100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting biologie hoofdstuk 5 havo 3 erfelijkheid en evolutie $4.45   Add to cart

Summary

Samenvatting biologie hoofdstuk 5 havo 3 erfelijkheid en evolutie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Level

biologie hoofdstuk 5 havo 3 erfelijkheid en evolutie

Preview 2 out of 5  pages

  • March 23, 2023
  • 5
  • 2022/2023
  • Summary
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
Hoofdstuk 5 – erfelijkheid en evolutie – aant. in de les

Basisstof 1 - Genotype en fenotype

In een lichaamscel zit een celkern. In elke celkern zitten 46 chromosomen, deze bestaan vooral uit
DNA. In elke cel van jouw lijf zit 2 meter DNA. In je DNA is informatie opgeslagen voor je erfelijke
eigenschappen. DNA heb je door je ouders, er is een eicel en spermacel bij elkaar gekomen cel met
elk 23 chromosomen, samen wordt dit een bevruchte cel en hierin zit allerlei informatie hoe jij moet
worden. In elke cel (in de baby) zit dezelfde informatie. Een groot deel van je karakter zit in je DNA.
De stukjes DNA die samen de informatie bevatten voor een eigenschap, vormen een gen. Alle genen
samen, bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen. Dit allemaal samen heet het
genotype, en dit ontstaat dus op moment van bevruchting. Welke genen actief zijn hangt af van waar
de cel zich in het lichaam bevindt. In levercellen zijn bijv. genen actief die ervoor zorgen dat cellen gal
produceren.

Je fenotype zijn al jouw zichtbare kenmerken, zoals de oogkleur. Maar ook eigenschappen zoals, de
bloeddruk. Je kunt je fenotype bijv. veranderen door je haar te verven, maar je genotype (de kleur
van je haar die je altijd had) is dus nog steeds hetzelfde.

Mensen hebben in elke cel, 46 chromosomen.

Basisstof 2 – Chromosomen

Chromosomen komen in paren voor, je hebt dus 23 paren
chromosomen in een celkern. Beide chromosomen van een
paar bestaan uit dezelfde genen en bevatten dus informatie
voor dezelfde erfelijke eigenschappen.

Bij het 23e chromosomenpaar staat geen nummer maar ‘XX’
dat zijn de geslachtschromosomen. Bij een vrouw zijn
geslachtschromosomen gelijk aan elkaar, en daarom 2
X-chromosomen. Bij een man zijn de geslachtshormonen
verschillend en heten ze XY-chromosomen.

In een geslachtscel zitten geen 46 chromosomen, maar 23.
Het maken van de geslachtscellen ontstaat door een
speciale celdeling: de meiose. Hierbij worden de
chromosomen verdeeld over de
dochtercellen(geslachtscellen). Daarbij krijgt elke geslachtscel 1 chromosoom van elk
chromosomenpaar.

Bij de bevruchting versmelten de kern van een zaadcel en een eicel met elkaar. De 23 chromosomen
van de zaadcel en 23 van de eicel komen bij elkaar in de kern van de bevruchte eicel. De kern van de
bevruchte eicel bevat weer 46 chromosomen die 23 paren vormen. Van elk chromosomen paar is 1
chromosoom afkomstig van de moeder en 1 van de vader.

Basisstof 3 – genen en allelen

Chromosomen bestaan voor een groot deel uit de stof DNA. DNA is opgebouwd uit basen: A,T,C en
G. A en T vormen een paar en C en G. Eén zo’n paar noem je een basenpaar. Doordat de basenparen
van DNA in een volgorde liggen, ontstaat er een code met informatie. Een gen (een stukje voor één
eigenschap) vertelt een cel wat die moet doen. De basenparen die samen nodig zijn voor eigenschap,
vormen een gen. Genen bevatten informatie voor het maken van eiwitten. Een allel/gen variant is

, een variant van een gen/de info in de gen. 2 allelen van een gen noem je een allelenpaar. Mutatie is
een plotselinge verandering van het genotype doordat een chromosoom beschadigd kan raken,
waardoor erfelijke eigenschappen kunnen veranderen. Er zijn dan een of meer allelen
gemuteerd(veranderd). Een organisme waarbij een mutatie zichtbaar is in het fenotype noem je een
mutant. Vb. een albino, dan is het lichaam niet in staat melanine (pigment) te vormen.

