100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting deeltentamen 1 Klinische Psychologie 1 (PB0104): Open Universiteit $7.97
Add to cart

Summary

Samenvatting deeltentamen 1 Klinische Psychologie 1 (PB0104): Open Universiteit

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit betreft een samenvatting van hoofdstuk 1 t/m 10 van het boek wat leerstof is voor deeltentamen 1 voor de cursus.

Preview 4 out of 54  pages

  • No
  • 1-10
  • March 26, 2023
  • 54
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
KLINISCHE PSYCHOLOGIE 1:
DEELTENTAMEN 1

THEMA 1: THEORETISCHE REFERENTIEKADERS
WAT IS KLINISCHE PSYCHOLOGIE
Amsterdamse hoogleraar Duijker (1959) – een va de godfathers van de NL psychologie.
 Onderscheid basisdisciplines en toepassingsgerichte disciplines

Basisdisciplines Toepassingsgerichte disciplines
Functieleer Klinische en gezondheidspsychologie
Ontwikkelingspsychologie Arbeids- en organisatiepsychologie
Sociale psychologie Onderwijspsychologie
Persoonlijkheidspsychologie
Methodenleer

Klinische psychologen vaak aan het werk binnen generalistische basis-ggz  naast of met HA kunnen
worden ingezet voor hulp bij psychische problematiek.

1.1 HET TERREIN VAN DE KLINISCHE PSCYHOLOGIE
Kern wordt gevormd door de psychische stoornissen.
 Angelsaksische literatuur: clinical psychology en abnormal psychology: vakgebied houdt zich
vooral bezig met gedrag dat afwijkt van een bepaalde norm; die lastig voor persoon
zelf/omgeving zijn.

Persoonlijkheidspsychologie = de verschillen tussen mensen op het gebied van capaciteiten en
eigenschappen in het algemeen.

Verschillende aspecten van menselijk functioneren m.b.t. afwijkingen van de norm:
1. Individuele persoon: gedrag, gedachten, belevingen.
a. Afzonderlijk of in combinatie optreden.
2. Relaties met andere mensen: overbezorgd, agressie, onttrekken
a. Weer invloed op gedrag, gedachten, belevingen binnen het individu.

‘Abnormale’ gedragen kunnen enkel worden verklaard tegen de achtergrond van normale processen.

BOX 1.1 DE KLINISCH PSYCHOLOOG VS. DE PSYCHIATER
Verschil:
 Klinisch: academische opleiding psychologie
o Na studie; postdoctorale scholing vereist.
 Psychiater: academische opleiding in geneeskunde

Wet- BIG = Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (1998): onderscheid
gezondheidspsycholoog en klinisch psycholoog.
 Verschil geschetst: generalist en specialist.
 GZ-psycholoog; kwalificatie 2-jarig postmastertraject.
 Klinisch psycholoog; kwalificatie 4-jarig postmastertraject.
 Psychiater: 6 jaar algemeen, 4 jaar specialisatiefase.

Verwerving van vaardigheid in verrichten van empirisch onderzoek; methodologisch  klinische.
Medische scholing, voorschrijven psychofarmaca  psychiaters.

1.2 ASPECTEN VAN ‘ABNORMAAL’ GEDRAG
Seligman, Walker, Rosenhan: 7 factoren die bepalen of gedrag als abnormaal/pathologisch wordt
beschouwd. Hoe meer en duidelijker factoren op voorgrond; eensgezinder over hun beoordeling.

Abnormaliteit spreken dan moet ten minste één van die aspecten zich voordoen.



1

, Aspecten Omschrijving
1 Persoonlijk lijden Geen voldoende waarde om te spreken van pathologie; kan tijdelijke
gevolg van een gebeurtenis zijn.
Psychische stoornis niet noodzakelijkerwijs met dit gepaard te gaan.
2 (dis)functionaliteit v. gedrag Mate waarin gedrag het dagelijks functioneren en welbevinden van
individu ondermijnt.
Disfunctioneel: het belemmeren van individuele functioneren op
beroepsmatig/sociale relaties; verhinderen van doelen/functioneren van
anderen.
3 Irrationeel & onbegrijpelijk gedrag Mensen in het gedrag van een ander geen logica of zin kunnen
ontdekken.
4 Onvoorspelbaarheid & controleverlies Gevoel van beheersing: andere mensen in hoge mate consistent
gedragen; onvoorspelbaar gedrag van ander gevolg controleverlies.
Twee typen:
1. Situaties waarin de regels die het gedrag van een persoon sturen
plotseling niet meer werken; gedrag ontremd.
2. Situaties waarin toeschouwer de oorzaak/aanleiding van gedrag
niet ken en niet kan achterhalen.
Onvoorspelbaarheid & controleverlies op zich geen voldoende reden
5 Opvallend en onconventioneel gedrag Gedrag dat afwijkt van de wijze waarop zijzelf zich gedragen; abnormaal.
Gedrag opvalt: afhankelijk van frequentie van gedrag en wenselijkheid.
6 Gedrag ongemak bij anderen Gedrag die impliciete regels overschrijdt: observer discomfort.
7 Overtreden morele normen Oordeel over gedrag o.b.v. ‘goed en kwaad’; minder overeenkomst eigen
ideeën; eerder abnormaal.

