Paragraaf 1: Ontwikkeling van het Leven
De aarde bestaat ongeveer 4,6 miljard jaar.
- 3,8 miljard jaar geleden ontstonden de eerste eencellige vormen van leven
- 670 miljoen jaar geleden: eerste meercelligen
- 400 miljoen jaar geleden: eerste landplanten
- 350 miljoen jaar geleden: eerste gewervelden
- 65 miljoen jaar geleden: eerste zoogdieren en vogels
- De oudste fossielen met menselijke kenmerken zijn ongeveer 5 miljoen jaar uit
Toen de aarde begon af te koelen, na haar ontstaan, was de planeet niet zoals we haar nu
kennen. Er was geen atmosfeer, deze vormde zich later door de gassen die ontsnapten uit
de stenen en rotsen. Veel van deze gassen waren giftig. Leven zoals we dat nu kennen was
in dat stadium onmogelijk
- Eerste leven ontstaan in de diepzee
- Ontwikkeling via evolutie
- Milieu omstandigheden zijn sturend
- Veel massa extincies hebben plaatsgevonden
Er zijn vier belangrijke argumementen die aantonen waarom het heelal uit een oerknal moet
zijn ontstaan:
- Spectrodcopische waarnemingen van sterrenstelsels duiden erop dat het heelal
uitdijt. Dit kan alleen verklaard worden als sterrenstelsels oorspronkelijk en één punt
zijn ontstaan. De belangrijkste aanwijzing hiervoor is dat hoe verder sterrenstelsels
van ons af staan, hoe sneller ze zich van ons verwijderen. De roodverschuiving is de
belangrijkste indicatie hiervan
- De kosmische achtergrondstraling die in 1965 door Arno Penzias en Robert Wilson is
waargenomen, lijkt van alle kanten te komen. De oerknaltheorie biedt een
consistente verklaring voor deze straling
- De oerknaltheorie beschrijft nauwkeurig de verhouding van lichte elementen als
waterstof en helium die tijdens de oerknal zijn ontstaan
- Uit de algemene relativiteitstheorie van einstein kan een oerknal worden afgeleid,
mits de materie in het heelal hormogeen verspreid is.
Condities voor leven:
Synthese van kleine organische moleculen, zoals aminozuren- en stikstofbasen
- Synthese van macromoleculen, zoals eiwitten en nucleinezuren
- Samenklonteren van deze moleculen in protocellen, membranen met inhoud die
verschilt van de omgeving
- Ontstaan van zelf replicerende moleculen, waardoor erfelijkheid mogelijk wordt
- Mogelijkheid bewezen door miller
, 2
Anorganische stoffen:
- Komen zowel in organismen voor als in de levenloze natuur
- Kleine, eenvoudig gebouwde moleculen
- Koolstofdioxide, water, keukenzout, zuurstofgas
Organische stoffen:
- Afkomstig van organismen of van producten van organismen
- Relatief grote, ingewikkeld gebouwde moleculen
- De moleculen bevatten een of meerdere koolstof (C), waterstof (H) en meestal
zuurstof (O)
- koolhydraten, eiwitten, vetten
Heterotrofe organismen:
- Kunnen geen organische stoffen maken uit alleen anorganische stoffen
- Hebben andere organismen nodig als voedsel
- Nemen organische en anorganische stoffen op uit hun milieu
Autrotrofe organismen
- Kunnen organische stoffen maken uit alleen anorganische stoffen
- Hebben geen andere organismen nodig als voedsel
- Nemen anorganische stoffen op uit hun milieu
Biogenese: het ontstaan van leven uit levenloze materie
- De oeratmosfeer bevatte geen zuurstof
- In de oeratmosfeer ontstonden door o.a bliksemontladingen en uv-straling kleine
organische moleculen
- In de oerzeeën werd door indikking een organische oersoep gevormd, waarin grotere
moleculen en vervolgens de eerste cellen zijn ontstaan
- De eerste organismen waren heterotrofe, anaerobe bacterien
- Daarna ontstonden autotrofe bacteriën
- De atmosfeer werd zuurstofrijk. Er ontstonden aerobe bacteriën
Endosymbiosetheorie:
- Door instulping van het celmembraan zijn een celkern met kernmembraan en het
endoplastisch reticulum ontstaan
- Cynobacteriën hebben zich tot chloroplasten ontwikkeld
- Aerobe bacteriën hebben zich tot mitochondriën ontwikkeld
Prokaryote organismen:
- Hebben geen celkern, zodat het DNA los in het cytoplasma ligt
- Hebben geen vacuolen, mitochondriën of endoplastisch reticulum
Eukaryote organismen:
- Hebben celkernen, waarin het DNA zich bevindt
- Hebben vacuolen, mitochondriën en een endoplastisch reticulum
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gerrieoostra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.04. You're not tied to anything after your purchase.