100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Antropologie en Sociaal Werk, leerjaar 1 HBO Social Work $7.61   Add to cart

Summary

Samenvatting Antropologie en Sociaal Werk, leerjaar 1 HBO Social Work

 62 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Ik heb deze samenvatting geschreven aan de hand van de stof uit het boek, informatie uit de sheets in de powerpoints van de hoorcolleges en informatie van de betreffende docent die de hoorcolleges geeft. Zelf heb ik dankzij deze samenvatting een 8.2 gehaald

Preview 3 out of 28  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 en 3 t/m 7
  • March 26, 2023
  • 28
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Antropologie en Sociaal Werk
Hoofdstuk 1: De sociaal werker als antropoloog
Wat is culturele antropologie?
 Antropologie: antropos = mens, logie = leer, cultuur = kolere
Culturele antropologie is als wetenschap ontstaan op het snijpunt van de industriële
revolutie en het kolonialisme van westerse landen in Azie, Afrika, de Pacifische
eilanden, Zuid- en Midden-Amerika en de Noordpool (modern imperialisme). Een
deel van de Europeanen vond het vanzelfsprekend om te gaan denken dat blanke
Europeanen superieur waren. Veel Europeanen, waaronder antropologen, vonden
dat zij de taak hadden om in de rest van de wereld ook voor vooruitgang te zorgen.
Hier kwamen mensen erachter dat er verschillende samenlevingen zijn met
verschillende ideeën. Hierdoor ontstond het vakgebied culturele antropologie

Culturele antropologie = de leer van de mens als cultureel wezen

Cultuur wordt gezien als ambacht, kunst, religie en wetenschap, zoals literatuur en
architectuur. Cultuur is:
- Aangeleerd: voortplanting, eten, werken, huwen, een gezin stichten, kinderen
opvoeden en menselijke emoties uiten verschilt per cultuur. Dat komt omdat
cultuur wordt aangeleerd door de sociale omgeving. Cultuur is een
betekenisgeving aan de wereld om ons heen.
- Aan verandering onderhevig: we spreken van creolisering van cultuur,
waarmee bedoeld wordt dat er door wederzijdse beïnvloeding van culturen,
een nieuwe samengesmolten cultuur ontstaat.
- Situationeel bepaald: je bent cultureel gezien iemand anders in verschillende
situaties, je persoonlijkheid en de wijze waarop je je gedraagt en kleedt, hangt
af van de subcultuur waar je je in bevind

Waarom antropologisch leren kijken?
De eerste vraag die antropologen stelden; hoe leven mensen samen zonder een
centrale overheid? Deze vraag is ook relevant binnen de Nederlandse samenleving.
De overheid trekt zich terug, gemeenten/wijken moeten de zorg steeds meer zelf
regelen en organiseren en cliënten moeten steeds meer zelf hun eigen oplossingen
bedenken. Hoe doen ze dat? Welke ‘rituelen’ bedenken ze daarvoor? En hoe pakken
die ‘rituelen’ uit?

Diversiteit versus intersubjectiviteit
Diversiteit = nadruk op cultuurverschil
Intersubjectiviteit = nadruk op cultuurovereenkomsten

Hoe werken antropologen?
Antropologen dompelen zich volledig onder in de betreffende cultuur (participerende
observatie) omdat ze graag levenswijzen wilden vastleggen die met de komst van
het kolonialisme snel veranderen. Ook wilden antropologen doordringen tot de
‘wezenlijke’/ ‘elementaire’ vormen van de instituties van de primitieve mens. Dit was
revolutionair, want culturen werden tot dan toe bestudeerd als menselijke
dierentuinen zonder geschiedenis. In de antropologie spreken we van een emic-
perspectief, deze gaat uit van het bestuurde binnen het systeem van cultuur en de

,structuur daarbinnen, maar niet het systeem als zodanig. Ook kan er gesproken
worden van een ‘insidersperspectief’ dat uitgaat van onderzoek vanuit de
persoonlijke ervaring of cultuur waarvan de onderzoeker deel uitmaakt.
 Antropologische technieken: Veldwerk en participerende observatie. Je
moet als antropoloog goed kunnen observeren, je kunt niet observeren zonder
waar te nemen. Je bepaalt voor je observatie op welke punten je wilt gaan
letten: systematisch waarnemen. Participerende observatie wordt vooral
gebruikt in explorerend onderzoek en om toegang te krijgen tot onbekende
populaties. Het doel van participerende observatie is onderzoeken of mensen
hetzelfde doen als dat ze zeggen. Waarom doen mensen wat ze doen? Hoe
kun je dat begrijpen? Een sterk punt van participerende observatie is dat de
onderzoeker niet blind vaart op wat respondenten hem op 1 moment vertellen.
 Going native: Volledig ondergedompeld / participant in andere cultuur. Door
actief mee te doen aan het normale leven probeert de veldwerker het
vertrouwen te winnen van de lokale bevolking en het sociale leven zo
‘authentiek’ mogelijk kan waarnemen.
 Frontstage en backstage verhalen: Thick description. Antropologen maken
onderscheid tussen ‘frontstage’ en ‘backstage’ activiteiten van mensen. Hoe
langer je verblijft in een bepaalde gemeenschap, hoe meer kans je hebt om
door te dringen tot de backstage-identiteit van mensen. Thick description houdt
in dat observaties in veldwerk in wisselwerking met de omgeving worden
beschreven in een dagboek. De onderzoeker geeft dus gedetailleerde
beschrijvingen van onder andere situaties/omstandigheden waarin iemand
leeft. Alleen beschrijvingen die van belang zijn voor bepaalde
conclusies/perspectieven moeten worden vastgelegd.

