VOC: Verenigde Oost-Indische Compagnie:
- Monopolie en soevereine rechten --> op oorlog voeren, rechtspraak, vrede sluiten --> was grote politieke
speler. (monopolie zorgde voor beheersing van prijzen en soevereine rechten zorgden voor de
bescherming van hun handelsbelangen)
-Financiering: opgericht door rijke donateurs +- 6,5 miljoen gulden startkapitaal
-Hadden veel aanzien en maakte indruk: grote schepen met veel opvarenden, zeevarenden maar ook
soldaten. Kwamen vaak uit omstekende landen omdat de VOC een relatief hoog loon betaalde.
-Uitgestrekt handelsimperium
-Unieke positie in delen van Azië --> Nederlandse kooplieden waren de enige niet-Aziatische kooplieden
die hier handel mochten drijven.
WIC: West-Indische Compagnie:
-Niet gemonopoliseerd uiteindelijk belangrijker + winstgevender dan VOC
-Trans-Atlantische driehoekshandel: belang nijverheidsproducten
- Handel met Noorden ook belangrijk: Walvisvaart (vet, olie, zeep) uit de poolzee
- Rond IJsland: Kabeljauw visserij (belangrijk deel Europees dieet)
- Canada: Hudsons Bay beverhuiden (had invloed op gehele populaties bevers en zorgde voor
nauwe verbondenheid van markten).
Kenneth Pomeranz: ‘The great divergence”
Theorie van Pomeranz over de verschillen van welvaart in de wereld. Hij stelt dat de industriële revolutie
en overzeese expansie Europa vooruit heeft getild in de tijd (welvaart x tijd).
Bestaat uit 2 aspecten: land en kolen.
‘Grote hoeveelheid land’ ‘Resource trap’ ‘Welvaart’: dit bepaald het plafond voor welvaart. Heb jij
meer land meer resources meer geld/mensen/economie/arbeid etc.
Europese grootmachten begonnen het plafond te verhogen door overzeese gebieden te koloniseren.
Plantages voor de resources, Europeanen waren niet geschikt voor het werk sluiten zich aan bij
bestaand slavensysteem in Afrika. (eerste NL slaventocht: 1771)
,Tweede aspect van the great divergence: toegang tot kolen (dicht onder de grond dus makkelijk te mijnen)
- Europa vooral in Engeland kickstart naar de industriële revolutie.
Combi van toegang tot land en welvaart is volgens Pomeranz een stap naar grotere welvaart.
Robert C. Allen: ‘the british industrial revolution in global perspective’
-Tegenstander van Pomeranz
-Oppert dat voor de expansie de lonen in Engeland al hoog waren en ze goedkope energie kosten hadden
en dat dit het economisch rationeel maakte om goedkopere energie te gebruiken ipv dure arbeiders.
-de industriële revolutie was het resultaat van unieke factoren en niet kan worden verklaard door één
enkele oorzaak.
Jan Luiten van Zanden: ‘the long road to the industrial revolution’
-Oppert dat opleidingsniveau en human capital invloed had op het ontstaan van industriële revolutie
-industrialisatie was een lang en complex proces dat wortels had in pre-industrieel Europa en beïnvloed
werd door institutionele veranderingen, internationale handel, kennis, vaardigheden en ervaring die
mensen in staat stelden bij te dragen aan economische groei.
Joel Mokyr: ‘A culture of growth’
-zegt dat de verlichting zorgde voor industriële revolutie culturele en intellectuele transformatie
beïnvloedde niet alleen de maatschappij maar ook de economie grotere nadruk op innovatie en
technologische vooruitgang die leidde tot de industriële revolutie.
Samenvatting:
De VOC had een monopolie en soevereine rechten op handel. De WIC was niet gemonopoliseerd maar
winstgevender door Trans-Atlantische driehoekshandel + handel met Noordelijk gebied. The Great
Divergence stelt dat Europa’s overzeese expansie welvaart bracht en de oorzaak was van de industriële
revolutie door het combineren van toegang tot land en kolen. Robert C. Allen en Jan Luiten van Zanden
betwisten deze theorie en stellen dat unieke factoren, zoals human capital oorzaken waren voor de
industriële revolutie. Joel Mokyr stelt dat de verlichting intellectuele transformatie teweegbracht die
leidde tot de IR door de nadruk op innovatie en technologische vooruitgang.
, Hoorcollege 2: Reformatie en Expansie, David Onnekink
De macht van de pen: ‘communicatiereformatie’
Martin Luther (1483-1546) Sola Fide, Sola Scriptura : alleen het geloof, alleen het
schrift (woord) is belangrijk. Wijkt af van de katholieken en stond voor een
priesterschap van alle gelovigen (je hebt de kerk niet nodig om gelovig te zijn
revolutionaire gedachte). Hij stelde de vraag ‘waar berust de autoriteit?’
Hoofdgedachte: Hervorming van de katholieke kerk, die zich had afgekeerd van de
ware leer van het christendom zoals dit beschreven stond in de Bijbel, het geloof in God en de schriften in
de bijbel waren belangrijker dan kerkelijke rituelen. Zijn 95 stellingen worden beschouwd als een mijlpaal
in de geschiedenis van het Christendom.
Revolutionair?
Wordt enerzijds revolutionair beschouwd doordat Luther de rol van de kerk ontneemt en ziet als iets
overbodigs, ook zet hij aan tot secularisatie (scheiding kerk en staat) anderzijds waren zijn ideeën
vergelijkbaar met die van Johannes Hus en John Wycliffe (laat 14 e eeuws).
Lutherbijbel was in eigen taal en niet in Latijn, maar dit werd ook al voor Luther gedaan.
Door zich af te zetten tegen het verleden probeerden protestanten hun identiteit als bijbelbevrijders te
creëren.
Boekdrukkunst: protestantisme is meer succesvol in steden met een drukpers boekdrukkunst stuwde de
reformatie.
Historiografisch debat:
-Eisenstein stelt dat de drukpers de oorzaak is van de reformatie, of is het juist andersom? Wittenberg stelt
dat de drukpers succesvol werd door de reformatie omdat deze een ‘doel’ kregen.
-Pettegree stelt dat Luther commercieel succesvol was door een aantal zaken:
-hij maakte korte vlugschriften (makkelijk te lezen)
-herkenbare teksten
-in het Duits
-herkenbare titelpagina die mooi voor het oog was
-Luthers naam trok veel publiek en stond op de titelpagina
-hadden illustraties (aantrekkelijk voor het oog) .
Hij zegt dus dat de reformatie van Luther zowel een theologische maar ook commerciële revolutie was.
De reformatie verspreid ook buiten Europa:
-katholicisme verspreide eerder + hun kerk was gecentraliseerd dus maakte het makkelijker
-gebruikten jezuïeten, waren goed geschoold en georganiseerd (werden in 1534 opgericht door
Spanjaarden als reactie op de reformatie om de katholieke kerk te helpen hervormen en om het
christendom te verspreiden door middel van onderwijs en missionarisactiviteiten)
Robert Woodberry: ‘the missionary roots of liberal democracy’
-stelt dat het verspreiden van het protestantisme dmv drukpers heeft geleid tot moderne liberale
democratieën zoals die in de VS en Canada. Dit komt door de verspreiding van principes en waarden die
ten grondslag liggen aan de vorm van dit bestuur. (Ergens plausibel maar zijn boek is niet goed
onderbouwd en genuanceerd)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller zhollermann. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.