere indelingsprincipes/criteria
➢ Meest gebruikt (maar er zijn er dus veel meer)
,Wat is een statusschaal?
Er zijn verschillende soorten:
➢ Prestigeschaal
➢ Sociaaleconomische statusschaal
➢ Indeling naar culturele en economische status
➢ Interactieschaal
Wat is een prestigeschaal?
Achterliggende idee:
➢ Aanzien in een samenleving van een beroep
Methode:
➢ Mensen worden gevraagd een aantal beroepen te ordenen van laag naar hoog
Wat zijn de voor- en nadelen van een prestigeschaal?
Voordelen:
➢ Grote overeenstemming beoordelaars (”Treiman-constant”)
○ Naar sekse, leeftijd, sociale en etnische groep
○ Naar tijdvak: grote stabiliteit over de tijd
○ Naar land: internationaal toepasbaar
Nadelen:
➢ Meet het echt zoiets als “aanzien in de samenleving”?
○ Gebruiken mensen niet gewoon hun kennis over objectieve criteria zoals
vereist opleidingsniveau en verkregen inkomen?
Wat is een sociaaleconomische statusschaal?
Achterliggende idee:
➢ Gericht op kennis en geld als de aantrekkelijke goederen die een beroep met zich
meebrengt (machtsmiddelen)
Methode:
➢ Gemiddelde opleidingsniveau en inkomen van beoefenaren van een beroep wordt
gemeten
Wat zijn de voor- en nadelen van een sociaaleconomische statusschaal?
Voordelen:
➢ Voorspelt beter dan een prestigeschaal
○ Grotere effecten voor veel te verklaren onderwerpen
Nadelen:
➢ Interpretatie lastiger
○ Eén score op basis van twee dimensies
Wat zijn de belangrijkste statusschalen?
➢ Prestigeschalen
○ Nederland: Van Heek 1956; Ultee & Sixma 1982 (U&S)
○ Internationaal: Treiman 1977 (SIOPS)
➢ Sociaal-economische statusschalen
○ Nederland: Klaassen en Luijkx 1987
○ Internationaal: Ganzeboom, De Graaf & Treiman 1992 (ISEI)
➢ Culturele en economische status
Aantal hoofdvragen van de stratificatiesociologie
➢ Hoe kunnen we de samenleving indelen in groepen van laag naar hoog?
○ Inkomen
➢ Hoe groot zijn de verschillen tussen laag en hoog?
○ CEO verdient 299 keer zo veel als een vakkenvuller
➢ Wat bepaalt wie hoog en wie laag komt?
○ Leeftijd; Familie-achtergrond? Opleidingsniveau? Etniciteit?
➢ Wat zijn de consequenties van sociale ongelijkheid?
○ Duur pak versus een half pak; Onvrede; Onbegrip
Wat zijn de consequenties van sociale ongelijkheid?
Twee soorten (nadelige) gevolgen:
➢ Micro:
○ Individuele levenskansen
○ Individuele levensstijlen
➢ Macro:
○ Maatschappij als geheel
Is sociale ongelijkheid een probleem?
Zijn gevolgen slecht/goed?
➢ Normatief (morele benadering):
○ Filosofen, redelijke consensus:
■ Geen toeval, maar verdienste (eerlijkheid, efficiëntie)
■ Gelijke kansen, niet geheel gelijke uitkomsten
➢ Mening bevolking
➢ Voer voor filosofen, politici, burger; Niet voor sociologen!
➢ Sociologen kunnen wel gegevens aanleveren op basis waarvan de maatschappij een
mening kan vormen.
➢ Objectief (instrumentele benadering):
○ Micro-gevolgen
■ Inzicht geven in verschillen tussen laag en hoog
○ Macro-gevolgen
■ Meer criminaliteit, minder sociale mobiliteit, meer stress, minder
sociale cohesie, etc.
● Voor iedereen, dus ook bovenkant ladder!
● Maar let op: causaliteit lastig vast te stellen
HC2: Leefstijlen
Wat bedoelen we met een “leefstijl”?
= Een reeks van samenhangende gedragskeuzes die een sociale positie symboliseren en
herkenbaar maken.
Wat is de consequentie van sociale positie voor iemands leefstijl?
Leefstijltheorie heeft hier een idee over:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahr3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.01. You're not tied to anything after your purchase.