Samenvatting humane wetenschappen basiscommunicatie
Communicatie kan gezien worden als een uitwisseling van symbolen en betekenissen. Communicatie
beschrijven als informatieoverdracht tussen 2 of meer personen doet afbreuk aan alle interactionele
processen die erbij komen kijken.
De wijze waarop men communiceert, bepaalt grotendeels de kwaliteit van relaties die onderhouden
worden. Dit geldt voor beide gesprekspartners: beide brengen hun wijze van communicatie in de
relatie. deze wijze van communiceren is gekleurd door hun persoonlijkheid, hun waarden en normen,
hun ervaringen, hun wensen en behoeften,…
Daar tegenover staat dat de relatie de communicatie op zijn beurt bepaald. Professionele
communicatie verschilt van communicatie in het gewone leven in die zin dat professionele
communicatie een welbepaald doel dient, nl. de goede zorg voor de patiënt. Een passende
beroepshouding is onontbeerlijk voor communicatie binnen een professionele context vereist
persoonlijke ontwikkeling van sociale vaardigheden.
In communicatie zijn er drie types van vaardigheden te onderscheiden. Deze vaardigheden zijn
belangrijk voor professionele communicatie:
1) Inhoudelijke vaardigheden: wat communiceer je?
2) Procesvaardigheden: hoe communiceer je in functie van de relatie?
3) Zelfwaarnemingsvaardigheden: in hoeverre ben je je bewust van jouw sociale vaardigheden?
Communicatievaardigheden kunnen resulteren in een effectievere communicatie voor zowel
therapeut als patiënt waarbij de analyse van het gezondheidsprobleem, alsook de behandeling ervan
nauwkeuriger en efficiënter worden. Tegelijkertijd ondervindt de patiënt steun, en wordt de
samenwerking tussen therapeut en patiënt bevorderd. M.a.w. een goede communicatie staat in voor
betere gezondheidszorg, met naast een betere gezondheidstoestand van de patiënt, een grotere
tevredenheid voor zowel patiënt als therapeut.
Men spreekt van communicatie, wanneer iemand via informatieoverdracht iemand anders
beïnvloedt. Een eenvoudige manier om communicatie te verhelderen, zijn de schema’s van Oomkes
en Remmerswaal. Zij stellen voor, om communicatie te doordenken vanuit drie of vijf kernvragen:
Wie? Zegt wat? Hoe? Tegen wie? Met welk effect?
Het model van Oomkes is een eenvoudige en schematische weergave van communicatie en stelt
communicatie voor vanuit drie kernvragen: Wie? Zegt wat? Tegen wie?
Bij het communiceren wordt informatie overgedragen en dit noemt men de boodschap. De persoon
die de boodschap aan de ander overdraagt wordt de zender genoemd, degene die de boodschap
ontvangt noemt men de ontvanger.
Het model van Oomkes stelt dat communictie een gebeuren is dat zich afspeelt tussen 2 individuen
die afwisselend als zender en ontvanger fungeren.
Bij ‘ruis’ is er sprake van het hanteren van verschillende symbolen en betekenissen. Externe ruis zijn
die factoren die de ontvanger afleiden en hierdoor de communicatie verstoren. Om deze ruis te
beperken, zet de docent het best enkele ramen open. Ruis kan ook optreden doordat er iets niet
goed is met de communicatiekanalen. Het juiste begrip van de overgebrachte informatie kan ook
worden belemmerd door interne factoren van de ontvanger. Dit wordt interne ruis genoemd. De
ontvanger kan bijvoorbeeld onjuiste verwachtingen hebben met betrekking tot de boodschap,
geëmotioneerd zijn of te weinig voorkennis hebben over het onderwerp. Hij kan ook afgeleid zijn
,door eigen gedachten. Elke communicatie sluit met terugkoppeling of feedback met andere woorden
de ontvanger antwoordt zowel verbaal als non-verbaal op de boodschap.
Oomkes stelt dan ook dat communicatie een continu, circulair proces is en dat communicatie zowel
bewust als onbewust kan plaatsvinden. Belangrijk hierbij is ook het begrip ‘context’. Hiermee verwijst
Oomkes naar de situatie waarin de interactie zich afspeelt: waar gebeurt de uitwisseling, wie is er
nog aanwezig, wat is er aan de interactie voorafgegaan, wat zal er volgen?
Om tot het model van Remmerswaal te komen zal eerst het model van Laswell en Shannon
toegelicht worden. Laswell stelt voor om communicatieproblemen te doordenken vanuit vijf
kernvragen: wie? Zegt wat? Hoe? Tegen wie? Met welk effect?
