Chapter 16: Culture; Social and cross-cultural psychology
Chapter 15: Language and communication; Social and cross-cultural psychology
Chapter 14: Attraction and close relationships; Social and cross-cultural psychology
All for this textbook (18)
Written for
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Psychologie
Sociale en cross culturele psychologie (PSBA1-18) (PSBA118)
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
Anoniem180
Reviews received
Content preview
Sociale en cross culture psychologie les 1 6/2/2023
Wat is sociale psychologie? Een voorbeeld is: de ‘bystander effect’: er gebeurt iets, mensen zien dit
gebeuren maar niemand grijpt in bij die situatie. Een verklaring hiervoor is dat wanneer er meer
mensen in de buurt zijn die niet op de gebeurtenis reageren, dan is het voor de individu in kwestie
ook makkelijker om door te gaan met zijn eigen dingen. Is de individu alleen, dan is die sneller
geneigd om te helpen. Er moeten cues in de omgeving zijn waardoor je wel gaat denken dat er iets
mis is waardoor je ingrijpt in een situatie. Dit soort processen (er is wel iets aan de hand, er is niets
aan de hand) is wat sociaal psychologen onderzoeken.
Waarom is dit sociale psychologie?
- Een persoon moet iets doen; of je iets doet wordt beïnvloed door perceptie of anderen
ingrijpen. Je eigen perceptie is dus een sociaal psychologisch proces.
- Individu in sociale context – de rol van sociale invloed.
- The lack of response may lie more in the bystander’s response to other observers than in
indifference to the victim. Als we zien dat een ander ingrijpt, dan zijn we zelf ook geneigd om
sneller wat te doen.
Sociale psychologie is de wetenschappelijke studie van de manieren waarop de gedachten, gevoelens
en gedragingen van mensen beïnvloed wordt door de echte of ingebeelde aanwezigheid van andere
mensen. Dus we kijken naar de rol van andere mensen in sociale psychologie. Het is een interactie
tussen jezelf en sociale omgeving waarnaar gekeken wordt.
Hierbij komt ook:
- Hoe zien we onszelf en anderen in de sociale omgeving (sociaal cognitieve processen).
- Hoe wordt ons gedrag beïnvloed door onze relaties met andere mensen (sociale relaties
tussen mensen).
We kijken dus niet alleen naar groepen, we kijken ook naar wat erin je eigen hoofd omgaat, naar het
individu in zijn omgeving, wat voelt iemand in reactie op zijn omgeving en hoe stuurt dat hoe hij zijn
sociale omgeving ziet, en hoe gaat dat vervolgens invloed hebben op hoe we met elkaar omgaan.
Welke gebieden binnen de psychologie zijn gerelateerd aan de sociale psychologie? Bijv.
omgevingspsychologie, arbeids en organisatiepsychologie, consumenten en economische
psychologie, cognitieve psychologie, ontwikkelingspsychologie en klinische psychologie. Buiten de
psychologie zijn er nog meer gerelateerde gebieden aan de sociale psychologie zoals sociologie,
politicologie, economie, filosofie, etc.
Sociale psychologie kijkt echt naar hoe een individu naar zijn/haar sociale omgeving kijkt, hoe die
daardoor beïnvloed wordt en hoe die er vervolgens op reageert.
Sociale psychologie heeft zijn eigen theorieën, maar er zijn ook meer algemene theoretische
perspectieven vanuit de psychologie die in theorieën naar voren komen:
- Behaviourisme: verklaart sociaal gedrag in termen van (echte of waargenomen) kosten en
opbrengsten.
- Cognitieve perspectief: hoe nemen mensen hun sociale omgeving waar en hoe verklaren zij
wat zij waarnemen? Hoe beïnvloedt dit gedrag? (Sociale cognitie).
- Neuroscience/biochemie: mensen als biologische entiteiten, van wie het gedrag een neuro-
en biochemische basis heeft.
- Evolutionaire sociale psychologie: verklaart sociaal gedrag in termen van aanpassing om te
overleven.
