100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Master Accountancy & Control - Judgement & Decision Making $7.61   Add to cart

Summary

Samenvatting Master Accountancy & Control - Judgement & Decision Making

 19 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Master Accountancy & Control - Judgement & Decision Making including paper summaries

Preview 3 out of 18  pages

  • March 26, 2023
  • 18
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Week 1: Hoe zouden mensen beslissingen moeten maken

 Judgement (oordeel)  Dit hecht ergens een waarde aan, zoals bijvoorbeeld een schatting,
evaluatie en een mening.
 Decision (beslissing)  Dit is een keuze die je maakt uit verschillende alternatieven

Met betrekking tot accounting informatie heb je de volgde onderwerpen;.

1) De productie van accounting informatie, hierbij kan je denken aan de afschrijvingsmethode, de
waarderen, classificatie, layout.
2) De certification van accounting inforamtie, hierbij kan je denken aan de materialiteit, het risico,
going concern en complexe schattingen.
3) De gebruikers (use) van accounting informatie, dit zijn de eigenaren/investeerders (cash flows &
buy/sell), de analisten (voorspellingen), crediteuren (risico) en overheid (belastingen etc.)

Er zijn 3 verschillende soorten beslissingen (decisions);

1) Normative, Dit is hoe mensen belslissingen zouden moeten maken. Hierbij gebruike je alle
informatie die beschikbaar is in een optimale manier om de uitkomst te maximalizeren. Hierbij is
de uitkomst maximaal en dit leidt tot de beste oplossingen (mensen denken niet zo);
2) Decriptive, Dit is hoe mensen daadwerkelijk beslissingen maken.
a. Mensen zijn goed voorbereid om snelle en simpele beslissingen te maken in een stabiele
en voorspelbare omgeving. Homogene actors en verspillen niet meer energie dan nodig.
b. Mensen zijn niet goed voorbereid om complexe beslissingen te maken in een
dynamische en onvoorspelbare omgeveing met veel hetrogene actors.
3) Prescriptive, Dit zijn praktische suggestisch welke zijn gebaseerd op bovenstaande modellen.

Er zijn 2 verschillende soorten mbt het denken. Beide systemen staan altijd aan en hierbij gaat systeem 2
aan als er moeilijkheiden zijn bij systeem 1.

1) Systeem 1: Dit is het automatische systeem wat we voor de dagelijkse bezigheden gebruiken. Dit
systeem geeft de input voor systeem 2 en kan niet uitgezet worden;
2) Systeem 2: Dit is een langzaam systeem waarbij er veel moeite gedaan moet worden. Dit
systeem is onafhankelijk van de input van systeem 1 en wordt niet vaak genoeg gebruikt.

Accessibility (toegankelijkheid)  Hoe gemakkelijk komt er iets in je gedachte, hierbij komen intuïties en
verwachten zonder moeite in je gedachte. Je hersenen zijn snel tevreden waardoor het snel overgaat
naar conclusies. Twijfels en onzekerheid voelen niet goed wardoor je vaak actie gaat ondernemen.

Heuristic (heuristiek)  In plaats van het beantwoorden van een moeilijke vraag (systeem 2) is onze
eerste reactie om een meer/makkelijker antwoord te vinden op een gerelateerde vraag (systeem 1). We
ruilen hierbij een lastige vraag in voor een makkelijkere vraag. Heuristieken zijn relatief simpele
procedures die ervoor zorgen dat we een betrouwbare, vaak imperfecte, oplossing vinden voor moeilijke
problemen. Hierbij zijn er vier verschillen;

1) Availability (beschikbaarheid), dingen die in je gedachte opkomen zijn makkelijker te beoordelen
alszijnde goed en waarschijnlijker.

