SAMENVATTING AARDRIJKSKUNDE | H2 LANDSCHAP
PARAGRAAF 2
Reliëf = verschil in hoogte tussen landschappen.
Verwering = gesteente word aangetast en afgebroken, hierdoor verandert het reliëf.
Mechanische verwering = vooral het afbreken van gesteente, hierbij verandert de samenstelling
niet. Mechanische verwering kan op die manieren worden veroorzaakt:
- Vorstverwering = overdag komt er een klein beetje water in de spleetjes van de steen. ’s Nachts,
bevriest dat en zet het water uit. Daardoor worden de spleetjes steeds groter en breekt de steen op
een gegeven moment af.
- Temperatuurverschillen = het gesteente verbrokkeld doordat de steen overdag warm word en
krimpt, maar ’s nachts koud word en uitzet. Uiteindelijk breekt de steen.
- Biologische verwering = plantenwortels groeien tussen de steen door. Als deze dikker word, kan de
wortel de steen laten breken.
Chemische verwering = de samenstelling van het gesteente veranderd doordat zuurstof en vocht
reageren op het gesteente. De steen word daardoor aangetast. Het roesten van ijzer of het oplossen
van kalkdeeltjes kan er ook voor zorgen dat een steen word verweerd.
Karstgebieden = gebieden waar hele stukken gesteente zijn verdwenen door chemische verwering:
door spleten in de grond komt regenwater naar beneden. Door plantenwortels word dit water een
beetje zuur. Dat zure water lost kalksteen op waardoor er grotten ontstaan.
PARAGRAAF 3
Jonge gebergten zijn altijd hoger dan oude bergen, want jonge bergen hebben namelijk nog minder
met verwering te maken gehad. Jonge bergen hebben puntige toppen en steile hellingen, oude
gebergten hebben afgeronde toppen en niet zulke steile hellingen.
Massabewegingen = gesteente laat los door verwering en rolt naar beneden. Bij een steile helling
rolt het gesteente snel naar beneden, maar bij een flauwe helling, rolt het langzaam naar beneden.
Puinhelling = verbrokkeld gesteente onder aan een helling.
Erosie = het uitschuren van gesteente doordat water en stenen erlangs bewegen. Hierbij word dus
gesteente afgebroken.
Riviererosie = gesteente komt in de rivier terecht en botst daarin tegen andere stenen waardoor het
afbreekt. Het schuurt ook langs andere stenen waardoor de stenen steeds ronder worden. Je krijgt
grind. Doordat de stenen in de rivier ook langs de bodem schuren, word die ook uitgeschuurd. Je
krijgt een rivierdal: een V-dal.
Gletsjers = grote ijspakketten die zich een weg banen tussen de bergen door. Doordat er elk jaar
nieuwe sneeuw valt, hoopt dit zich op. Je krijgt een firnbekken, dat is het bovenste deel van de
gletsjer. Door deze firnbekken komt er veel druk op de sneeuw eronder. Dit word ijs. Door het
gewicht van dat ijs, stroomt de gletsjer langzaam naar beneden. Het schuurt langs de wanden van
het dal, dat dat heeft een andere vorm dan een rivierdal: het is een U-dal.
Winderosie = als er zand in de wind zit, kan dat enorm schuren. Dit komt alleen voor in gebieden
waar weinig water stroomt.
Door alle erosie worden stenen heel klein. De steentjes die je met het blote ook nog kunt zien, zijn
grind en zand. Maar de steentjes die je alleen onder de microscoop kunt zien, heten klei.
PARAGRAAF 4
In de bovenloop stroomt het water snel en het sediment zijn grote stenen.
In de middenloop stroomt het water normaal en het sediment zijn kiezels en grind.
In de benedenloop stroomt het water langzaam en het sediment zijn zand en klei.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijn4426. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.