Analfabetisme: ongeletterdheid: iemand kan niet lezen of schrijven.
Laaggeletterdheid: iemand heeft moeite met lezen en schrijven maar kan het wel.
Kinderen van laaggeletterden ook groot risico op laaggeletterdheid, ze groeien op in taalarme
omgeving.
Gevolgen laaggeletterdheid:
- Sociaal: maatschappij, werk en dagelijks leven.
- Ook maatschappelijk probleem: lager inkomen en minder uren: inkomsten uit loonbelasting
dalen.
- Laaggeletterden vaak (langdurig) werkloos of arbeidsongeschikt: aantal uitkeringen stijgt.
Actieplan van overheid: “Geletterdheid in Nederland”. Doel: laaggeletterdheid in Nederland laten
dalen.
- Het is duidelijk zichtbaar op welk niveau een leerling de Nederlandse taal en het rekenen
beheerst;
- Taal- en rekenonderwijs wordt op alle scholen zo veel mogelijk op dezelfde manier
aangeboden;
- Scholen gebruiken dezelfde woorden en begrippen om het niveau van hun leerlingen aan te
geven;
- Lesmethodes voor taal en rekenen starten in het basisonderwijs en lopen door tot het einde
van het voortgezet onderwijs.
Om doelen te bereiken is referentiekader ontwikkeld: welke taal- en rekenniveaus moet je hebben
op bepaalde momenten in je (school)loopbaan. De niveaus zijn Fundamentele niveaus (F). Elke
Nederlander zou minimaal ‘algemeen maatschappelijk functioneel niveau’ moeten bereiken (2F)
(schriftelijk). Mondeling en lezen 3F.
Stichting Lezen & Schrijven heeft projecten ontwikkeld om laaggeletterden bij te scholen:
- Taal voor het Leven: doel laaggeletterden beter te leren lezen en schrijven.
- EVA: Educatie voor Vrouwen met Ambitie: lees- en schrijfvaardigheid van vrouwen
verbeteren.
- Taal maakt gezonder: campagne die zich richt op zorgverleners. Doel is signaleren van
laaggeletterden en deze vervolgens doorverwijzen naar een taalcursus.
- Taal Werkt! Richt zich op bedrijven. Doel is werkgevers bewust te maken van laaggeletterden
die in dienst zijn en vervolgens laaggeletterdheid aan te pakken.
Thema 17: Pesten
Pesten: iemand wordt vaak en langdurig door anderen opzettelijk vervelend behandeld, wat leidt tot
lichamelijke verwonding en/of psychisch lijden. Pesten is universeel en niet cultuurgebonden. Pesten
is een serieus sociaalmaatschappelijk probleem.
1
, Algemene risicofactoren:
- Kans groter in beginnende groep;
- Kans groter in bestaande groep waar nieuwe kinderen bij komen;
- Kans groter op VMBO dan op HAVO en VWO;
- Kans groter bij jongeren 10-14 jaar met een piek bij overgang naar middelbare school;
- Kans bij jongens onderling groter dan bij meisjes onderling.
Voor de pester geldt:
- Kans om pester te worden groter bij weinig aandacht of betrokkenheid van ouders;
- Kans groter bij mishandeling door ouders;
- Kans groter als kind opgroeit in achterstandsbuurt;
- Kans groter als kind opgroeit in onvolledig gezin/ groot gezin.
- Pester vaak thuis onoplosbare problemen en reageert dit af op een zwakker kind.
- Pester wil graag domineren én waardering van anderen.
- Kinderen die goed aanvoelen wat mensen denken en voelen: daardoor ook zwakke plekken
bekend.
- Kleine groep pesters is zelf ook eerst gepest.
Slachtoffers:
- Hebben weinig zelfvertrouwen;
- Geen/ weinig vrienden: eenzaam;
- Extra kwetsbaar door bijvoorbeeld vroeggeboorte, lichamelijke/ geestelijke beperkingen,
gedragsproblemen of fysiek/ emotioneel afhankelijk van ouders;
- Jongens: vaak klein of zien er zwakker uit.
Rollen:
Pester
Slachtoffer
Assistent: iemand die pester aanmoedigt vanaf de zijlijn.
Meeloper: kind dat zwijgend of lachend onbewust de acties van de pester goedkeurt. Vaak bang zelf
slachtoffer te worden.
Zwijger: weet dat er gepest wordt, maar doet niets. Negeert pestgedrag, maar tolereert onbewust uit
angst.
Verdediger: durft op te komen voor slachtoffer maar zal niet optreden tegen pester.
Verschillende vormen:
Plagen: geen kwaad in zin, één op één, gemakkelijk te stoppen. Geen ongelijkheid.
Pesten: ongelijke machtsverhouding, negatieve sfeer, meerderen tegen één.
Direct pesten: ‘recht voor je raap’ pesten. Schoppen, laten struikelen, uitschelden, bedreiging. Kan
iedereen zien en horen: direct pesten.
- Fysiek geweld: iemand lichamelijk pijn doen;
- Materieel geweld: spullen stelen of stukmaken;
- Verbaal geweld: schelden, uitlachen, vernederen, bedreigen;
- Pesten via social media: belastende filmpjes of foto’s digitaal verspreiden;
- Mentaal geweld: achtervolgen, opwachten;
- Afpersen: pester dwingt slachtoffer tegen zijn zin iets te doen, bijv. snoep meebrengen,
speelgoed afgeven of geld stelen.
Jongens doen meer aan direct pesten.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mvdnbersselaar. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.