Mastervak formeel belastingrecht aan de VU. Hierin staan alle hoorcolleges van week 1 tot en met week 7, incl werkgroep en incl voorbeeldberekeningen belastingrente (wat op het tentamen gaat komen).
De hoorcolleges werden in de klas gegeven zonder powerpoint dia's. Ik heb de hoorcolleges volle...
-wijze waarop de belastingschuld wordt vastgesteld
-bevoegdheden inspecteur
-waarborgen tegen verkeerd gebruik
(heffing, invordering en rechtsbescherming)
Belangrijke wetten:
AWB – algemene wet bestuursrecht
-regelt de verhouding burgers en overheid
AWR – algemene wet inzake rijksbelastingen
-Awb geeft hoofdregel en kan dat de Awr hierin afwijkt. (6:8 Awb / 22j Awr) (art 8:1 awb / 26 en 26a
Awr)
i. Heffingsmethoden
ii. Rechtsbescherming (standaard)
iii. Rechtsbescherming (variaties)
i. Heffingsmethoden
2 methoden van heffing:
-Aanslagbelastingen (H3 AWR) (ook ib en vpb)
-Aangiftebelastingen (H4 AWR)
Aanslag: wordt door de inspecteur vastgesteld, die bepaald de hoogte van de belasting die moet
worden betaald (vpb, wijze van heffing art 24 vpb)
Aangifte: persoon zelf laat weten, dan is het in principe gefinaliseerd, dan is het afgerond, je krijgt
niet daarna nog een aanslag.
-aangifte op voldoening (omzetbelasting)(gaat om je eigen belasting)(wijze van heffing art 14
OB)
-aangifte op afdracht (loonbelasting)(onderscheid tussen de blp en degene die moet
afdragen)(wijze van heffing art 27 lid 5 lb)
ii. Rechtsbescherming
,Bijv een aanslag vpb wordt opgelegd aan een BV, BV heeft het idee dat de aanslag te hoog is.
Wat kan je daar tegen doen?
-Vpb is een aanslagbelasting.
-H3 AWR, art 11 de aanslag wordt vastgesteld door de inspecteur.
-Bezwaar maken. Art 6:4 lid 1 awb, “Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van
een bezwaarschrift bij het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen.” (briefje waarin zegt
dat je het niet eens bent met de hoogte van de aanslag).
-Termijn, 6:7 awb, 6 weken.
-6:8 awb/Art 22j AWR: “In afwijking van artikel 6:8 van de Algemene wet bestuursrecht vangt de
termijn voor het instellen van bezwaar aan:
a. met ingang van de dag na die van dagtekening van een aanslagbiljet of van het afschrift
van een voor bezwaar vatbare beschikking, tenzij de dag van dagtekening gelegen is vóór
de dag van de bekendmaking, dan wel.”
(aanslagen kunnen anders gedagtekend zijn, als het in de toekomst ligt dan heb je wat extra
tijd. Als het in het verleden is, dan mag je uitgaan van de dag dat je het hebt ontvangen.)
-Art 6:10 Awb, voortijdig ingediend bezwaar, hoofdregel niet ontvankelijk, maar toch
ontvankelijk als het besluit wel reeds tot stand gekomen was, of nog niet tot stand was
gekomen, maar de indiener redelijkerwijs kon menen dat dit wel reeds het geval was.
-Art 6:11 Awb, te laat als de termijn verstreken is. “Ten aanzien van een na afloop van de
termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan
achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is
geweest.” Verschoonbare termijnoverschrijding. (bijv als je kan bewijzen dat je het niet
ontvangen hebt of te laat, naar buitenland niet, ziekenhuis niet als je vaker naar het ziekenhuis
moet)
-Inspecteur kan niet ontvankelijk verklaren NO 6:6
-Wel ontvankelijk 7:11, inspecteur heroverweging, gegrond of ongegrond.
-Art 6:23, naar de rechter, er wordt gekeken of het echt verschoonbaar is, of het verwijtbaar is
aan de blp, als je fiscaal recht studeert dan zal dat niet, want dan moet je het weten.
-HR BNB 2019/184, r.o. 2.3.2, mits…
-inspecteur moet melden hij constateert een verzuim, hij moet daar een termijn voor stellen
om dat te kunnen herstellen.
Beroep:
-8:1 Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de bestuursrechter.
-6:8 bij de rechtbank (tenzij andere bestuursrechter bevoegd is)
-Zelfde bepalingen als bij bezwaar (termijn)
,-Griffierecht, 8:41 (bezwaar is kosteloos, naar de rechter niet) “Het griffierecht bedraagt:
a. € 50 indien door een natuurlijke persoon beroep is ingesteld tegen een besluit als
omschreven in de bij deze wet behorende Regeling verlaagd griffierecht, (Bijlage 3. Regeling
verlaagd griffierecht (artikelen 8:41 en 8:109). Mensen die heeel weinig geld hebben, moeilijk
kunnen rondkomen.)(HR BNB 2014/135, toegang tot de rechter mag niet worden ontzegd als
je het geld niet hebt voor het griffierecht. HR BNB 2015/197, concrete richtlijnen voor wanneer
je het geld niet hebt voor het griffierecht. Aannemelijk maken dat je het niet kan betalen.)
