Week 1. Introductie van het straf(proces)recht:
uitgangspunten, beginselen, personen en fasen in het
strafproces
Zelfstudievragen
Geef aan hoe het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering zijn
opgebouwd.
Wetboek van Strafrecht:
- Boek I: algemene leerstukken
- Boek II: misdrijven = rechtsdelict
- Boek III: overtredingen = wetsdelict
Wetboek van Strafvordering:
- Boek I: belangrijkste opsporingsbevoegdheden
- Boek II: vervolgingsbeslissing ovj en berechting door rechtbank
- Boek III: rechtsmiddelen
- Boek IV: rechtsplegingen van bijzondere aard
- Boek V: Internationale en Europese strafvorderlijke samenwerking
- Boek VI: tenuitvoerlegging
Uit welke fasen bestaat het strafproces?
- Voorbereidend onderzoek (art. 132 Sv)
- Onderzoek ter terechtzitting
- Beraadslaging en uitspraak
- Rechtsmiddelen
- Ten uitvoer legging van de straf
Waarom wordt het Nederlandse voorbereidend onderzoek ‘overwegend inquisitoir’
en het eindonderzoek ‘meer accusatoir’ genoemd?
Bij een inquisitoir (=onderzoekend) proces zijn justitie en de rechter actief op zoek
naar de waarheid. Hierbij is de verdachte object van onderzoek, en dus zijn de
partijen ongelijkwaardig. Toch staan tegenover het dulden van de verdachte ook
zijn/haar rechten, dit zorgt ervoor dat het vooronderzoek ‘gematigd’ inquisitoir is.
Bij een accusatoir (=beschuldigend) proces strijden twee gelijkwaardige partijen,
het OM en de verdachte, tegen elkaar. In dit geval stelt de rechter zich lijdelijk op.
Echter zijn de verdachte en het OM in de praktijk niet echt gelijken, dit maakt het
eindonderzoek ‘gematigd’ accusatoir.
Wat houden de beginselen van interne en externe openbaarheid in?
- Interne openbaarheid: alle procesdeelnemers hebben recht op een volledige inzage
van stukken uit het dossier
- Externe openbaarheid: de einduitspraak moet toegankelijk zijn voor publiek. Dit
met de achterliggende ‘controle’ gedachte.
Verbiedt artikel 1 Sv dat strafvorderlijke regels worden gebaseerd op ongeschreven
recht?
Er staat ‘bij wijze van wet voorzien’, dit houdt in dat het gaat geldende Nederlandse
rechtsbronnen. Ongeschreven recht is een van die rechtsbronnen.
, Wat wordt verstaan onder de beginselen van een behoorlijke procesorde?
- Redelijke en billijke afweging: HR Braak bij Binnentreden
- Subsidariteit: op de minst ingrijpende manier optreden
- Proportionaliteit: er moet een redelijke verhouding bestaan tussen de
wijze van optreden en het beoogde doel
- Zuiverheid van oogmerk (= verbod op détournement de pouvoir): verleende
bevoegdheden mogen niet voor een ander doel worden gebruikt dan bedoeld
- Vertrouwensbeginsel: door de overheid gewekte verwachtingen dienen op een
redelijke manier te worden gehonoreerd
- Gelijkheidsbeginsel: soortgelijke zaken moeten op dezelfde wijze behandeld
worden
Arresten
HR 26 juni 1962, NJ 1962, 470 m.n.t. Pompe (Bloedproef II)
Aan het strafprocesrecht ligt een aantal klassieke beginselen en uitgangspunten ten
grondslag. Een belangrijk uitgangspunt is het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel,
neergelegd in artikel 1 Sv: strafvordering mag alleen plaatsvinden op de wijze bij de wet
voorzien. Dit ligt voor de hand omdat in de strafvordering vaak inbreuk wordt gemaakt
op rechten en vrijheden van burgers, zoals het recht op privacy of het recht op
lichamelijke integriteit. Inbreuken hierop zijn slechts geoorloofd in gevallen waarin de
wet dat expliciet toestaat. De Hoge Raad onderstreepte dit in zijn arrest Bloedproef II. In
dit arrest gaf de HR voor de eerste maal aan wat het gevolg kan zijn van onrechtmatig
verkregen bewijsmateriaal: het bewijsmateriaal kan door de rechter uitgesloten worden
om mee te werken aan het bewijs.
