Voorstel Europese Commissie = een richtlijn ter bestrijding van geweld tegen
vrouwen en huiselijk geweld
Geharmoniseerde definitie van het delict verkrachting
3 vormen verkrachting: opzet, culpa, gekwalificeerde variant
Doel: beter bescherming van de lichamelijk integriteit en hert seksuele
zelfbeschikkingsrecht van mensen
Kritiek: het voorstel is beperkt tot vrouwelijke slachtoffers, terwijl de Nederlandse strafwet
zich tot zowel vrouwen als mannen richt en boogt hen in gelijke mate wettelijke
bescherming te bieden discriminatie
Gevolgen:
Een lidstaat mag in principe meer strafbaar stellen dan waartoe de richtlijn verplicht,
maar HvJEU is slechts van toepassing op verkrachtingszaken waarin vrouwen het
slachtoffer zijn.
Prejudiciële vragen aan het HvJ kunnen slechts worden gesteld in verkrachtingszaken
met vrouwelijke slachtoffers.
Week 2: Wederrechtelijkheid en causaliteit
N.J.M Kwakman: ‘Causaal verband in de Groninger HIV-zaak: een reactie,’ Delikt & Delinkwet
2012/45
Leerstuk: causaal verband
Reactie op Witjens
Heeft CSQN-vereiste nu zijn langste tijd wel gehad?
- Witjens beoogt van wel
- Kwakman wis en zeker niet; hij voorspelt dat de HR in de toekomst nog meer
betekenis zal toekennen aan deze ‘empirische’ ondergrens, om de normatieve
teugels weer wat ‘feitelijker’ aan te trekken
Context: veelal wordt in de literatuur aangenomen dat het causaliteitscriterium van de
redelijke toerekening in ieder geval rechtvaardig klinkt, maar qua inzichtelijkheid te wensen
over laat.
Groninger-HIV: verdachten veroordeeld wegens poging zware mishandeling, maar
vrijgesproken van zware mishandeling niet kon worden bewezen dat de Hiv-besmetting
was veroorzaakt oor het injecteren van het besmette bloed. (Causaal verband)
, Kwakman: altijd sprongetje nodig tussen het bewijsmaterieel en de bewezenverklaring. Als
ondergrens van bewijs van strafrechtelijke relevante causaliteit is het CSQN-verband
hierbij moet onzekerheidsmarge worden geaccepteerd: kan niet worden gebaseerd op het
gegeven dat de verdachte niet mag ‘wegkomen’ met de feiten. De onzekerheidsmarge moet
onaanvaardbaar worden geacht en mag niet afhankelijk zijn van de aard van de gevolgen.
CSQN-verband is de feitelijke ondergrens, daarna volgt de normatieve redelijke toerekening.
Meerdere oorzaken die zo doorslaggevend zijn geweest voor het gevolg, dat het niet langer
redelijk is om het gevolg aan de verdachte toe te rekenen. Dit is de bovengrens van
causaliteit. Hierbij speelt normatieve redelijke toerekening wel een rol; de causale keten
wordt dan door een normatief oordeel doorbroken. Indien het normatieve ‘toerekening naar
redelijkheid’ zou worden toegepast op het CSQN-vereiste, zou dit een uitbreidende werking
hebben van de ondergrens van de causaliteit. Dit is ontoelaatbaar.
E.M. Wiitjens, ‘Het bewijs van causaal verband in de Gronger HIV-zaak,’ Delikt & Delinkwet
2012/35
De rechtbank komt niet tot een bewezenverklaring omtrent het causaal verband. De hiv-
besmettingen kunnen veroorzaakt zijn door anderen dan de gedragingen van de verdachten.
De verdachte is dus veroordeeld dus tot poging tot zware mishandeling met voorbedachten
rade.
Hof bepaalt of er een causaal bestand bestaat aan de hand van de maatstaf van redelijke
toerekening. De gedraging was naar haar aard geschikt om het ingetreden gevolg teweeg te
brengen of het gevaar daarvoor in relevante mate te vergroten.
Een wisselwerking bestaat tussen empirische causaliteit (eerst) en toerekening naar
redelijkheid (daarna). Bij de Groninger HIV-zaak vond de auteur dat CSQN niet de juiste
manier was om een empirisch oordeel in het causaliteitscriterium te verwerken. Auteur is
van mening dat de empirische causaliteit de redelijke toerekening moet worden benaderd,
waarmee hij bedoelt dat de rol die de empirische causaliteit speelt uiteindelijk bepaald
wordt door het normatieve perspectief van aansprakelijkheid. Hij vraagt zich af (zoals
Kwakman stelt) de CSQN-test als uiterste grens ook de enige bruikbare test is voor feitelijke
causaliteit volgens Wiitjens niet helemaal geschikt om wetenschappelijk bevindingen over
causaliteit in het recht te verwerken. Wetenschappers kunnen nooit met zekerheid
vaststellen of deze gebeurtenis gevolg is van deze oorzaak daardoor is het empirische
causaliteitsoordeel altijd een waarschijnlijikheidsoordeel.
Volgens Wiitjens: de benadering van de causaliteit moet vanuit redelijke toerekening niet
leiden tot een situatie waarbij de empirische causaliteit geen rol meer zou spelen. Het
oordeel van het hof laat te veel onzekerheid over de empirische causaliteit. Uitgangspunt: in
het specifieke geval het gedrag van de verdachte inderdaad hoogstwaarschijnlijk heeft
bijgetreden aan het ingetreden gevolg.
Zolang in de rechtspraak voldoende aandacht wordt gegeven aan de empirische
component in de redelijke toerekening, waarmee in dit arrest een begin is gemaakt, is het
loslaten van de CSQN-eis geen enkel probleem.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floorvanalten. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.