Het DNA kan beschadigd raken door straling en chemische stoffen. Dit heten mutagene invloeden.

De snelheid waarmee celdelingen in het lichaam plaatsvinden, wordt geregeld door het DNA. Maar
soms gaan cellen zich ongeremd delen. Dit wordt veroorzaakt door mutaties in genen die betrokken
zijn bij het regelen van de celdeling, dan ontstaat er een gezwel of tumor. Je hebt goedaardige en
kwaadaardige tumors, een kwaadaardige tumor groeit snel en verstoort de bouw van de weefsel.
Een kwaadaardige tumor wordt kanker genoemd. Als er cellen van de tumor terecht komen in het
bloed of in de lymfe en uiteindelijk in andere lichaamsdelen terechtkomen en zich ook gaan delen en
er tumoren komen heet dat uitzaaiing.

Basisstof 4 – de evolutietheorie

De ontwikkeling van het leven op aarde waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen heet
evolutie. De evolutietheorie is vooral ontwikkeld door Charles Darwin. En gaat uit van een periode
van miljoenen jaren, variatie in genotypen, natuurlijke selectie en het ontstaan van nieuwe soorten.
Meeste planten en dieren planten zich geslachtelijk voort, hierbij ontstaat variatie in genotype. Ook
door mutaties kan dit. Als dit gebeurt kan het leiden tot nieuwe fenotypen.

Sommige organismen krijgen veel nakomelingen. Niet alle organismen hebben een even grote
overlevingskans. Kikkers met een afwijkende gezondheid of kleur worden eerder gevangen door
roofdieren. Organismen die dus gezond en sterk zijn en een goede schutkleur hebben, hebben een
grotere overlevingskans. Dit noemde Darwin natuurlijke selectie.

Van dieren/organismen die een grotere overlevingskans hebben, zullen waarschijnlijk veel
nakomelingen in leven blijven en zich voortplanten. Door geslachtelijke voortplanting ontstaan
steeds nieuwe genotypen, en omstandigheden veranderen keer op keer.

Een soort als geheel heeft een grotere overlevingskans als bij deze soort veel verschillende
genotypen en fenotypen voorkomen. Als het klimaat veranderd, en er binnen een soort veel variatie
is in geno- en fenotypen, zijn er waarschijnlijk ook organismen bij met eigenschappen die gunstig zijn
in het nieuwe klimaat. Als die zich voortplanten geven ze hun genen door aan hun nakomelingen. Als
alleen de organismen met de nieuwe, afwijkende vorm blijven bestaan, is de soort veranderd.

Er kunnen ook beide vormen naast elkaar blijven bestaan.

Verschillende vormen van een soort kunnen gescheiden rakendoor bijv. een rivier, bergen, ijs,
woestijn. Dan kunnen de 2 vormen steeds meer van elkaar gaan verschillen.

Basisstof 5 – Geschiedenis van het leven op aarde

In gesteentelagen worden soms fossielen aangetroffen, dat zijn versteende overblijfselen van
organisme of afdrukken van organismen in gesteente. Ze ontstaan als de rest van organismen
worden bedekt door sedimenten (lagen zand/klei). Als dit snel gebeurt, krijgen bacteriën en
schimmels niet de tijd om de resten helemaal af te breken, dan verstenen de sedimenten en het
fossiel blijft bewaard. Meestal liggen de jongste gesteentelagen het dichtst aan de oppervlakte, en
oudere dieper. Soms laten fossielen zien dat soorten veranderen. De geschiedenis van het leven op
aarde wordt verdeeld in tijdperken en worden verdeeld in perioden.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller celynevp. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.45. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81397 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.45
  • (0)
  Add to cart