, - Focus op persoonlijkheid en individuele verschillen.
- Focus op hoe groepsprocessen/het collectief gedrag en waarneming van het individu
beïnvloeden.
Belangrijk: sociaal psychologische theorieën kunnen meerdere perspectieven bevatten!
Sociale psychologie is een wetenschap, dat betekent dat het theorieën en toepassingen daarvan
baseert op basis van empirisch verkregen bewijs en data. Daarvoor hebben we transparante,
betrouwbare en valide methoden nodig hebben. Dit betekent dat je methodes moet ontwikkelen om
concepten te toetsen die door anderen beoordeeld kunnen worden (hoe is het gemeten, is het goed
te meten, is het repliceerbaar). Daarnaast moet het de ethische regels voor onderzoek volgen.
Er zijn veel methoden in sociaal psychologisch onderzoek. Meestal zijn dit experimenten
(laboratoriumexperimenten, veldexperimenten, quasi-experimenten) en survey studies (deze zijn
vaak grootschalig en goed te generaliseren, maar geen causaliteit mee te bepalen). Daarnaast komen
er ook steeds meer kwalitatieve onderzoeken (bijv. interviews) en veldstudies (systematische
observaties). Waarom doen we dit? We bedenken theorieën, die moeten we testen en aanpassen en
hiermee proberen we maatschappelijke problemen te begrijpen en aan te pakken (advies geven,
interventies ontwikkelen, etc.).
Voorbeeld sociaal psychologisch onderzoek 1:
Invloed van sociaaleconomische status op maatschappelijk ongenoegen: survey en experiment. Idee:
je hebt een bepaalde status in de maatschappij (bepaald door inkomen, opleiding, buurt waarin je
woont etc.), en we zien tegenwoordig veel maatschappelijk ongenoegen in de samenleving. De vraag
is dan, zien we meer ongenoegen bij mensen met een lagere status in de maatschappij? Als dit zo is,
als een lagere status samenhangt met meer ongenoegen, waardoor komt dit? Hypothese: komt door
mate van waardering door maatschappij. Ze hebben een survey afgenomen waarin ze vroegen naar
de sociaaleconomische status (SES) van de deelnemers, hoe gewaardeerd ze zich voelen door de
maatschappij, en hun metingen van maatschappelijk ongenoegen. Hoe hangen deze dingen samen?
SES leidt tot meer ongenoegen (hoe hoger de status, hoe minder ongenoegen). SES hangt ook samen
met waardering (hoe hoger de status, hoe meer waardering). Waardering hangt negatief samen met
maatschappelijk ongenoegen. De relatie tussen SES en maatschappelijk ongenoegen wordt
gemedieerd door ‘gewaardeerd voelen door de maatschappij’. Toen hebben ze gekeken of het
verband er andersom ook is, dus ze wilden ook een causaal verband bekijken. Hiervoor hebben ze
een experiment gedaan. Dit was ook een significant verschil. Dit is voorbeeld van experimenteel
onderzoek en surveyonderzoek over hetzelfde onderwerp.
Voorbeeld kwalitatief onderzoek (interview):
De vraag in dit onderzoek was: op welke manieren protesteren Groningers online en offline tegen (de
gevolgen van) gaswinning. Voor dit soort vrij open vragen is het handig om de kwalitatieve methode
te gebruiken, er is gekozen voor interviews waarin mensen open kunnen antwoorden. In de
uitkomsten bleek dat er een hele brede definitie is van collectieve actie tegen gaswinning, o.a.
traditionele demonstraties, online info verspreiding, schade melden. Groningers zagen hun protest
als reactivisme, dus niet als activisme maar als een reactie op de gaswinning (gevolgen van
gaswinning vragen om reactie). Met dit soort kwalitatief onderzoek zoals bijv. interviews is er de
mogelijkheid van verrassende antwoorden die je zelf niet bedacht zou hebben voor een
meerkeuzevragenlijst.
