Gezondheid (volgens WHO): staat van compleet fysiek, mentaal en sociaal welzijn (niet
alleen de aanwezigheid of afwezigheid van ziekte).
Pro-DSM
Ziek of gezond? Modellen:
- Categorisch (gezond/ziek) – Typologisch (gezond en ziek beetje overlappend) –
Gradueel (overgang van gezond naar ziek).
- Gradueel is toepasbaar bij:
o Stemming/emoties.
o Cognitie.
o Gedrag.
o Lichaam.
o De gezonde populatie in een continuüm met normale deviatie.
Belangrijke vragen bij de ontwikkeling:
- Zijn afwijkingen (onschuldige) variaties van menselijk gedrag of toch ziektes?
- Waar komt de diagnose vandaan?
- Wat zijn de gevolgen daarvan?
- Is iemand gebaat bij de diagnose?
Hoe classificeren? 4 terreinen van de nosologie (indeling van ziektes):
- Etiologie: ontstaansfactoren (bv. genen, neurotransmitters, trauma).
- Pathogenese: onderliggende / in standhoudende factoren (bv. cognitieve bias,
klassiek/operant leren, sociale skills).
- Epidemiologie: verspreiding / prevalentie (per geslacht, leeftijd, cultuur).
- Symptomen/syndromen: clusters te observeren / uit te vragen (voor diagnose).
2 patiënten met antisociale persoonlijkheidsstoornis volgens DSM, maar andere symptomen:
- Patiënt A Angstig, vroeg opgepakt, kort lontje, beïnvloedbaar,
drugsafhankelijkheid, impulsief vechten.
- Patiënt B Gebrek aan angst, geen empathie, vroeg opgepakt, leider van een
bende, verkoopt drugs, doelgericht vechten.
- Waarom?
o Verkeerde classificatie (sociale angststoornis of verslaving) OF comorbiditeit.
Anti-DSM
, Voorbeeld van een kind waarvan de symptomen
overlappen met veel stoornissen. Het probleem is
dat één DSM-diagnose het niet voldoende omvat.
Het is dus nooit ideaal gedefinieerd.
Dan kun je wel meerdere diagnoses stellen, maar
die zullen ook niet helemaal goed gedefinieerd
zijn.
Denken in hokjes is vaak niet voldoende.
Voorbeelden van oplossingen voor wanneer in hokjes denken niet voldoende is:
- Overkoepelende persoonlijkheidsconstructen (trans-diagnostische
persoonlijkheidsdimensies).
o Internaliserend vs. externaliserend.
Internaliserend omvat dimensies distress (o.a. bij depressie en GAD)
en angst (bij sociale fobie, paniekstoornis, etc.).
Externalisatie: heterogene mix van trekken, gedragingen en
stoornissen Extreme beloningsgevoeligheid, hostiliteit en reactieve
agressie, lage impulscontrole.
O.a. bij middelenmisbruik, conductstoornis, antisociaal gedrag.
o Piramidevorm (elke dimensie heeft een gedeelde genetische vatbaarheid).
o Dit is zelfs gemaakt door makers van DSM!
- Cognitieve neuropsychologie.
o Omgeving/genetica brein cognitie gedrag.
o Relatie tussen symptomen en cognitie.
Bv. conductstoornis via minder empathie, of juist via slechte
besluitvorming?
Je zit dus op symptoomniveau (los gedrag) en niet syndroomniveau
(stoornis).
o Dezelfde cognitieve afwijkingen in meerdere stoornissen.
o Niet verankerd in persoonlijkheidsleer.
- Computationele psychiatrie.
o Probleem; cognitie is hypothetisch construct (kan je niet zien of vastpakken).
o Oplossing; cognitie als rekenwerk (mathematische vertalingen van cognitieve
mechanismen; dus geen ‘sommetje’).
Optimaal vs. afwijkend gedrag (waarom? nabootsen met formule).
o Stappen:
Computatie, toepassing op meting van patiënten, detectie in
subgroep, validatie door uitkomstvoorspellingen (precisie medicatie).
o Focus op brein en afwijkingen in cognitieve mechanismen.
,Psychopathologie
Hoorcollege 2 – Eetstoornissen
Prevalentie van anorexia nervosa (AN), boulimia nervosa (BN) en binge eating disorder
(BED):
- AN: 1-4%
- BN: 1-2%
- BED: 1-4% (mannen: 1-3%)
o Waarschijnlijk wel grootste groep
- AN & BN meer bij bepaalde beroepsgroepen & bij vrouwen
- BED 50-50 man-vrouw (maar meer vrouwen zoeken hulp)
Anorexia nervosa in DSM-5:
- Te weinig eten waardoor significant laag (lager) gewicht.
- Intense angst voor gewichtstoename of dik worden.
o OF: voorkomen van gewichtstoename.
- Verstoord lichaamsbeeld en lichaamsbeleving.
o OF: ontkenning ernst ondergewicht.
- Types:
o Beperkende type lijnen, vasten, overmatig bewegen.
o Purgerende type vreetbuien, vasten, braken, laxeren, overmatig bewegen.
AN Differentiaal diagnostiek en co-morbiditeit:
- Differentiaal diagnostiek:
o Medische aandoening (ter verklaring gewichtsverlies)
o Depressie, bipolaire stoornis
o Schizofrenie
o Sociale fobie
o Obsessief-compulsieve stoornis
o Body dysmorphic disorder
o Boulimia nervosa
- Co-morbide problemen:
o Depressie, angst
Depressie komt heel vaak voor, maar vaak hersteld nadat calorie-
tekort is opgelost!
o Obsessief-compulsieve patronen, perfectionisme
o PTSS
o Lage zelfwaardering
o Middelenmisbruik, slaapstoornissen
, AN Complicaties:
- Lichamelijke complicaties braken:
o Imbalans elektrolieten (magnesium, calcium, kalium, etc.)
o Beschadiging slokdarm, nieren, tanden
- Lichamelijke complicaties laxeren:
o Beschadiging darmen
o Tekort voedingsstoffen
o Imbalans elektrolieten
o Uitdroging
- Lichamelijke complicaties ondergewicht:
o Lage lichaamstemperatuur, lage bloeddruk, lage hartslag, slechte
doorbloeding
o Osteoperose, droge huis, broze nagels
o Lanugo (extra beharing om warmte vast te houden)
- Neuropsychologische complicaties ondergewicht:
o Slechte concentraties
o Beperkt denken
o Affectieve vervlakking
o Gedrukte stemming
AN Verloop:
- Hoge mortaliteit.
o 5-15% overlijdt: ondervoeding / suïcide
- Behandeling erg moeizaam.
o 40-50% herstelt, 30% verbetert, 20% chronisch ziek
o 50% binnen een jaar na ontslag opnieuw ogenomen
o Betere prognose bij niet-braken
o Zo vroeg mogelijk behandelen (beter prognose bij minder dan 3 jaar AN)
- Waarom moeizame behandeling?
o Motivatie & angst
o Multi-complexe problematiek
Zelfwaardering, sociale isolatie, identiteitsontwikkeling, etc.
o Beperkt denken door ondergewicht
- Balans tussen gewichtsherstel en psychotherapie.
o Gewichtsherstel (gedeeltelijk):
Neurocognitieve problemen
Affectieve vervlakking
o Behandelen psychische problemen (en verder gewichtsherstel)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saschaderks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.