De aantekeningen van alle hoorcolleges die je nodig hebt voor deeltentamen 2 (inclusief het samenvattingscollege) met plaatjes uit de slides om de tekst wat duidelijker te maken. Zelf heb ik met deze aantekeningen een 7,5 gehaald voor het tentamen. Het bevat H9, 11, 14, 16 en 17.
Immunologie Hoorcollege 9
B cellen (h9)
Somatische recombinatie → b cellen maken zoals ze zijn
Hoe worden de b cellen geactiveerd bij een infectie? Door met een BCR te binden aan een
antigen. Zonder processing. Hij heeft een coreceptor (complement receptor, CR), die
herkent het als de complement op het pathogeen zit. Als het geobsoniseers/gefixeerd is op
de oppervlakte. → zorgt voor een sterkere signalering. De b cel is heel gevoelig voor lagere
hoeveelheden antigen door de CR.
Thymus dependent → afhankelijk van CD4 t cellen, hoge affiniteit, en switchen van
constante regio’s (isotype switching)
Thymus independent → niet afhankelijk van CD4 t cellen, lage affiniteit, en IgM als isotype.
Geen normale b respons.
Eerst IgM → germinal center ofwel secundaire centers.
Dan komt AID → die doet iets met DNA.
AID causes (die krijg je door de t helper cel, en de reactie van CD40 met CD40L)
1. Isotype switching (in de constante regio, wat eigenlijk niet te maken heeft met
antigen binding)
2. Somatic hypermutation → affiniteit maturation (in de variabele domeinen)
Isotype switching
IgG - IgM - IgD - IgA - IgE
Als je naïeve b cellen maakt, hebben ze
IgM en IgD omdat dit vlak na het VDJ
gebied zit. Tijdens een immuunrespons
gaan we switchen van een isotype. Dan
krijg je IgG IgA of IgE. IgM en IgD
worden er dan dus uitgeknipt
De aanwezige cytokines.. hebben
invloed op welk isotype wordt uitgeknipt.
De T cellen maken deze.
,Hyper Mutaties
AID zorgt ervoor dat er puntmutaties komen in de variabele
domeinen. Rood gebied. Als je iets gaat muteren, verander je
iets. Je verandert de mate waarin iets kan binden → de
affiniteit kan beter, maar ook slechter worden, waardoor er
ook een soort selectie moet plaatsvinden.
Dat gebeurt in de germinal centers met de folliculaire
dendritische cellen. De FDC → presenteert ziekten. Bij lage
affine (door mutatie) → gaan ze door omdat ze niet kunnen
binden aan de FDC.
Zorgt voor affiniteitsmaturatie → b cellen worden door deze
processen beter van affiniteit.
memory b cellen
→ die houden hun b cel receptor op de oppervlakte maar zijn geen IgM of IgD meer. Maar
van de andere vormen.
Wat heeft dit als consequentie? → (de memory cells) bij de eerste aanraking met pathogeen
→ eerst IgM na een week ga je al IgG maken. Als je een tweede keer geïnfecteerd wordt →
boost van IgG.
IgM → lage affine
IgG → hoge affine
Probleem: (alleen IgM maken bijvoorbeeld)
, Uitzondering op de regel
De thymus independent responses.
→ een sterke b cel receptor met een Toll like receptor
Pathogenen met suikers
Suikers zijn repetitief → bcr die echt die suikers kan herkennen gaat super vaak binden
omdat er heel veel binding sites zijn.
Samenvatting overtypen
Function of immunoglobulin isotypes
Belangrijkste functies van antilichamen → neutralisatie (pathogeen niet naar binnen kan
komen) en opsonisatie (door complement en antilichamen, plakken aan het pathogeen,
doordat er receptoren zijn, kunnen macrofagen of granulocyten pathogenen opeten of met
complement)
, We hebben meest IgG en minst IgE (want deze plakt gelijk aan een receptor, dus
concentratie in het serum heel laag)
IgM is veel groter dan de andere → waarom is dat? → is geen enkel immunoglobuline maar
het zijn er 5 aan elkaar geplakt, waardoor deze zwaarder is. Het is een pentameer, met 10
interacties. Daarnaast heeft die een lage affiniteit → maar als je 10x kan binden, heb je toch
een redelijk oke affiniteit (op de B cel wel gewoon een enkele!!)
IgM
De belangrijkste functie is complement activatie. Verder is IgM niet heel belangrijk.
IgG
ideaal isotype, want het kan van alles. Heeft een hele hoge affiniteit, kan heel goed
neutraliseren, kan complement activeren, Er zijn receptoren voor IgG en het kan heel goed
de weefsels binnen komen. Voor IgG veel FC receptoren → daarom goed opsoniseren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller madeliefvandenent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.41. You're not tied to anything after your purchase.