Internationaal Belastingrecht en Dividendbelasting (3312IIX3VY)
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
Jordyf18
Reviews received
Content preview
Vragen MC 2019
Vraag 1
De heer Domingo, inwoner van Spanje, is commanditair vennoot in een commanditaire vennootschap (CV). De
CV is niet een ‘open CV’ in de zin van art. 2, derde lid, onderdeel c. AWR. De CV drijft, via de in Nederland
wonende beherend vennoot, een onderneming in Nederland, vanuit het haar ter beschikking staande pand in
Haarlem. Is de heer Domingo in Nederland buitenlands belastingplichtig?
a. Nee, want hij heeft geen vaste inrichting in Nederland.
b. Nee, want hij heeft geen aanmerkelijk belang in de CV.
c. Ja, want hij is medegerechtigd tot het vermogen van de CV en de onderneming wordt gedreven met behulp
van een vaste inrichting in Nederland.
d. Ja, want het pand wordt geacht tot het vermogen van een Nederlandse onderneming te behoren.
Vraag 2
De in Italië woonachtige ondernemer Ber Lusconi is regelmatig in Nederland om de markt te verkennen. Hij
verblijft dan in verschillende hotels. Als hij toch in Nederland is, verhandelt hij wel eens Nederlands onroerend
goed. Is de heer Lusconi alhier buitenlands belastingplichtig?
a. Ja, want hij beschikt over een vaste inrichting.
b. Niet voor de marktverkenning, maar wel voor zijn onroerend goed.
c. Het vraagstuk bevat onvoldoende gegevens om de vraag met zekerheid te kunnen beantwoorden.
d. Zijn onroerend goed is een vaste inrichting en ook de ondernemingswinst moet daaraan worden
toegerekend.
Vraag 3
Waarom bevat het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 limieten voor de verrekening van buitenlandse
bronbelasting?
a. Omdat de buitenlandse belastingtarief vaak hoger is dan het Nederlandse tarief.
b. Anders zou het Bvdb leiden tot teruggave van belasting.
c. Teneinde te voorkomen dat meer buitenlandse belasting wordt verrekend dan de in Nederland over het
buitenlandse inkomen verschuldigde belastingbedrag.
d. Om rekening te houden met verliezen.
Vraag 4
X Ltd – een passieve financieringsvennootschap naar het recht van Guernsey waarvan alle aandelen worden
gehouden door een in Engeland wonende particulier – bezit alle aandelen in de in Nederland gevestigde
vennootschap X BV. Het aandelenbezit in X BV vormt voor X Ltd een aanmerkelijk belang in de zin van art. 17,
lid 3, onderdeel b Wet VPB 1969. X Ltd heeft een rentedragende lening verstrekt aan X BV. De door X BV aan X
Ltd betaalde rente:
a. Kan in Nederland niet worden belast;
b. Kan in Nederland worden belast met inkomstenbelasting;
c. Kan in Nederland worden belast met vennootschapsbelasting;
d. Kan in Nederland worden belast met een bronheffing op interest.
, Vraag 5
De doorschuifregeling in art. 11 Bvdb 2001 is gunstig voor de belastingplichtige.
a. Dit is onjuist.
b. Dit is juist.
c. Dit is juist indien de belastingplichtige over inhaalverliezen beschikt.
d. Dit hangt af van de omstandigheden van de belastingplichtige.
Vraag 6
Stichting Pensioenfonds A is een in Nederland gevestigd, van vennootschapsbelasting vrijgesteld
pensioenlichaam in de zin van art. 5, lid 1, onderdeel b Wet VPB 1969. Zij bezit alle aandelen in de in Nederland
gevestigde vennootschap B BV. B BV keert dividend uit onder inhouding van 15% dividendbelasting. Deze
dividendbelasting:
a. Vormt voor Stichting Pensioenfonds A geen voorheffing maar een eindheffing aangezien zij niet aan
vennootschapsbelasting is onderworpen;
b. Wordt op verzoek van Stichting Pensioenfonds A aan haar teruggegeven aangezien zij niet aan
vennootschapsbelasting is onderworpen;
c. Wordt op verzoek van Stichting Pensioenfonds A verrekend met een fictieve aanslag
vennootschapsbelasting;
d. Had niet door B BV mogen worden ingehouden aangezien Stichting Pensioenfonds A niet aan
vennootschapsbelasting is onderworpen.
Vraag 7
A BV is een naar Nederlands recht opgerichte vennootschap waarvan de feitelijke leiding is verplaatst naar
Luxemburg. Voor de toepassing van het belastingverdrag tussen Nederland en Luxemburg wordt A BV
beschouwd inwoner te zijn van Luxemburg.
a. A BV blijft te allen tijde verplicht om in Nederland aangifte vennootschapsbelasting te doen.
b. A BV wordt volledig vrijgesteld van het doen van aangifte vennootschapsbelasting in Nederland;
c. A BV heeft de keuze of zij in Nederland dan wel in Luxemburg aangifte vennootschapsbelasting wil doen;
d. A BV blijft in beginsel verplicht om in Nederland aangifte vennootschapsbelasting te doen, maar de
inspecteur kan besluiten dat A BV dat niet langer hoeft.
Vraag 8
In het marketmakerarrest HR 6 april 1994, BNB 1994/217 verkocht een in Luxemburg gevestigde vennootschap
aan een in Engeland gevestigde marketmaker een aantal dividendbewijzen Koninklijke Olie voor dividenden die
ten tijde van die verkoop wel waren gedeclareerd maar nog niet betaalbaar waren, voor een prijs van ongeveer
80% van de bruto nominale waarde van die dividendbewijzen. Het oogmerk van deze transactie was om:
a. De Nederlandse dividendbelasting in Luxemburg te kunnen verrekenen;
b. De Nederlandse dividendbelasting te verlagen op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en het
Verenigd Koninkrijk;
c. Niet-verrekenbare Nederlandse dividendbelasting te vervangen door wel-verrekenbare Engelse
dividendbelasting;
d. Geen van de bovenstaande antwoorden is juist.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jordyf18. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.10. You're not tied to anything after your purchase.