APA = American Psychiatric Association: definitie psychiatrische stoornis (zie boek)
 In definitie nadruk op nadelige gevolgen die een gedrags- of psychologisch syndroom voor de
betrokkene kan hebben.
 Door clusters van disfunctionele gedragingen gedefinieerd.

DSM-5 is het classificatiesysteem van APA.
 DSM-5 nadrukkelijk gesteld dat het systeem geen mensen classificeert, maar stoornissen die
mensen hebben.
 Gebaseerd op impliciete veronderstelling dat het mogelijk is psychisch ‘gezonde’ mensen te
onderscheiden van degene met een psychische stoornis; ook geen duidelijke afbakening.

Voorkomen definitie mentale stoornissen een instrument worden voor sociale repressie: 3 uitsluitende
omstandigheden:
1. Te verwachten en cultureel aanvaarde reacties
2. Langdurig deviant gedrag; voortvloeit uit behoren tot een politieke, religieuze of seksuele
minderheid.
a. Samenhangen met de religieuze overtuiging of etnische achtergrond van een persoon
en gangbaar zijn in de (sub)cultuur waarvan diegene deel uitmaakt.
3. Afwijkende gedrag moet niet voortkomen uit een persoonlijk conflict tussen het individu en de
maatschappij.

1.3 NORMAAL EN ABRNORMAAL: WAAR LIGT DE GRENS?
Drie modellen maken onderscheid tussen normaal en abnormaal gedrag:
1. Statisch model
2. Medisch-/ziekte model
3. Leer-/onderwijs model


Het statistisch model
Uitgangspunt: menselijke eigenschappen normaal verdeeld.
 Gebaseerd op een dimensionele benadering van de psychopathologie: testscores krijgen
betekenis.




2

,Problemen:
1. Waar precies de grens ligt tussen normaal/abnormaal; arbitrair.
2. Niet specificeert hoe ongewoon het gedrag moet zijn om het abnormaal te kunnen noemen.
a. De ene stoornis is in statisch opzicht blijkbaar abnormaler dan de andere.
3. Geen onderscheid tussen statische afwijkingen die gepaard gaan met individueel lijden en
afwijkingen waarvoor dat niet geldt.
a. Extreme score an sich niet pijnlijk hoeft te zijn voor het individu zelf (denk aan lengte).

Het medisch- of ziektemodel
Oorzaken psychiatrische stoornissen gezocht in onderliggende mechanismen: somatogeen of
psychogeen.

Somatogeen = een lichamelijke aandoening ligt ten grondslag aan de psychische stoornis.
 VB: dementia paralytica – general paresis; algemene verlamming of neurosyfilis.
o Kenmerkt: opvallende veranderingen in persoonlijkheid, grootheidswanen en
depressies in later stadium door verlammingsverschijnselen.
o Eind 19e eeuw: psychose veroorzaakt door syfilisinfectie  door antibiotica
voorkomen worden.

Psychogeen = een psychologisch mechanisme ligt ten grondslag aan de psychische stoornis.
 Psychoanalytici: onbewuste conflicten en afweer tegen angst  psychische stoornis.

Aanhangers medisch model: best te verhelpen door onderliggende mechanismen te bestrijden.
 Mechanismen aantoonbaar; goed verdedigbaar: psychosen door neurologische defecten,
dementie van alzheimertype, stoornis die ontstaat door uitval van hersencellen.

Bekritiseerd door VS psychoeducational movement en vanuit antipsychiatrie.
 Therapeut heeft de overhand, patiënt enkel nodig voor informatie, de rol is de afhankelijke.

