100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Techniek en Heelal $6.97
Add to cart

Summary

Samenvatting Techniek en Heelal

 26 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting (hfst. 7,8, 9 en 10) helpt jou om het tentamen techniek en heelal in het eerste jaar van de pabo te halen. Het omvat alle stof die gevraagd wordt op het digitale tentamen.

Preview 3 out of 20  pages

  • No
  • 7, 8, 9. en 10
  • March 23, 2023
  • 20
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Techniek samenvatting
H 7, 8, 9 en 10 van het boek ‘natuur en techniek geven’



Hoofdstuk 7 Materialen en verschijnselen

 Molecuul
Het kleinste deeltje van een stof die alle eigenschappen heeft van die stof.
Een molecuul is opgebouwd uit nog kleinere deeltjes: atomen (zuurstof, waterstof, stikstof,
koolstof, ijzer, goud).

 Atomen
Bestaan uit 3 kleinere deeltjes: elektronen, protonen en neutronen.

 Verschil molecuul en atoom
Een molecuul bestaat uit meerdere atomen. Deze kunnen van dezelfde soort zijn of van
verschillende soorten atomen. Een atoom is een bouwsteen en bestaat uit 1 element.

 Aggregatiefase
De aggregatiefase van een stof is hoe de stof er in zuivere vorm uit kan zien. De meest
bekende fasen zijn: vaste stof, vloeistof en gas.
 Water kan in de vaste stof (ijs), vloeistof (water) en gas (waterdamp) voorkomen.
Tussen de fasen zijn overgangen die we smeltpunt noemen (vast gaat dan over in vloeistof)
en kookpunt (vloeibaar gaat dan over in gas: de vloeistof verdampt).
 Als een gas condenseert wordt het weer vloeibaar, als een vloeistof stolt wordt het
weer vast.
 Als een vaste stof direct in gas overgaat heet dat sublimeren. En andersom als een
gas direct overgaat in een vaste fase dan heet dat rijpen of depositie.

Ook glas wordt een aggregatiefasen genoemd.

Aggregatiefasen gelden altijd voor een zuivere stof en bij een bepaalde temperatuur en
luchtdruk. Water kookt normaal bij 100 graden en bevriest bij 0 graden. Maar in ijle lucht
kookt water veel eerder dan bij 100 graden.

 Massa, volume en dichtheid
1. Een voorwerp heeft een massa: het gewicht van een hoeveel materie. Massa wordt
uitgedrukt in kilogram en is NIET afhankelijk van temperatuur en druk.

2. Volume geeft aan welke ruimte en voorwerp in beslag neemt. Het volume van een
hoeveelheid stof is WEL afhankelijk van de temperatuur en druk. Volume kun je
meten en wordt uitgedrukt in m3.

3. De dichtheid van een stof geeft aan hoeveel massa een bepaald volume van deze stof
bevat. -> Ijzer heeft een grotere dichtheid dan plastic. De dichtheid wordt uitgedrukt

1

, in kg/m3. Dichtheid is samengesteld uit volume en massa. Omdat volume afhankelijk
is van temperatuur en druk, is de dichtheid DIT OOK. Bij het vergelijken van
dichtheden is het dus noodzakelijk dit te doen onder dezelfde omstandigheden.



Water
Bijna 70% van de aarde is bedekt met water.
Het is de enige stof in de natuur die in alle drie de fases (vast, vloeistof en gas) voorkomt.
Water heeft een groot oplossend vermogen maar sommige stoffen lossen NIET op in water.
Lichtere stoffen zoals olie drijven op water.

Water heeft bij 4 graden zijn grootste dichtheid. Water kouder dan 4 graden zet uit en water
warmer dan 4 graden ook.
 Ijs is dus lichter dan water en blijft daarom drijven.
 Water in de natuur bevriest van boven naar beneden. Eerst aan de oppervlakte, dan
pas de diepte in.
 In diepere sloten isoleert de ijslaag daarbij het vloeibare water eronder. Het zwaarste
water (bij 4 graden) zakt naar de bodem. Daarin blijft leven onder water mogelijk.