, 2) Representativeness (representatief), oordelen worden beïnvloed door hoe typisch iets is voor
zijn categorie.
3) Confirmation (bevestiging), oordelen worden beïnvloed door wat we verwachten, we
interperteren nieuwe informatie als bevestiging van onze huidige verwachting.
4) Affect (effect), oordelen worden beïnvloed door onze huidige emotionele status

Utility (het nut)  “Utility” is hetgene wat is gemaximalizeerd. Normative modellen vertellen ons niet
wat we moeten maximalizeren, maar deze vertellen ons wat we moeten doen om hetgene te
maximaliseren wat we proberen te maximalizeren. Hierbij heb je;

 Transitivity, als A > B & B > C dan kunnen we ook zeggen dat A > C;
 Connectedness, het is mogelijk om A & B te vergelijken (A > B of A < B of A = B)

Expected Utility Theory (EUT), er moet altijd gekozen worden voor de optie met de hoogste verwachte
uitkomst (expected utility). Deze wordt berekend door de uitkomst x de kans. Er zijn verschillende
soorten kansen:
- Logical (logisch), dit is bijvoorbeeld met een dobbelsteen hierbij heb je altijd 1/6 kans;
- Objective (objectief), hierbij is er elke keer evenveels kans, als je 1M keer gooit met een
dobbelsteen is de kans op elke kant evengroot;
- Personal (persoonlijk), wat gebeurd er in mijn specifieke situatie, dit is het meest realistische in
het echte leven.

Om dit te berekenen gebruiken we de Bayes theorie, zie hieronder;




Voorbeeld: In de huidige maand regent het 10% van de dagen en 40% van de dagen begint het bevolkt.
Als het regent dan is de kans 50% dat de dag ook bevolkt begon.

Vraag: wat is de kans dat het gaat regenen als je ziet dat het bevolkt is (de kans op regen gegeven dat het
bevolkt is).

A = de kans op regen (10%)
B = de kans op bevolkt (40%)
A I B = de kans op bevolkt, gegeven dat het regent (50%)

, Week 2: Hoe hechten we waarde aan dingen

We hechten waarde aan bepaalde dingen door de volgende vier punten:

1) Riks aversion & ambiguity aversion, hierbij hecht je meer waarde aan iets dat zeker is vs. iets
wat riskant is, ook al is de verwachte uitkomst/waarde hetzelfde.




Dit hangt samen met de prospect theorie, we hebben een hekel aan onzekerheid, tenzij het ons uit
situaties kan helpen die slecht zijn. Hierbij zijn we risicomijdend als het om winsten gaat en risico-
zoekend als het om verliezen gaat (verliezen wegen hoger dan winsten). Ook hangt de waarde die we
aan iets hechten af van wat we op dit moment hebben.

Speciale gevallen zijn het zekerheidseffect (certainty effect): uitkomsten die bijna, maar niet helemaal,
zeker zijn, krijgen meer gewicht dan dat ze zouden moeten hebben obv waarschijnlijkheid. Daarnaast het
mogelijkheidseffect (possibility effect): hoogst ongwaarschijnlijke uitkomsten krijgen meer gewicht dan
zou moeten obv waarschijnlijkheid.

Dit hang ook samen met het “Ellsberg Paradox” die aangeeft dat we minder willen betalen voor een
vage keuze vs. een duidelijke keuze. Daarnaast zijn ook bekende kansen populairder vs. niet bekende
kansen (voorbeeld met knikkers).

2) Loss aversion (tegen verlies), hierbij weegt het verlies zwaarder mee dan winsten (ook al is de
impact even groot). Dit hangt samen met het “endowment effect” waarbij we meer waarde
hechten aan iets wat we al hebben vs. iets wat we nog niet hebben.

Voorbeelden hiervan zij het IKEA effect (hechten er meer waarde aan als we het zelf maken) & het
“zero-price effect” waarbij het verschil tussen gratis en een klein bedrag substantieel is.

3) Framing (presenteren), het gaat hierbij om het presenteren van iets alszijnde een winst of een
verlies. Mensen hechten meer waarde aan het woord “winst” dan verlies. Het “Tom Sawyer
effect” geeft aan dat framing gezien kan worden als een unieke kans of onaangename taak.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninol. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78252 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.61
  • (0)
  Add to cart