Shannon voegt aan dit schema twee begrippen toe: encodering en decodering. Met encodering
wordt bedoeld dat de zender zijn boodschap vertaalt in een daartoe geëigende symbolische vorm,
meestal de spreektaal, maar ook gebarentaal en dergelijke. Met decodering wordt het omgekeerde
bedoeld: de symboolvorm wordt ‘ontcijferd’ en terug vertaald in een bepaalde betekenis. Het
schema van Shannon ziet er als volgt uit:
In dit schema komt echter het verschil tussen boodschap (wat er gecommuniceerd wordt) en kanaal
(hoe er gecommuniceerd wordt) niet helder genoeg tot uiting. Daarom geeft Remmerswaal de
voorkeur aan een combinatie van de twee schema’s:
De zender wenst een bepaalde informatie te communiceren; hij is de bron van de boodschap. De
informatie wordt geëncodeerd, dat wil zeggen het wordt vertaald in bepaalde symbolen. Deze
boodschap brengt hij over via een bepaald medium dat tevens het kanaal bepaalt en dat de signalen
overbrengt. Terwijl de signalen het kanaal passeren, zijn ze gevoelig voor storende invloeden. Zo’n
storing word meestal aangeduid met de term ‘ruis’ (noise). De ontvanger neemt de signalen inclusief
de ruis waar. Hij decodeert (ontcijferd) de signalen die hij een bepaalde betekenis geeft (effect):
interpretatie van de boodschap.
Communicatie is zelden een eenvoudig lineair proces.
De vormingshoek wordt onder andere veroorzaakt doordat informaties of signalen vaak meervoudig
te interpreteren zijn.
De kloof tussen wat de zender bedoelt en wat de ontvanger denkt dat de zender bedoelt, wordt niet
zo vaak bepaald door woordgebruik, grammaticale vaardigheid, e.d. maar vaker door emotionele en
sociale bronnen van ‘ruis’. Selectieve waarneming kan ook een rol spelen: men hoort slechts die
gedeelten van de boodschap die men verwacht te horen. Ten slotte wordt het zuiver interpreteren
, van een boodschap nog eens extra bemoeilijkt door het feit dat elke boodschap twee aspecten heeft:
een inhouds- en een betrekkingsaspect .
In het dagelijks spraakgebruik wordt over communicatie meestal simpel gedacht: ieder
communiceert of probeert dat; sommige begrijpen deze communicaties, anderen niet. En men
communiceert, om een ander iets mee te delen: informatie, gevoelens, eisen of argumenten.
De simpele alledaagse visie laat heel wat vragen onbeantwoord. Antwoorden op zulke vragen
kunnen pas worden gevonden, als communicatie anders wordt opgevat dan in het alledaags
spraakgebruik.
Veel mensen denken over communicatie vooral in termen van wat het hun oplevert: het uitwisselen
van informatie, het uiten van gevoelens, het stellen van eisen, het vernemen van nieuws etc. In zo’n
opvatting is communicatie ons gereedschap en hulpmiddel: het staat ons ten dienste en wij zijn er
meester van.
Communicatie wordt in het dagelijks leven vaak opgevat als een poging tot het beïnvloeden of
manipuleren van iemand anders. Daarbij denkt men al te snel dat de ander de gecommuniceerde
informatie wel zal accepteren en dienovereenkomstig zal handelen. Dit is echter eerder indoctrinatie
dan communicatie. Heel veel neveneffecten van communicatie zijn soms belangrijk dan de
inhoudelijke boodschap en dat communicatie heel wat meer functies heeft dan het overbrengen van
informatie alleen.
Communicatie is eerder op te vatten als interactie. Er wordt pas van communicatie gesproken
wanneer de ontvanger daar op een min of meer actieve wijze bij betrokken is. Er is pas interactie en
dus communicatie, wanneer beide partijen zich door elkaar laten beïnvloeden. Tegenover de meer
alledaags opvatting van communicatie als een eenrichtingsproces, wordt de wederzijdse
beïnvloeding en het interactionele karakter van communicatie benadrukt.
Pas door de reactie van persoon B, dus pas door de wisselwerking tussen persoon A en persoon B,
kunnen we spreken van communicatie. Toch heeft zelfde dit uitgebreider model nog een nadeel: het
kan een misleidende indruk wekken, dat alles in een bepaalde volgorde gebeurt. In werkelijkheid
vindt alles tegelijk plaats. In interpersoonlijke communicatie is elk persoon zowel zender als
ontvanger en zullen dit ‘zenden en ontvangen’ vaak gelijktijdig plaatsvinden. Men kan tegelijkertijd
spreken en aandachtig letten op de non-verbale reacties van de andere persoon.
Basistendenties binnen persoonlijkheid, the big five
De naam van dit persoonlijkheidsmodel slaat op de vijf karaktertrekken die het onderscheidt. Er zijn
duizenden woorden om een persoon te typeren. Deze hoeveelheid is te reduceren op basis van
synoniemen, en door het feit dat veel woorden naar eenzelfde persoonlijkheidstrek verwijzen.
Tenslotte zijn deze beschrijvingen d.m.v. statistische methoden onder te brengen in vijf grote
basistendenties: the big five. In dit model worden individuele verschillen gegroepeerd in vijf
onafhankelijke factoren, te weten extraversie; inschikkelijkheid (vriendelijkheid), zorgvuldigheid
(ordelijkheid), emotionele instabiliteit (neuroticisme), openheid (voor nieuwe dingen).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anneliekenaalden. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.