Antropologie heeft niets te zoeken bij waarheidsvinding. De antropoloog moet
vertrekken vanuit het standpunt dat elk sociaal fenomeen een belangrijk onderdeel
uitmaakt van mens zijn. Om tot het wezen van de ander door te dringen en de ander
van binnenuit te begrijpen, moet de antropoloog zoveel mogelijk leren de wereld
vanuit de positie van de ander te bekijken en te doen alsof hij de ander is. Cruciaal
daarbij is het hebben van empathie.

Om preventief problemen te voorkomen, moeten sociaal werkers steeds zichtbaarder
worden in het werkveld: ook wel outreachend werken genoemd. Grondlegger van
outreachend werken is Thomas Chalmers (1780-1847). Wat nodig was, was een
actieve binding met de gemeenschap die door sociale vaardigheden aan te leren zelf
de problemen wel aan kon pakken. Vanuit deze visie ontwikkelde hij één van de
eerste basisconcepten van het sociaal werk. We spreken hier dan ook wel van
normatief sociaal werk, waarbij de sociaal werker vanuit een superieure positie de
cliënten ‘beschaafder’ probeert te maken.

Tegenwoordig wordt outreachend werken ‘eropaf’ genoemd en heeft het een andere
betekenis gekregen: outreachend werken achter de voordeur en bemoeizorg. Eropaf
staat voor een visie op de hulp- en dienstverlening die een breuk vormt met het
recente verleden. Sociaal werkers die volgens deze methode werken, staan voor de
opgave een balans te vinden tussen passieve en actieve grondrechten

, Verandering begint met sociologische verbeeldingskracht. In dit vak leer je een
sociaal probleem van meerdere kanten te bekijken. Met andere woorden: jullie
moeten met sociologische verbeeldingskracht naar een sociaal probleem kunnen
kijken alvorens er een oplossing voor te bedenken.

Drie antropologische perspectieven om je sociologische verbeeldingskracht te
trainen
 Structureel functionalisme: Grondlegger; Emile Durkheim. Gaat uit van de
samenleving als complex systeem. Dit systeem is: solidair, harmonieus en
beoogt sociale cohesie. Gericht op voortbestaan van het systeem.
Samenleving is een stabiel systeem, met allerlei instituten onderling
verbonden, draagt bij aan het functioneren van het geheel. Denk aan,
gezinnen, scholen, zorginstellingen, sportvereniging, supermarkt, etc.
Instituten hebben verschillende functies; Kijk naar instituties als school, zorg;
wat zijn hiervan de functies? Centraal staat de gedachte dat individuen zich
aan moeten passen aan de samenleving. (systeem belangrijker dan individu,
heel erg veel belang aan regels). Cultuur is daarmee een product van
menselijke afspraken, waarden en gedragingen. Sociale ongelijkheid wordt
gezien als onvermijdelijk, het is vanzelfsprekend. Alleen een sociale structuur
draagt positief bij aan de opvoeding, het onderwijs of hulpverlening van
mensen. Om veranderingen in te passen in een samenleving worden rituelen
ontwikkeld (overgangsrituelen). Sociaal werk is ook een ritueel om de
samenleving in evenwicht te behouden.
 Conflicttheorie: Grondlegger: Karl Marx. Conflictsociologie stelt dat elk sociaal
systeem niet door consensus gekenmerkt wordt, maar door conflict. Tussen
kapitaal en arbeid, of tussen de gezaghebbende en onderdanen. De
samenleving bestaat uit op klasse, sekse en ras gebaseerde sociale
ongelijkheden op economisch niveau. Het functioneren van de samenleving
komt sommige categorieën mensen ten goede en pakt voor andere
groeperingen slecht uit. Sociaal handelen komt voort uit de strijd om posities,
macht, bezit en (her)schept de samenleving. Centraal staat; niet de individu
moet veranderen, maar ontwikkelingen die leiden tot ongelijke
maatschappelijke structuren. Sekseconflictbenadering, feminisme,
rassenconflictbenadering, sociale ongelijkheid, mensenrechtenschending
(structuren maken mensen kapot, buiten de lijntjes kleuren). De klassenstrijd
staat centraal (Karl Marx): rijken worden steeds rijker, armen steeds armer.
Hierdoor zou er een maatschappelijke revolutie komen. Max Weber onder
andere ging uit van conflicten tussen meer dan twee klassen. Men
onderscheidt naast de tegenstelling kapitalist-bezitloze ook andere
economische tegenstellingen tussen mensen. De maatschappelijke structuur
kan beperkend werken voor groeperingen van mensen. Zolang de
maatschappij niet ingrijpend veranderd, zal maatschappelijke ongelijkheid
voortduren. Cultuur is in de ogen van conflictsociologen een dwingende set
van regels, normen en waarden die opgelegd worden door sociale instituten
die leiden tot grotere sociale ongelijkheid.
 Symbolisch interactionisme: Grondleggers: Blumer en Goffman. De
samenleving wordt opgevat als het resultaat van de interacties tussen
individuen. Er bestaan geen instituten, slechts mensen. In interactie, geven
mensen aan vrijwel alles een bepaalde betekenis. Deze ‘betekenis’ is ‘de
werkelijkheid’ die mensen ervaren. Dit verschilt per persoon en per situatie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller selinaberkel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.61  3x  sold
  • (0)
  Add to cart