Dit is een samenvatting van het vak Bedrijfsprocesses (Accounting). Het vak wordt gegeven in het 1ste jaar KMO-management KdG door Geerits Liesbet en Huylenbroeck Sabine. Voor dit examen behaalde ik 15/20.
LET OP! Deze samenvatting is voor het 2de deelexamen in periode 2 of 4!
UITDIEPING KLASSE 1
1. OPRICHTING EENMANSZAAK OF VENNOOTSCHAP
KENMERKEN
EENMANSZAAK VENNOOTSCHAP
→ Geen aparte rechtspersoonlijkheid → Contract tussen 1 of meer vennoten
→ Enkelvoudige boekhouding → Elke vennoot: inbreng geld/natura/knowhow/arbeid
→ 1 handelaar (man/vrouw) → Dubbele boekhouding
→ Personenbelasting (progressief): hoe hoger de winst → Vennootschapsbelasting: 25%
hoe zwaarder je wordt belast → Verschillende vennootschapsvormen
→ Eigen rechtspersoonlijkheid: onderneming heeft
zelfstandig schulden en bezittingen, en dus eigen
afgescheiden vermogen
VOOR- EN NADELEN
EENMANSZAAK
VOORDELEN NADELEN
→ Beheer: beslissingsmacht en bestuur: 1 persoon → Financiële risico’s: geen scheiding privé- en
→ Formaliteiten: minder administratieve en bedrijfsvermogen, onbeperkte aansprakelijkheid
boekhoudkundige verplichtingen → Bestaansduur: overlijden/ziekte van eigenaar
→ Oprichting: geen bankattest, geen oprichtingsakte, betekent einde van de onderneming
geen financieel plan → Investeringen: zelf financieren
→ Onafhankelijkheid, flexibiliteit, snel beslissen → Fiscaal statuut: minder aantrekkelijk
VENNOOTSCHAP
VOORDELEN NADELEN
→ Beperkte financiële risico’s: duidelijke scheiding → Formaliteiten: meer administratieve en
privé- en bedrijfsvermogen & beperkte boekhoudkundige verplichtingen
aansprakelijkheid tot hun inbreng → Oprichting: bankattest, financieel plan, authentieke
→ Bestaansduur: overlijden/ziekte van eigenaar akte nodig
betekent niet het einde van de onderneming
→ Investeringen: Verschillende personen kunnen
middelen samenbrengen
→ Fiscaal statuut: voordeliger dan eenmanszaak
BESLOTEN VS NAAMLOZE VENNOOTSCHAP
BESLOTEN VENNOOTSCHAP (BV) NAAMLOZE VENNOOTSCHAP (NV)
Oprichters Minimum 1
Kapitaal Geen kapitaalvereiste, wel voldoende Min. € 61 500
aanvangsvermogen
Financieel plan Minimuminhoud wettelijk vastgelegd
Akte Notariële akte
Aansprakelijkheid Beperkt tot inbreng van de aandeelhouder
Overdracht aandelen Mogelijkheid voor vrije overdraagbaarheid Aandelen zijn vrij overdraagbaar.
aandelen. Minstens ‘1 aandeel met 1 stem’ Minstens ‘1 aandeel met 1 stem’
Uitkeringen Vervangen door balans- en liquiditeitstest Huidige regeling blijft behouden
Bestuur/beheer 1 of meer bestuurders 1 of meer bestuurders. OF duaal
bestuur: raad van bestuur & toezicht
Stemrecht aandeelhouders Verplichte gelijkheid aandelen afgeschaft. Meervoudig stemrecht mogelijk.
Vrijheid omvang rechten te bepalen Beursgenoteerd: dubbel stemrecht
verbonden aan inbreng. voor loyale aandeelhouders mogelijk.
,2. KMO-FINANCIERING
OPRICHTING VENNOOTSCHAP
→Financieel plan: geeft een overzicht van de inkomsten en uitgaven gedurende minstens 2 jaar. Hieruit moet blijken
dat de onderneming over voldoende toereikende middelen beschikt om in normale omstandigheden
levensvatbaar te zijn.
→ Inhoud = wettelijk vastgelegd
→ Failliet binnen 3 jaar → rechtbank bekijkt of financieel plan voldoende onderbouwd is om eventueel
aansprakelijkheid vast te stellen
→ Vreemd vermogen: schulden > 1 jaar en schulden ≤ 1 jaar
→ Eigen vermogen: storting in contanten of inbreng van natura door eigenaar(s) (permanent ter beschikking)
→ Inbreng in goederen: goederen (auto, gebouw,…) worden permanent ter beschikking gesteld
→Deze goederen zijn onderworpen aan de risico’s van de onderneming en kunnen er
registratierechten van toepassing zijn
→ Inbreng van knowhow: waardering door bedrijfsrevisor
→ Inbreng van arbeid: waardering door bedrijfsrevisor
→ Ontvangen van privé aandelen → belastingen op betalen!
