Samenvatting Applied Social Psychology - Social environment and behaviour (PSBE2-04)
Summary Applied social psychology / Samenvatting Sociale omgeving en gedrag (boek) RUG
Social Environment & Behaviour - A Summary 2021/2022 [PSBE2-04]
All for this textbook (8)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Sociale omgeving en gedrag (PSBA204)
All documents for this subject (15)
Seller
Follow
renskemarije
Content preview
Sociale Omgeving en Gedrag – samenvatting boek
Hoofdstuk 1 – Introduction to applied social psychology
Sociale psychologie speelt een belangrijke rol bij het oplossen en voorkomen van problemen wat
betreft attitudes, normen en waarden, gedrag en leefstijl. Het probeert de natuur en oorzaken van
het menselijk gedrag in sociale situaties te begrijpen. Om effectieve oplossingen te vinden moet er:
1. Begrepen worden welk gedrag het probleem veroorzaakt.
2. Onderzocht worden welke factoren/variabelen het specifieke gedrag beïnvloeden en waar
dus op gefocust moet worden.
3. Begrepen worden welke interventietechnieken beschikbaar zijn om gedrag te veranderen,
waarbij er gelet moet worden op welke interventies welk gedrag aanpakken.
4. Hierna kunnen deze technieken nog geëvalueerd worden.
Het basisprincipe is dat toegepaste wetenschappers hun focus moeten hebben op de delen
van het sociale probleem waarbij ze de grootste impact hebben op het verbeteren van de
problemen.
Defenition of applied social psychology
Toegepaste sociale psychologie is de systematische toepassing van sociaal psychologische
constructen, principes, theorieën, interventietechnieken, onderzoeksmethoden en
onderzoeksbevindingen om sociale problemen te begrijpen.
- Constructen = de bouwstenen van psychologische principes en theorieën. Een construct
verwijst naar een duidelijk gedefinieerd individueel kenmerk dat over het algemeen latent is
en dus niet direct waarneembaar is. Het kan worden beoordeeld door vragenlijsten of
interviews.
- Principe = verklaring van hoe een psychologisch proces werkt. Principes beschrijven de
basisprocessen van hoe mensen denken, voelen en handelen.
Foot-in-the-door techniek = eerst een klein verzoek, vervolgens op korte termijn een
groter verzoek. Als iemand eerst al in heeft gestemd met een kleiner verzoek gaan ze
sneller mee in het grotere verzoek.
Cognitieve dissonantie = verwijst naar een ongemakkelijke spanning wanneer
iemand tegelijkertijd 2 tegenstrijdige gedachten heeft, of gedrag dat in strijd is met
iemands waarden, overtuigingen of attitudes. Ze proberen dit te verminderen door
met nieuwe gedachten bijv. te komen.
Availability heuristic / beschikbaarheidsheuristiek = de waarschijnlijkheid of
frequentie van een gebeurtenis wordt beoordeeld op basis van het gemak waarmee
relevante gebeurtenissen in je op komen.
- Theorie = een geïntegreerde reeks principes die waargenomen gebeurtenissen beschrijft.
Theorieën geven verklaringen en helpen met het voorspellen van toekomstige
gebeurtenissen.
Fundamentele en toegepaste sociale psychologen verschillen in 2 belangrijke opzichten:
1. Fundamentele sociale psychologen zijn vooral geïnteresseerd in het ontwikkelen en
testen van theorieën. Ze doen met name onderzoek uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid.
Toegepaste sociale psychologen richten zich op het begrijpen en oplossen van de
problemen. Ze proberen bij te dragen aan het oplossen van sociale problemen. Ze hoeven
niet per se zelf onderzoek te doen, de beschikbare kennis kan soms voldoende zijn om een
interventie te maken.
2. Fundamentele sociale psychologen gebruiken een deductieve benadering. Ze beginnen
met een theorie en onderzoeken in hoeverre de theorie behulpzaam kan zijn.
1
, Toegepaste sociale psychologen gebruiken ene inductieve benadering. Beginnen bij een
sociaal probleem en onderzoeken welke theorie het beste helpt bij het begrijpen van dit
probleem.
Door fundamentele- en toegepaste sociale psychologie te combineren, leren onderzoekers
hoe maatschappelijke problemen kunnen worden opgelost en dragen ze tegelijkertijd bij aan
theorievorming en toetsing.
Sociaal-vergelijkingsperspectief = suggereert dat mensen vaker afwezig zijn van werk, omdat ze
denken dat minder vaak doen dan anderen of omdat ze denken dat ze slechter behandeld worden
dan hun collega’s.
