Samenvatting op basis van notities van hoorcolleges (dus niet enkel slides), slides van de docent en teksten uit het handboek. Voor dit vak heb ik in eerste zit een 15/20 behaalt. Enkel H1 ontbreekt uit deze samenvatting.
Management
H2-Externe en interne omgeving
Case= Amazon en Jeff Bezos
2.1 Organisatie als een open systeem
Organisaties worden beïnvloed door hun omgeving en trachten zelf die omgeving te
beïnvloeden.
Gelijkaardig met deel leerstof van marketing.
PESTEL
1
,De macro-omgeving
De economie: beïnvloedt de wijze waarop doelen worden nagestreefd en beïnvloedt de
strategische keuzes van de managers. ➔indicatoren: rentevoet, inflatie, energiekosten, groei,
werkloosheidsgraad, wisselkoersen,…
Rentevoet bepaalt sparen en ontlenen. Voor een manager is het belangrijk om de indicatoren te
weten en te begrijpen.
*Managers en beurzen: Beursgang (IPO) levert financiën, maar er is dan ook meer druk op
topmanagement om verwachtingen in te lossen van de investeerders.
Negatief effect: meer focus op KT-resultaten i.p.v. LT (duurzaamheid, succes, ethiek)?
➔Shareholder vs stakeholder model: geduld is nodig maar druk is groot van shareholders.
De technologie: nieuwe producten, productietechnieken, nieuwe markten en niches.
-HR is daardoor ook beïnvloedt, leidinggeven is nu anders dan vroeger.
R&D uitgaven overheid en industrie.
Wetten en reguleringen: belastingwetten, milieuwetten, ECB, internationale handel,
intellectuele eigendomsrechten, EU concurrentiebeleid.
Demografie: bevolking volgens leeftijd, geslacht etc
-Maar ook demografische en maatschappelijke trends (groei, immigratie, gender en diversiteit…)
➔ Voor HR-management: ouderschapsverlof, verlofdagen, telewerken , inclusiviteit etc
2
,Duurzaamheid, natuur en milieu: rekening houden met de problematiek. Niet handelen alsof
men ons in een onuitputbare omgeving bevinden.
“If the size of your failures isn’t growing, you’re not going to be inventing at a size that can
actually move the needle” -Jeff Bezos
De concurrentieomgeving:
Vijfkrachtenmodel van Porter (dicht bij de werkelijkheid)
Minder ruime benadering dan macro-omgeving (specifieker).
Bestaande concurrentie: Wie? Grote of kleine spelers? Spelers die nieuwe kanalen benutten ?
Hoe concurreren ze ? (prijsverlagingen, nieuwe producten, reclame etc.)
Bv Torfs moet rekening houden met globale spelers binnen zijn concurrentieomgeving.
➔open-minded zijn met omgeving (onverwachte hoeken)
*Concurrentie wordt heviger bij meer concurrenten, groeivertraging in industrie (dus minder
klanten voor veel concurrenten), overcapaciteit in industrie. Maar ook gelijkaardige producten
(moeilijk om te differentiëren).
Nieuwe toetreders: = nieuwkomers op de markt
Toetredingsbarrières : als hoog (moeilijk om toe te treden), als laag (makkelijk toetreden).
Dus hoe hoger de barrières hoe kleiner de dreiging. Overheidsbeleid (subsidies),
schaalvoordelen, opstartkosten, merkidentificatie (trouwe klanten) distributiekanalen etc
➔bepalen TB
3
, Substituten en complementaire goederen:
Substituten= alternatief product of dienst (potentiële dreiging).
Complementaire goederen= producten en diensten die samen gebruikt worden
➔de dreigingen zijn dan de technologieën die leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe
substituut. Maar ook veroudering eigen product en veranderend consumptiegedrag.
➔het gevolg is dan minder speling om prijs te verhogen. Een oplossing is zelf substituten voor
eigen producten en complementaire goederen produceren (cross-selling)
Bv Unilever met
magnum en ola
Leveranciers: verkopen input, hebben invloed op inkopend bedrijf.
-bepalen mee kwaliteit, productietijd, prijs…
*Supply chain management: management van verwerving, omzetting in producten en distributie
aan de klanten .
*Onderhandelingsmacht leveranciers is groot wanneer:
-beperkte alternatieve inputs
-unieke product
-hoge overstapkosten (kan ook psychologisch zijn, te veel moeite)
-koper kleinschalig is
Klanten:
-B2B of B2C: willen betere kwaliteit, prijzen etc
*Onderhandelingsmacht van de klant is hoog wanneer:
-hij een groot deel van de output koopt
-hij alternatieven heeft
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisf1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.