Geschiedenis (Europese) sociale psychologie. De sociale psychologie bestaat nog niet zo heel erg
lang, de voorloper is de völkerpsychologie die de collectieve mind bestudeerde. Dit ging over hoe
mensen reageren vanuit het collectief (maar ook nog steeds vanuit het individu dus beetje
onduidelijk waar ze nou precies naar keken). Daarna kwam de studie van de group mind door LeBon,
maar zo kijken we nu niet meer naar groepen. Het echte meer sociaal psychologisch onderzoek
,kwam na WOII. Belangrijk onderzoek van Asch (1951) en Sherif (1960), hun keken vooral naar
individueel gedrag in de context van intergroep relaties. Veel van de sociale psychologie komt uit
Amerika, ondanks dat de start van de sociale psychologie uit Europa komt, lag dit stil door WOII. In
deze tijd werd dus vooral de Amerikaanse sociale psychologie invloedrijk. Na WOII hielp de
Amerikanen wel met de wederopbouw van de Europese sociale psychologie. Met name in Europa
wilden ze heel graag verklaren hoe zo’n oorlog kan gebeuren. In het begin was het heel erg
afhankelijk van de Amerikanen, rond de jaren 60 (1960) wilde de Europese Sociale Psychologie
onafhankelijk zijn: grotere focus op intergroepsrelaties en groepen. Tegenwoordig hebben we
minder behoefte aan een Europese sociale psychologie; meer globaal, diverser, we willen naar de
hele wereld kijken. Dus de nadruk op groepen in Europa ontstond dus heel erg door WOII.
Wat is cultuur en wat is cross-culturele psychologie?
Er is niet een vaststaande definitie van cultuur waar iedereen het over eens is. Cultuur verwijst naar
verschillende aspecten van onze leefomgeving en ons gedrag, dus bijvoorbeeld:
- Patronen in ons sociaal gedrag
- Onze gewoontes en tradities
- Sociale normen en regels
- De manier waarop onze samenleving is georganiseerd.
Waar komt cultuur vandaan? Startpunt zou kunnen zijn ecologische context, dus het klimaat en
landschap waarin we leven. De ecologische context bepaald de instellingen die ontstaan in een
samenleving (gaan we focussen op landbouw, mijnbouw, etc.). Dit leidt vervolgens tot het ontstaan
van specifieke maatschappelijke praktijken (wat zijn belangrijke familiestructuren, welke
intergroepsrelaties zijn belangrijk binnen onze samenleving). Dat leidt tot specifieke
socialisatieprocessen (hoe voeden we kinderen op, wat leren we op school, socialisatie op werk). Dit
leidt dan uiteindelijk tot psychologische uitkomsten (waarden, normen, overtuigingen, en
gedragingen die we laten zien).
Sociale psychologie gaat om het sociaal gedrag van de mensen in het algemeen, we kijken naar
gedrag als universeel verschijnsel. Dus als we bijv. kijken naar gedrag in Nederland, dan nemen we
aan dat dit hetzelfde is als in bijv. Japan. Dat is niet altijd zo. Dan zou je kunnen kijken naar cross-
culturele psychologie, dan kijk je naar verschillen tussen culturen. Culturele psychologie gaat over de
invloed van de cultuur op sociaal psychologische processen. Dus niet alleen om verschillen en
vergelijkingen tussen culturen, maar het effect van een bepaalde cultuur op sociaalpsychologische
verschijnselen.
Sociale psychologie: sociaal gedrag van ‘de mensen’; dus Japan = Europa.
Cross-culturele psychologie: verschillen tussen culturen; dus Japan Europa.
Culturele psychologie: invloed van cultuur op sociaalpsychologische processen; invloed van de
Japanse cultuur op het zelfbeeld.
, Les 2 13/02/2022
Welke thema’s vormen de kern van de sociale psychologie? De invloed van mensen op andere
mensen. Sociale psychologie gaat over sociale relaties, de invloed van mensen op andere mensen.