Sociaal-dilemma perspectief = suggereert dat mensen vaker afwezig zijn van werk, omdat ze zich
niet verantwoordelijk voelen voor hun werk en vinden dat hun bijdrage aan de organisatiedoelen te
verwaarlozen is.
Wederkerigheidstheorie = suggereert dat mensen vaker afwezig zijn van werk wanneer ze het gevoel
krijgen dat ze meer investeren dan ze terugkrijgen.
Theoretische doorbraken in toegepast onderzoek:
Onderzoek over sociale vergelijking tussen vrouwen met borstkanker. Deze studie suggereerde dat:
1. Downward comparisons er is altijd iemand die het nog slechter heeft/er nog slechter aan
toe is.
2. Voor vergelijkingen met andere vrouwelijke borstkankerpatiënten was er geen contact met
een zo’n andere patiënt nodig (cognitively constructing).
3. Dit hielp vrouwen met borstkanker om te gaan met hun ziekte, doordat dit hun beter liet
voelen over hunzelf en hun eigen situatie. Hierdoor houden ze ook de positieve blik vanuit de
omgeving dat ze geen klager zijn.
Toegepaste doorbraken in fundamenteel onderzoek:
Verschillende experimenten hebben laten zien dat verliezen grotere impact hebben dan winsten. Of
iets als een verlies of winst wordt gezien hangt af van het referentiepunt dat gebruikt wordt.
- Loss aversion = mensen vinden iets verliezen veel vervelender dan dat ze het fijn vinden dat
ze iets winnen.
Overeenkomsten fundamentele- en toegepaste sociale psychologie:
1. Beide geïnteresseerd in het ontwikkelen en testen van theorieën.
2. Beide gebruiken ze wetenschappelijke methoden.
3. Beide gemotiveerd door dezelfde wetenschappelijke doelen.
4. Gebruiken beide dezelfde soort factoren bij het voorspelen van cognities en gedrag.
Basic and applied social psychology as science
De term wetenschap verwijst naar:
1. Vertrouwen op wetenschappelijke methoden.
Wetenschappelijke methoden gaan uit van empirische testen. Dit is het gebruik van
systematische observaties om voorstellen en ideeën te evalueren. De test moet het
idee zowel kunnen ondersteunen als weerleggen en de test moet zo gemaakt en
beschreven zijn dat hij repliceerbaar is.
2. Begeleiding door de kernwaarden van wetenschap.
Nauwkeurigheid = verzamel en evalueer informatie die zo nauwkeurig en foutloos
als mogelijk is. Onbetrouwbare maatregelen kunnen leiden tot foutieve conclusies
geen effect.
Objectiviteit = bias minimaliseren bij het verkrijgen en evalueren van de data. Bijv.
als onderzoeker niet het gedrag van het proefpersoon beïnvloeden.
2
, Scepticisme = bevindingen pas als nauwkeurig beschouwen wanneer deze keer op
keer door de gegevens worden geverifieerd. Herhaling is belangrijk!!
Ruimdenkendheid/open-mindedness = accepteer bewijs als geldig, zelfs als het niet
in overeenstemming is met iemand aanvankelijke overtuigingen en theorieën. Dus
als het niet de validiteit van je theorie aantoont, maar de data weerlegt juist je
theorie, ook dan accepteren!
De Ethical principles of psychologists and code of conduct – American Psychological Association (APA)
verwijst naar de ethische verantwoordelijkheden van psychologen. Sommige onderdelen hiervan zijn
van specifiek belang voor sociaal psychologen:
- Deception/misleiding = moet waar mogelijk worden vermeden. Mag alleen worden gebruikt
voor een hoger ethisch doel.
- Informed consent = deelnemers van het onderzoek moeten goed geïnformeerd worden over
het doel van het onderzoek en hier een betekenisvolle geïnformeerde toestemming voor
geven.
- Invasion of privacy = de privacy van de deelnemers moet worden gerespecteerd.
- Debriefing = de deelnemers moet achteraf worden verteld hoe het onderzoek is gegaan of
andere vragen vanuit de deelnemers.
4 hoofddoelen in wetenschap:
1. Description/beschrijving = het identificeren en specificeren van de details en natuur van een
fenomeen.
2. Prediciton/voorspelling = hiervoor is het nodig om te weten welke factoren systematisch in
verband staan met het fenomeen dat onderzocht wordt. Voorspellen helpt bij het begrijpen
van het fenomeen.
3. Causaliteit = zorgt verandering in de ene factor ook voor veranderingen in een andere factor.
4. Explanation/uitleg
Individuele factoren = intra persoonlijke karakteristieken en processen. Denk aan cognitieve
processen, emoties.