Watermoleculen trekken elkaar een beetje aan en stoten bepaalde stoffen af. Daarom blijft
water ook in een druppel aan de kraan hangen en zie je waterdruppels op een auto.
Het lijkt alsof er een soort vliesje over het wateroppervlak ligt. Dit noemen wij
oppervlaktespanning.

Of iets blijft drijven of zinken heeft dus te maken met de dichtheid van de stof waarvan het
voorwerp is gemaakt en de vorm.
 Stoffen met een dichtheid kleiner dan die van water blijven drijven. Denk aan olie,
piepschuim, houtsoorten.
 Stoffen met een dichtheid groter dan die van water zullen zinken.
 Heeft een stof dezelfde dichtheid als water dan blijft die zweven.

Drijven of zinken wordt niet alleen door dichtheid bepaalt maar ook door de vorm van het
voorwerp.
 Een bonk van 20 kg ijzer zinkt als een baksteen, in de vorm van een boot.
 Een vat kan 20 kg ijzer blijven drijven. Dat komt door de opwaartse druk onder water.

Opwaartse kracht
Opwaartse kracht is het tegenovergesteld van zwaartekracht.
Onder water weegt alles een stuk minder dan erbuiten.
Een plastic bal  veel volume, maar weinig massa. Als je die onder water drukt en hem
loslaat schiet hij door de opwaartse kracht het water uit.
 Een walvis kan blijven drijven in het water door de opwaartse kracht.

In de natuur zijn 4 fundamentele krachten waar alle andere krachten van zijn afgeleid




2

, 1. Sterke kernkracht: de kracht die de protonen en neutronen in de kern van een atoom
bij elkaar houdt. Als je die kracht kunt vrijmaken, zoals kernenergie, komt er enorm
veel energie vrij.
2. Elektromagnetische kracht: de kracht waarmee elektronen aan de kern van een
atoom zijn gebonden.
3. Zwakke kernkracht: krachten die een rol spelen bij het uiteenvallen van atomen.
4. Zwaartekracht: die alle materie op grotere schaal bij elkaar houdt.
Soorten krachten:
 Veerkracht (indrukken en uitrekken)
 Spankracht (gespannen kabels)
 Spierkracht (optillen en indrukken)
 Magnetische kracht (magneet trekt metalen aan of magneten stoten elkaar af)
 Wrijvingskracht


Zwaartekracht
Alle lichamen trekken elkaar aan met massa.
Het zwaarste lichaam trekt het hardst.
Zo trekt de aarde aan alles wat erop staat, ligt of beweegt.
Het is de overheersende kracht tussen aarde en maan en in ons zonnestelsel.
Het bepaalt de banen waarmee planeten om onze zon en manen om planeten als Aarde en
Jupiter draaien.
Een reden dat zwaartekracht niet overal even sterk is, is dat de aarde niet helemaal rond is.
Op de polen is de zwaartekracht iets groter doordat deze dichter bij het middelpunt van de
aarde liggen.

 Zwaartekracht hangt in eerste instantie af van de massa.
Hoe groter de massa des te sterker de onderlinge aantrekkingskracht.
Op de veel kleinere maan is de zwaartekracht een stuk kleiner waardoor een
vreugdesprongetje daar al snel een record hoogspringen oplevert.
 Zwaartekracht hangt ook af van de afstand.

Krimpen of uitzetten
 Stoffen zetten meestal uit als ze warmer worden.
 Als water afkoelt, krimpt het volume tot het 4 graden heeft bereikt. Daaronder zet
het water weer uit.

Magnetisme
De aarde is een grote magneet doordat de magmastromen in de aarde veel ijzer bevatten.

Energie
 Stroming, geleiding en straling zijn de 3 mogelijkheden voor energietransport in de
vorm van stoffen (stroming en geleiding door direct contact) of in de vorm van golven
(straling).

Stroming


3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenroodenburg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.97  3x  sold
  • (0)
Add to cart
Added