HR 12 december 1978, NJ 1979, 142, m.nt. Mulder (Braak bij binnentreden)
Een wettelijke grondslag is een noodzakelijke voorwaarde voor de uitoefening van
strafvorderlijke bevoegdheden, maar niet een voldoende voorwaarde voor rechtmatig
strafvorderlijk overheidsoptreden. In het arrest Braak bij Binnentreden bepaalde de Hoge
Raad immers dat een opsporingsambtenaar zich niet alleen moet houden aan de door de
wet gestelde eisen; hij moet zich daarnaast houden aan eisen van ongeschreven recht, de
zogenoemde beginselen van een goede procesorde.
Er zijn kennelijk gevallen waarin ondanks de vervulling van de wettelijke voorwaarden
het belang van het onderzoek de inbreuk op de burgerlijke vrijheid niet rechtvaardigt
(subsidiariteitsbeginsel). Als een inbreuk noodzakelijk is en dus van de strafvorderlijke
bevoegdheid gebruikgemaakt moet worden, dan moet de inbreuk in een goede
verhouding tot de omstandigheden van het geval staan (proportionaliteit).
HR 1 juli 2014, NJ 2015, 114 (Stille sms)
Hoe specifiek moet de wet ingevolge het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Sv
strafvorderlijke bevoegdheden regelen? In de jurisprudentie over dit onderwerp (waartoe
het arrest Stille sms behoort) heeft de Hoge Raad onderscheid gemaakt tussen
opsporingshandelingen die slechts een beperkte inbreuk maken op grondrechten van
burgers en opsporingshandelingen die een meer dan beperkte inbreuk maken op
grondrechten van burgers. De eerstgenoemde handelingen worden geacht hun grondslag
,te vinden in de algemene bevoegdheid van de politie, neergelegd in artikel 3 Politiewet
2012.
Het recht op privacy (art. 10 GW) is in het geding bij de opsporingsactiviteit die
centraal staat in het arrest. Vanwege de duur, intensiteit en frequentie van de stille sms
oordeelt de HR dat art. 3 Politiewet een toereikende wettelijke grondslag biedt. De
inbreuk op de privacy van de verdachte is minimaal en weegt niet op tegen de
algemene veiligheid.
HR 4 april 2017, NJ 2017, 230 (Onderzoek smartphone)
Voor opsporingshandelingen die meer dan beperkte inbreuk maken op grondrechten
van burgers, is een specifieke wettelijke regeling vereist. Aan welke vereisten een
dergelijke regeling zoal moet voldoen, zal worden besproken aan de hand van het
arrest Onderzoek smartphone.
Het onderzoek aan de smartphone was gebaseerd op art. 94 jo 95 en 96 Sv. De HR
oordeelt dat art. 94 Sv niet zonder meer voldoende wettelijke grondslag vormt
(afhankelijk van mate inbreuk op levenssfeer). De HR beoordeelt de wettelijke
grondslag aan de hand van de Stille SMS criteria (duur, frequentie en intensiteit).
