Nederlands hoofdstuk 19 communicatie Argumentatieleer
Overtuigen
Iedereen wil invloed uitoefenen. Je kunt ook zeggen iedereen wil zijn zin krijgen, iedereen
wil dat er naam hem geluisterd wordt.
beïnvloeden
Om je zin te krijgen kun je anderen bedreigen, manipuleren, chanteren of geweld
uitoefenen. Deze manieren om je zin te krijgen zijn misschien effectief, maar we hebben in
onze samenleving gelukkig met elkaar afgesproken dat ze onethisch zijn, onbeschaafd zelfs.
Het gebruik van onethische overtuigingsmiddelen is dan ook verboden: er staan wettelijke
straffen op.
Standpunt, argumenteren en betoog
Als je met taal probeert een andere te overtuigen, ben je aan het argumenteren. Je
standpunt ‘’kinderopvang moet gratis worden’’ voorbeeld van standpunt is dat waar je de
ander van wil overtuigen in jouw betoog. Andere woorden voor standpunt zijn: mening,
visie, opvatting, stelling, claim of conclusie.
Argumenten zijn uitspraken die een mening of standpunt ondersteunen, of juist aantonen
dat een (andere) mening onjuist is. Woorden als omdat, want, aangezien en immers geven
aan dat er een argument volgt. Alle argumenten bij elkaar noem je de argumentatie, het
betoog of de redenering.
Tegenargument en weerlegging
Wanneer je de argumentatie van een ander wilt aanvallen, kun je gebruik maken van
tegenargumenten en weerlegging.
Een tegenargument is een uitspraak die laat zien waarom een standpunt onjuist of minder
aanvaardbaar is. Bijv ‘’vaccineren moet helemaal niet verplicht worden, want iedereen moet
zelf kunnen bepalen wat er met zijn of haar lichaam gebeurt’’.
Met een weerlegging ontkracht je een argument. Je laat zien dat het argument onjuist of
onaanvaardbaar is.
Kortom: een tegenargument richt zich op dus op een standpunt; Een weerlegging richt zich
op een argument.
Met tegenargumenten en weerlegging leg je de zwaktes van een argumentatie bloot.
Feiten en niet-feiten
Een uitspraak kan feitelijk zijn of waarderend zijn. Van een feitelijke uitspraak is vast te
stellen of hij waar is dan wel onwaar, bijv: ‘’de lucht die we inademen bestaat voor 78% uit
stikstof en 20% uit zuurstof’’.
Van een waarderende uitspraak is dat niet vast te stellen; het behelst een oordeel van wat
goed of slecht, mooi of lelijk is. bijv: ‘’je hoort je aan de spelregels te houden’’.
, Zowel standpunten als argumenten kunnen feitelijk of waarderend zijn. Feitelijke uitspraken
worden eerder aanvaard dan niet feitelijke uitspraken.
Oplossen en beslechten
Als mensen het oneens zijn, dan zijn er twee manieren om uit een meningsverschil te
komen: ze kunnen het meningsverschil oplossen en ze kunnen het beslechten.
Een verschil van mening is opgelost als beide partijen na een gesprek of discussie akkoord
gaan met een gemeenschappelijke oplossing. De oplossing geeft een (nieuw) standpunt
waarin beide partijen zich voldoende herkennen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller indybman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.87. You're not tied to anything after your purchase.