(Onder bepaalde gevallen kan een rechtspersoon dat ook claimen.)
b. € 184 indien door een natuurlijke persoon beroep is ingesteld tegen een ander besluit,
c. € 365 indien anders dan door een natuurlijke persoon beroep is ingesteld.”
-Niet ontvankelijk. Gegrond. Ongegrond. Rechter kan zichzelf onbevoegd verklaren. Art 8:70
awb. (een onbevoegde rechter moet doorsturen, lus. Onbevoegde rechter kan bijvoorbeeld
wanneer het buiten het bestuursrecht treedt, wanneer het bij de civiele rechter moet worden
aangebracht. Daar gelden andere processuele regels, dat kan de bestuursrechter niet voor
diegene doen.)
-8:72 Awb, gevolgen uitspraak.
Hoger beroep
-8:104/105 belanghebbende of bestuursorgaan kunnen dit. Bij de rvs, tenzij een andere
rechter bevoegd acht. Art 12 bijlage. Gerechtshof is bevoegd bij belastingzaken.
-Griffierecht art 8:109, is wat hoger dan bij beroep.
-Hoger beroep is een integrale behandeling. Je mag alles weer aan de orde brengen, ook
nieuwe dingen.
-Art 8:113 Awb, uitspraken.
Cassatie HR
-Staat niet in de awb, staat in de AWR. Art 28 Awr ev. “De belanghebbende die bevoegd was
om hoger beroep bij het gerechtshof in te stellen en Onze Minister kunnen bij de Hoge Raad
beroep in cassatie instellen tegen:” (meer in college 4)
-Karakter is anders dan bij de voorgaande (bezwaar en beroep). Bij de HR is het feitencomplex
gegeven, de HR is geen feitenrechter. De HR verbindt alleen aan de feiten een rechtsoordeel.
Feiten kun je niet meer bij de HR stellen, alleen een rechtsvraag.
Buiten NL: Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg
-Wanneer je denkt dat je mensenrechten geschonden zijn, EVRM.
-Als alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput, dan kun je je wenden tot het EHRM.
1. Eén feitelijke instantie
2. Sprongcassatie (Rechtsvraag houdt ons verdeeld, de feiten zijn we het wel over eens. Dan
sla je de stap van het Hof over, art 28 lid 3 Awr. Als er schriftelijk mee ingestemd wordt.)
3. Rechtstreeks instellen van beroep, prorogatie (je slaat de bezwaarfase over, art 7:1 a awb.
In de bezwaarfase zou een heroverweging moeten plaatsvinden, dus hier wordt niet altijd
mee akkoord gegaan.)
4. Vereenvoudigde afdoening (8:54 awb, als het duidelijk is dan kan de rb de zaak afdoen, bijv
als je je griffierecht niet hebt voldaan en geen beroep op betalingsonmacht, of als er een
vergelijkbare zaak is geweest en de jurisprudentie helder is. Tegen die uitspraak kun je niet
in hoger beroep, daartegen moet je in verzet 8:55 awb, instellen bij dezelfde rechtbank. In
het belastingrecht kan je cassatie instellen tegen een uitspraak op verzet art 28 lid 2 awr. Is
dat in overeenstemming met de grondrechten? HR BNB 2021/135, dit arrest geeft de
achtergrond en waarom het EU-proof is, niet in strijd met de grondrechten.)
5. Herziening 8:119 Awb (Zwaar, als er een novum is. Geen termijn, maar niet onredelijk lang
wachten, moet wel binnen een jaar. Maar wat is een nieuw feit. “De bestuursrechter kan
op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van
feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak,
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en
redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de bestuursrechter eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak
zouden hebben kunnen leiden”. HR BNB 2021/135, 9/12/22 NTFR 2022/3856.
6. Prejudiciële vragen
(1. HvJ EU in Lux is bevoegd over de uitlegging van verdragen en uitlegging van het
Unierecht. Rb kan dan een vraag stellen aan Hvj EU. HR moet vragen stellen als hij het
niet weet. Acte éclairé, als het al gevraagd is. Acte clair, als het al duidelijk is.
(2. HR. TK 34.305 nr 3.
(3. EHRM. Staatsblad 2019/8. Trb 2014/74. HR kan een advies vragen aan het EHRM, het
is niet bindend. Maar is de persoon het niet een met de uitspraak dan kan die persoon
natuurlijk na cassatie naar het EHRM, dus toch wel bindend.))
7. Massaal bezwaar, 25c-25f Awr.
8. Civiele rechter. Art 6:162 BW, OD. (In de praktijk wordt het bijna nooit toegewezen. Maar
nieuw arrest HR 3 feb 2023 ECLI:NL:HR:2023:134. Meer hierover in college 3. Civiele
rechter is bevoegd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LauraJansenLAW. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.