Die andere mensen hoeven niet per se aanwezig te zijn maar ze beïnvloeden je denken en gedrag
wel. Dit is de kern van de sociale psychologie, hoe gebeurt dit nou?
Welke methode gebruikt de sociale psychologie om causale verbanden vast te stellen? De sociale
psychologie gebruikt experimenteel onderzoek om causale verbanden vast te stellen.
Video pixar we zien een sociale situatie tussen twee niet-levende objecten. We zijn dus in staat
om, als mensen, betekenis aan zo’n situatie te geven (net zoals bij smileys, dit zijn abstracte
tekeningen met een betekenis/emotie). Dit zijn sociaal cognitieve processen waar we het over gaan
hebben.
Sociale cognitie zijn cognitieve processen en structuren die beïnvloed worden door ons sociaal
gedrag en die ons sociaal gedrag beïnvloeden. Het gaat dus over de interactie tussen cognitieve
processen, dus wat er in je hoofd afspeelt, en hoe wordt dit dan vervolgens door sociale processen/
gedragingen beïnvloed. Dus hoe verwerken we sociale informatie (dit kan van alles zijn, zelfs twee
lampjes).
Sociale cognitie: een korte geschiedenis. Jarenlang stond het behaviorisme centraal, waarin
voornamelijk werd gekeken naar gedrag. Dit was een reactie op de psychologie die daarvoor
dominant was. Dit was gebaseerd op introspectie. Maar toen merkten ze dat gedrag nog steeds niet
verklaard waarom mensen zich op een bepaalde manier gedragen. Toen kregen we de cognitieve
revolutie. Hier stonden eerst onderzoek naar attributie, attitudes en cognitieve dissonantie centraal.
Na 1970 werd het sociale cognitie onderzoek heel populair en nog steeds speelt dit een grote rol in
de sociale psychologie. Dit kwam op tegelijkertijd met de opkomst van de computer en dit werd ook
een metafoor ervoor. De computer lijkt veel op de cognitieve processen die in ons hoofd
plaatsvinden (encoding, retrieval); het lijkt heel veel op de cognitieve processen die in ons hoofd
plaatsvinden, maar het is een slechte vergelijking. Mensen hebben namelijk in tegenstelling tot de
computer emoties, ze willen dingen, ze hebben motivaties, en daarnaast hebben ze een beperkte
cognitieve capaciteit. Al deze dingen beïnvloeden hoe de encodering plaatsvindt. In de jaren 80
kwam de cognitive miser perspectief opzetten:
- De mens is een “miser”: mens is zuinig, lui en doet niet meer dan nodig is. Hij gaat zuinig en
lui om met zijn cognitieve vermogens.
- Volgens dit perspectief gebruikt de miser zijn denkvermogen alleen als het strikt noodzakelijk
is.
- Daarnaast gebruikt de miser cognitieve shortcuts, die helpen ons om snel iets te doen maar
het is niet altijd betrouwbaar.
Dit is dus een heel negatief beeld van het menselijk functioneren. Als reactie hierop kwam in de jaren
90 het perspectief van de motivated tactician. Dit is het idee dat mensen diverse cognitieve
strategieën beschikbaar hebben, die ze op basis van persoonlijke doelen, motieven en behoeftes
kunnen gebruiken. Het is een shift om mensen te zien als gemotiveerde individuen, die niet slechts
passief cognitieve processen ervaren. Het is dus belangrijk dat we dan niet passief zijn, maar dat we
ergens heen willen. We maken hierin keuzes over wat we denken en doen. Die keuzes worden soms
bewust gemaakt (maar soms ook onbewust), en worden beïnvloed door doelen en emoties. Volgens
de motivated tactician perspectief reageren we op de omgeving, dus daarin zijn we vrij passief (we
worden geleid door de omgeving), maar we hebben ook wel wat “agency” (wilskracht; we kunnen
het enigszins sturen, met name als we er bewust van zijn).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anoniem180. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.95. You're not tied to anything after your purchase.