Indien de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer als beperkt kan worden beschouwd,
biedt artikel 94 Sv voldoende grondslag voor het onderzoek. Wanneer het onderzoek
zo ver gaat dat er een compleet beeld ontstaat van het persoonlijke leven van de
gebruiker, kan dit onderzoek jegens hem onrechtmatig zijn. De Hoge Raad maakt een
driedeling wat betreft wie het onderzoek mag verrichten. Wie bevoegd is, hangt af
van hoe ver het onderzoek gaat (zie r.o. 3.6):
Beperkt onderzoek: iedere opsporingsambtenaar o.b.v. art. 94, 95 en 96 Sv;
Meer dan beperkt: officier van justitie o.b.v. art. 148 Sv jo. 94, 95 en 96 Sv;
Zeer ernstige inbreuk: rechter-commissaris o.b.v. art. 104 Sv jo. 94, 95 Sv
Alle arresten hebben betrekking tot het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel, art. 1
Sv
Aanvullende literatuur
G.J.M Corstens/M.J. Borgers en T. Kooijmans (bew.), Het Nederlandse
strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2018
Functies van het strafproces:
- Hoofddoel van het strafproces is de juiste toepassing van het materiële strafrecht op
daders mogelijk te maken
- Nevendoelen van strafprocesrecht: speciale preventie (rechterlijk pardon, art. 9a Sr),
generale preventie, voorkomen van eigenrichting, scheppen van orde, participatie
slachtoffer in proces
Het hoofddoel dient ten alle tijden voorop te staan.
Strafvorderlijke legaliteitsbeginsel:
- “Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien”; art. 1 Sv
- Wet in formele zin: voorkomt regionaal procesrecht en geeft
kwaliteitsgarantie
- delegatie bij sommige onderwerpen wel toegestaan: in verzekeringstelling en
, voorlopige hechtenis
- Strafrechtelijk legaliteitsbeginsel: art. 1 lid 1 Sr
Formeelrechtelijke legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv) ziet op begrenzing en
rechtsbescherming van bepaalde strafprocesrechtelijke bevoegdheden. Hoe groter
inbreuk persoonlijke levenssfeer, hoe specifieker de wettelijke grondslag.
Strafvordering:
- ‘gehele procedure in strafzaken’
- organisatie van bij strafrechtspleging betrokken organen
Klassieke uitgangspunten procesrecht:
- onafhankelijkheid van de rechter
- onpartijdigheid van de rechter
- vervolgingsmonopolie OM
- opportuniteitsbeginsel (vrijheid OM om te kiezen wie ze vervolgen)
- strafvorderlijke legaliteit (beschermt burger tegen willekeur)
- onschuldpresumptie
Uitgangspunten en beginselen van het strafprocesrecht: (Uitvloeiselen van recht op
eerlijk proces)
- Recht op rechtsbijstand, art. 6 lid 3 sub c EVRM (art. 28 Sv)
- Recht op verhoorbijstand, art. 28 d Sv.
- Recht op consultatiebijstand, art. 28 c Sv
- Zwijgrecht, art. 29 lid 2 Sv (cautie)
- Pressieverbod, art. 29 lid 1 Sv
- Openbaarheid, art. 30 lid 1Sv
- Interne openbaarheid (binnen procedure)
- Externe openbaarheid (buitenwereld), art. 121 Gw
- Recht op tegenonderzoek, art. 150 sub b Sv (contra-expertise)
- Motiveringsplicht van de rechter (toetsingskader)
Artikel 1 Sv- Hoor
bindtenhet
wederhoor, art. 6 EVRM
strafvorderlijk optreden van overheidsfunctionarissen aan de wet
1. Vereiste-van
Legaliteitsbeginsel, art. 1 Sv
een wettelijke grondslag
- Recht op
- Expliciete vertaling en(HR
bevoegdheid vertolking
Bloedproef)
- Onmiddellijkheidsbeginsel
- ‘Inlezen’ in wettelijke bevoegdheid(rechter
(HRdoet recht opsmartphone)
Onderzoek basis van in terechtzitting
gepresenteerde
- Niet bewijzen)
steeds het Wetboek van art. 348 en 350 Sv
Strafvordering
- Betekenis van bijzondere wetten
- Delegatie is toegestaan (bijv. 61a lid 3 Sv; 163 lid 10 WVW 1994)
- Betekenis van beleidsregels
- Betekenis van algemene taakstelling politie (3 PolW en 141 Sv; HR Stille sms)
2. Toetsing van het concrete optreden
- Toetsing aan geschreven recht
- En aan ongeschreven recht: beginselen van een goede procesorde (HR Braak bij
binnentreden)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissavdberg00. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.74. You're not tied to anything after your purchase.