HvJ EG 5 februari 1962, zaak C-26/62, Van Gend en Loos
Doorwerking/directe werking van het Europees recht, Art. 34 VwEU.
In dit arrest heeft het Hof van Justitie bepaald dat verdragen in beginsel een directe werking hebben.
Er zijn een aantal voorwaarden geformuleerd waaraan voldaan moet worden om sprake te kunnen zijn
van directe werking van het Europees recht:
1. De verplichting moet duidelijk en onvoorwaardelijk zijn opgesteld: dit houdt in geen nadere
regelgeving is benodigd voor uitleg.
2. De verplichting moet geschikt zijn voor directe werking: ‘dat dit verbod er zich krachtens zijn
aard en geheel toe leent onmiddellijk effect te verlangen in de rechtsbetrekking tussen de
lidstaten en justitiabelen.’
3. De verplichting is met geen enkel voorbehoud voorzien: er mag niet in staan dat de
verplichting pas werking heeft als er een regeling of wet voor is gemaakt in het nationaal
recht.
HvJ EG 15 juli 1964, zaak C-6/64, Costa/ENEL
Het Europees recht heeft altijd voorrang boven het nationale recht. Na de inwerkingtreding van het
EE-verdrag had de Italiaanse overheid besloten om door middel van een nationalisatiewet de
elektriciteitsvoorziening te nationaliseren. Costa was van mening dat de toepassing van deze wet
verschillende artikelen van het EEG-verdrag zou schenden. Voorwaarden:
1. Bij een botsing tussen nationaal en Europees recht, gaat Europees recht voor.
HvJ EG 20 februari 1979, zaak C-120/78, Cassis de Dijon
Een drank mocht niet in Duitsland vanuit Frankrijk worden verhandeld, omdat de likeur maar 15 tot
20 procent alcohol bevatte. Terwijl in Duitsland een wettelijke bepaling gold dat vruchtenlikeur met
een alcoholpercentage van ten minste 32 procent mocht worden verhandeld onder de naam
vruchtenlikeur. Dit zou in strijd zijn met Art. 34 VwEU. De volgende voorwaarden gelden:
1. Maatregel zonder onderscheid: er mag geen sprake zijn van een directe discriminatie
2. Geen harmonisatie: mag niet in strijd zijn met secundaire wetgeving
3. Daadwerkelijk een publiek belang dienen: bescherming van algemene en openbare belangen,
dus geen private.
4. Evenredigheidsbeginsel: er is een minder ingrijpend middel beschikbaar om het doel te
bereiken en is het noodzakelijk? Zo niet, dan is het evenredig.
HvJ EG 14 juli 1994, zaak C-91/92, Faccini Dori
Richtlijnen hebben in beginsel geen directe werking. Onder bepaalde omstandigheden hebben ze wel
verticale (overheid-burger) directe werking, hiervoor moeten ze aan de volgende voorwaarden
voldoen:
1. Implementatietermijn (de termijn waarin een richtlijn moet worden omgezet in nationale
wetgeving) is verstreken.
2. Richtlijn is niet of niet correct omgezet/geïmplementeerd
3. Is geschikt voor directe werking
4. Bedoelt om rechten te verlenen aan particulieren en voldoende duidelijk en
onvoorwaardelijk opgesteld.
LET OP: alleen verticale werking (overheid-burger). In het geval van een horizontaal geschil kan er
geen beroep worden gedaan op richtlijnen
HvJ EG 24 juli 2003, zaak C-280/00, Altmark
- Belang van het arrest: het Hof heeft voorwaarden geformuleerd waaraan voldaan moet worden
bij financiële steun om niet onder het verbod van Art. 107 VwEU te vallen.
- Voorwaarden voor compensatie aan DAEB (Art. 106 VwEU):
1. Onderneming daadwerkelijk belast met openbare taak blijkens wetgeving
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pehligsolana. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.76. You're not tied to anything after your purchase.