→ Wat doen als het eigen vermogen negatief is?
→ Winst maken, kapitaal verhogen, bestuurder/zaakvoerder neemt zelf verlies privé ten laste
3. EIGEN VERMOGEN
→ Inbreng (10/1)
Financieringsmiddelen die door de ondernemer(s)/aandeelhouder(s)
bij oprichting of bij latere verhoging permanent (beschikbaar) of
tijdelijk (beschikbaar) aan de onderneming ter beschikking werden gesteld.
→ NV: verplicht minimum inbreng door aandeelhouders
→ Herwaarderingsmeerwaarden (12)
Niet-gerealiseerde herwaarderingsmeerwaarden op materiële en financiële vaste activa.
→ Reserves (13)
Het vermogen dat ontstaat door de winsten die niet door de ondernemer opgenomen worden en in de onderneming
blijven = niet-uitgekeerde winsten
→ Onbeschikbare reserves (130/1) = kan je enkel aan met toestemming van bedrijfsrevisor!!
- Wettelijke reserves
- Statutaire onbeschikbare reserves
- Inkoop eigen aandelen
- Financiële steunverlening
- Overige
→ Belastingvrije reserves (132) = gerealiseerde meerwaarden op activa en de winsten die vrijgesteld zijn van
belastingen, voor zover ze in het vermogen van de onderneming behouden blijven.
→ Beschikbare reserves (133) = reserves waarover de Algemene Vergadering kan beschikken bij gewone
meerderheid.
→ Overgedragen winst/verlies (14)
Overgedragen winst/verlies waaraan op het einde van het boekjaar nog geen definitieve bestemming werd gegeven.
Winsten van het huidige boekjaar en voorgaande boekjaren die niet verdeeld of gereserveerd werden. Verliezen die
niet gecompenseerd werden door afnemingen op de reserves of het kapitaal.
→ Kapitaalsubsidies
Overheidssteun aan de ondernemingen in het kader van investeringen in vaste activa die de onderneming heeft
gefinancierd met eigen middelen.
, 4. VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN
→ Voorzieningen voor risico’s en kosten (160/5)
Kosten of verliezen die op balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, maar waarvan het bedrag nog niet vaststaat.
→ Als het bedrag vaststaat spreken we over een schuld. Het bedrag wordt dan als een schuld geboekt
Voorbeelden:
- Rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen (160)
- Belastingen (161)
- Periodiek grote herstellings- of onderhoudswerken (162)
- Hangende juridische geschillen, verbintenissen tot aan- of verkoop van vaste activa (163)
𝒌𝒐𝒔𝒕𝒑𝒓𝒊𝒋𝒔 − 𝒓𝒆𝒆𝒅𝒔 𝒈𝒆𝒗𝒐𝒓𝒎𝒅𝒆 𝒗𝒐𝒐𝒓𝒛𝒊𝒆𝒏𝒊𝒏𝒈
VOORZIENING BEREKENEN → 𝒏𝒐𝒈 𝒕𝒆 𝒍𝒐𝒑𝒆𝒏 𝒕𝒊𝒋𝒅
→ Voorzieningen voor hangende geschillen (164)
Voorbeelden:
- Leveranciers: betwistingen over ontvangen leveringen
- Klanten: betwistingen over de kwaliteit van de geleverde goederen, het tijdstip van de goederen
- Werknemers: betwistingen over ontslagpremie
VOORZIENING VOOR EEN RECHTZAAK!!
5. SCHULDEN
→ Vreemd vermogen: financieringsmiddelen afkomstig van derden zoals banken, leveranciers, overheid, fiscus, RSZ,
privépersonen en ondernemingen
In de balans wordt een onderscheidt gemaakt tussen de rubrieken:
- Schulden of vreemd vermogen met een looptijd van > 1 jaar (17)
- Schulden of vreemd vermogen met een looptijd van ≤ 1 jaar (42-48)
→ Kredietinstellingen (423 en 430 → 173)
Schulden > 1 jaar die binnen het boekjaar vervallen moeten onder de rubriek 423 geboekt worden.
6. SITUERING KLASSE 1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MvrS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.02. You're not tied to anything after your purchase.