Medisch model:



Therapie,
gekozen en
Abnormaliteit/ Diagnose,
uitgevoerd door Genezing van de
ziekte bij de geesteld door de
de therapeut: patiënt
patiënt therapeut
patiënt speelt
passieve rol

Semantische bezwaren aan het gebruik van medisch model:
1. Bij vele psychische stoornissen is nog niet een eenduidig onderliggend mechanisme
aangetoond; ‘term genezing wel op z’n plaats?’.
a. Tegenstrijdigheid: het gaat bij meeste stoornissen om afwijkingen van deze
psychosociale of ethische normen en niet om medische afwijkingen.
i. Szasz: Mental illness vervangen door problems in living.

Szasz: het criterium voor de bepaling van de grens tussen geestelijke gezondheid vs. geestesziekte
i.t.v. aantoonbare neurologische fysiologische of biochemische afwijkingen.

2. Gebruik van begrippen als ziekte en therapie die stigmatisering in de hand werkt.
a. Goffman en Scheff: labeling-theorie: bestempeling als psychiatrisch patiënt als een
selffulfilling prophecy.
i. Onderzoek Rosenhan: ‘on being sane in insane places’; pseudopatiënten.




3

, Het leer- of onderwijsmodel
Met name voor stoornissen waaraan geen duidelijke organische oorzaken ten grondslag liggen;
verklaring: verkeerd verlopen leerprocessen.

Het onderwijsmodel:
Uitvoering van
een
onderw ijsprogra
m m a ontwikkeld
Bepaling van het door leraar; Verm indering
Persoonlijk
leerdoel in leerling past van het
probleem van de
overleg tussen aangereikte probleem van de
leerling
leraar en leerling kennis en leerling
vaardigheden
toe om het
probleem te
verm inderen
Bij het vaststellen van het doel moet natuurlijk wel enige diagnostiek plaatsvinden maar de uitkomsten
daarvan worden i.t.v. (vaardigheids)tekorten geformuleerd (niet als stoornis).

Drie hoofdredenen prefereren onderwijsmodel over medisch model:
1. Alle fasen van het model de nadelige bijbetekenissen van het medisch model worden
vermeden; kans stigmatisering geringer.
2. Onderwijsmodel meer recht doet aan eigen verantwoordelijkheid van mensen met een
persoonlijk probleem; actievere inbreng; kennis is ter beschikking.
3. Onderwijsterminologie doet meer recht aan datgene wat daadwerkelijk plaatsvindt; hulp aan
mensen die nog als verantwoordelijk voor zichzelf en dus als ‘aanspreekbaar’ kunnen worden
beschouwd.

Aanhanger onderwijs eens met Szasz. Echter toch ander criterium, namelijk: verantwoordelijkheid of
aanspreekbaarheid.
 = demarcatie- of afgrenzingscriterium.

Demarcatie m.b.t.:
 Szasz: een aantal geen organische oorsprong; betwijfeld sprake eigen verantwoordelijkheid
(bijv. psychotische stoornissen)
 Onderwijsmodel: onderwijsterminologie; eigen verantwoordelijkheid.

NEUROBIOLOGISCHE BENADERING
Jaren ’70: Criminoloog Buikhuisen: onderzoek verrichten naar de rol van neurobiologische factoren in
het gedrag van jonge delinquenten  protest: reductie tot medisch/biologisch probleem.

Momenteel domineren het klinisch-genetisch en het cognitief-neurologisch perspectief.

2.1 EEN HISTORISCHE SCHETS
Tijdens protest:
 Reductionisme: verklarend mechanisme kan gevonden worden in maatschappelijke-
psychologisch principe maar net zo zeer biologisch proces.
 Biologisch onderzoek naar psychopathologisch gedrag kan uitmonden in gevaarlijke
toepassingen.
o Jaren ’30: Geboorte frontale lobotomie – Monitz.
o Jaren ’50: ontdekking neuroleptica: chloorpromazine, haloperidol.

Principiële argument voor biologische benadering: hersenen in hoge mate betrokken zijn bij de
totstandkoming van (psychopathologisch) gedrag.
Sinds de volgende twee bewezen:
 Broca (1861) beschadiging aan linker frontaalkwab leidt tot een taalstoornis waarbij de
persoon langzaam, slecht articulerend en in telegramstijl spreekt = Broca’s afasie.
 Fritsch en Hitzig: dierproeven: elektrische stimulatie van de hersenen kan resulteren in
gecoördineerde beweging van de ledematen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SelinaG. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.97. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.97
  • (0)
Add to cart
Added