Sociale factoren = behoren tot het effect van de meningen en acties van andere mensen op iemands
gedrag, gedachten en gevoelens. Het gedrag van een individu wordt sterk beïnvloedt door sociale
situaties.
Situationele factoren = gaat over contextuele factoren die ons gedrag en gedachten kunnen
beïnvloeden.
Culturele factoren = gaat over de culturele normen en waarden die invloed hebben op de cognities,
gevoelens en gedrag. Cultuur kan worden geschreven als een systeem van gedeelde meningen,
percepties en geloven door mensen van eenzelfde groep.
Biologische factoren = het effect van biologische factoren op gedrag, gevoel en gedachten. De
evolutionaire psychologie stelt dat we veel ontwikkelde psychologische mechanismen hebben die
ons helpen overleven en reproduceren.
Al deze factoren interacteren met elkaar.
Features of applied social psychology
Toegepaste sociale psychologen hebben hun focus op het verbeteren van de kwaliteit van mensen
hun leven. Verschillende groepen hebben verschillende meningen over wat kwaliteit van leven is. Dit
hangt af van ieders eigen waarden. Toegepaste sociale psychologen volgen een probleem
georiënteerde, inductieve benadering. Hier past vaak niet maar 1 theorie, interventietechniek of
onderzoeksmethode bij.
Er is geen onderzoeksmethode superieur aan anderen. Elke onderzoeksmethode heeft zijn sterkte en
zwakte punten.
3
, Theory of normative conduct (theorie van normatief gedrag) = stelt dat gedrag wordt beïnvloed
door dwingende normen (= de mate waarin gedrag wordt verondersteld algemeen te worden
goedgekeurd of afgekeurd) en beschrijvende normen (= de mate waarin gedrag als algemeen wordt
ervaren).
Externe validiteit in hoeverre zijn de resultaten uit de studie te generaliseren.
Interne validiteit de mate waarin je met zekerheid kan zeggen dat de gevonden causale relatie
niet kan worden uitgelegd door andere externe factoren.
Toegepaste sociale psychologen onderzoeken vaker door middel van field settings (= natuurlijke
setting waar mensen wonen, werken, etc.) dan fundamentele sociale psychologen. Ze zijn dus meer
geneigd om quasi-experimentele of correlationele designs te gebruiken. Deze soorten
onderzoeksmethoden zijn vaak hoog in externe validiteit.
Individuele informatie schijnt effectiever te zijn in het veranderen van gedrag dan massa
mediacampagnes, omdat de informatie aangepast wordt aan de voorkeuren en behoeften van het
specifieke individu
Effect size = de sterkte van het verband tussen 2 variabelen.
Veel toegepast onderzoek wordt uitgevoerd voor een cliënt of bedrijf. Hierdoor hebben toegepaste
sociale psychologen een deadline wanneer het onderzoek klaar moet zijn. Fundamentele sociale
psychologen hebben veel meer vrijheid in het plannen. Hierdoor hebben onderzoekers van toegepast
onderzoek dus misschien minder tijd om alles goed na te gaan.
Roles of applied social psychologists
3 hoofdrollen voor toegepaste sociale psychologen:
1. Onderzoeker
2. Consultant
3. Policy advisor/beleidsadviseur
De onderzoeker:
1. Allereerst moeten de antecedenten (voorgeschiedenis) van het gedrag dat de sociale
problemen veroorzaakt onderzocht worden.
2. Het evalueren van de effecten van interventies op cognities en gedrag.
3. Toegepaste sociale psychologen kunnen de effecten van interventies op sociale problemen
en de individuele kwaliteit van leven evalueren.
De consultant:
Misschien wel de meest voorkomende rol van een toegepast sociaal psycholoog. Een consultant
helpt individuen, groepen, organisaties of gemeenschappen met het oplossen van bepaalde
problemen waar zij tegenaan lopen. Ze geven bijvoorbeeld training in ontwikkeling, coaching,
managing, marketing, publieke relaties en communicatie. Ze assisteren of adviseren cliënten om hun
prestatie, verschijning of kwaliteit van leven te verbeteren.
Policy advisor/beleidsadviseur:
Ze adviseren beleidsmakers waarbij gefocust wordt op het veranderen van cognities en gedrag om
hierdoor sociale problemen op te lossen. Ze helpen organisaties bij het ontwikkelen van interventie
programma’s. In de rol van beleidsadviseur moet de toegepast sociaal psycholoog goed samen
kunnen werken met wetenschappers uit andere disciplines (ander vakgebied) die ook betrokken zijn
bij het maken van het beleid.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller renskemarije. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.