100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Europees Arbeidsrecht week 1, 6 en 7; Pennings & Peters $12.35
Add to cart

Summary

Samenvatting Europees Arbeidsrecht week 1, 6 en 7; Pennings & Peters

1 review
 53 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Beknopte samenvatting van de tentamenstof voor het vak Europees Arbeidsrecht. In combinatie met de slides van de werkgroepen en het kijken van de hoorcolleges een uitstekende voorbereiding voor het tentamen.

Preview 4 out of 46  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 6 en 7
  • March 27, 2023
  • 46
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: jorienvisser • 1 year ago

avatar-seller
Week 1
Literatuur
Par. 1.1-1.4, 6.1-6.2 & 10.3
Jurisprudentie
VK/Raad, Polen/Raad, UEAPME, EPSU

1.1-1.4

De internationale invloeden op het NL’se arbeidsrecht worden steeds groter, wat inhoudt dat
tegenwoordig een belangrijk deel van dit recht uit Europa komt. Zo zijn regels omtrent o.a.
gelijke behandeling van Europese origine, maar werken er ook steeds meer werknemers
‘over de grens’ waardoor naar internationale rechtsregels moet worden gekeken.

Invloedrijkste bron voor NL = recht vd Europese Unie (communautair recht, EU-recht,
Unierecht)
ESH en EVRM ook belangrijk → afkomstig van Raad v. Europa

De term ‘Arbeidsrecht’ wordt slechts één keer gebruikt in het primaire Unierecht, maar wordt
vaak benoemd als ‘sociaal beleid’, ‘sociale politiek’ of ‘werkgelegenheidsstrategie’
→ geheel van deze regels wordt aangeduid als ‘Europees Sociaal Model’, de
‘Europese Sociale Politiek’ of het ‘Europees sociaal acquis’.
Focus in het boek ligt op EU-regels die van zijn invloed op arbeid in dienstbetrekking (in NL:
‘arbeidsrecht’)

Voor de Europese Unie was er de Europese Economische Gemeenschap (EEG).
Belangrijkste doelstelling was: men wilde dmv instelling van een gemeenschappelijke markt
tot economische vooruitgang van -destijds zes- deelnemende landen komen.
kernonderdelen EEG:
→ douane-unie
→ gemeenschappelijk landbouwbeleid
→ 4 ‘verkeersvrijheden’:
1. vrije verkeer van personen
2. ,, diensten
3. ,, goederen
4. ,, kapitaal

Voor realisering van deze economische vooruitgang werd een vrije markt cruciaal geacht.
Belangrijk onderdeel van deze gemeenschappelijke (interne) markt is een
gemeenschappelijke arbeidsmarkt. Om de te realiseren moest het vrije verkeer van
werknemers (destijds art. 48 EEG-verdrag) worden gegarandeerd.
→ niet alleen werknemers, maar ook werkgevers profiteerden hiervan; zij konden zo
immers de gemakkelijk de benodigde mankracht aantrekken
→ werknemers uit andere lidstaten mogen niet minder betaald worden ogv hun
nationaliteit (= discriminatieverbod)
Andere regel aangaande sociale politiek die in de economische context tot stand kwam, was
gelijk loon voor mannen & vrouwen (art. 119 EEG-verdrag).

,In de beginjaren was er nog geen sprake van een communautair sociaal beleid, wat in de
jaren 70 veranderde. Belangrijke redenen hiervoor waren de economische recessie en grote
ongelijkheden qua werkgelegenheidsniveau en welvaartsniveau. Ook gingen
ondernemingen door de ontwikkeling vd gemeenschappelijk markt steeds vaker
grootschaliger en grensoverschrijdend werken. Dit leidde tot de vrees dat de
werkgelegenheid eenvoudig kon worden verplaatst naar ‘goedkope’ EU-landen (lagen lonen
etc.)

Doel sociale actieprogramma’s:
‘volledige en optimale werkgelegenheid, verbetering vd levens- en
arbeidsomstandigheden en toenemende inschakeling vd sociale partners bij de
economische en sociale besluitvorming vd Gemeenschap en vd werknemers bij de
gang van zaken in de ondernemingen.’

→ gevolg: snelle uitbouw v/h communautaire sociale recht, vooral via
richtlijnen

Jurisprudentie van het Hof van Justitie heeft ook bijgedragen aan het ontwikkelen vd sociale
dimensie, in het bijzonder de Defrenne-arresten mbt art. 119 EEG-verdrag)
→ primair lag aan de invoering van dit artikel een economische doelstelling ten
grondslag

Defrenne II-arrest: Hof bepaalt dat aan deze bepaling niet louter een economische
doelstelling ten grondslag ligt, maar ‘dat anderzijds deze bepaling de uitdrukking is vd
sociale doelstellingen vd gemeenschap, die immers niet slecht een economische unie is,
maar tevens door gemeenschappelijk optreden de sociale vooruitgang en een voortdurende
verbetering vd omstandigheden waaronder de volkeren van Europa leven en werken, moet
verzekeren.’
→ dus, economisch en sociaal doel! tov gelijke beloning

→ naast de dubbele doelstelling leidde het Hof af dat deze verdragsbepaling (nu art.
157 VWEU) rechtstreekse werking heeft en ook in horizontale verhoudingen
(werknemer vs private werkgever) voor de nationale rechter kan worden ingeroepen.
→ hierdoor werd deze bepaling veel effectiever

,De bereidheid van de lidstaten om sociale beleidsmaatregelen aan te nemen bleef echter vrij
beperkt. De vooruitgang verliep traag, aangezien veel Verdragsbepalingen eenparigheid
van stemmen vereisten.

In de ontwerpfase vh verdrag van Maastricht (1992) werd voorgesteld om meer
bevoegdheden te creëren voor het voeren van sociaal beleid, maar er kon geen consensus
worden bereikt. Daaropvolgend werd door 11 vd 12 lidstaten (VK deed niet mee) een
Protocol betreffende de sociale politiek ondertekend, waaraan een Overeenkomst
betreffende de sociale politiek was gehecht.
→ Protocol verklaarde dat partijen verder wilden gaan op de weg die was ingeslagen
met het Sociaal Handvest (1989)
→ bevatte ‘sociale grondrechten vd werkenden’
→ aanvaard door alle lidstaten behalve VK

→ Ovk kende roel toe aan de sociale partners in het wetgevingsproces vd
Gemeenschap en breidde de bevoegdheden vd Geemenschap op het gebied van
arbeidsrecht aanzienlijk uit

→ Belangrijkste was dat de ovk voor enkele vd nieuwe bevoegdheden voorzag in
stemming met (slechts) gekwalificeerd meerderheid

Hier kwamen 4 arbeidsrechtelijke richtlijnen uit voort:
- richtlijnen inzake deeltijdarbeid
- ouderschapsverlof
- bewijslast igv discriminatie ogv geslacht
- Europese ondernemingsraad

1997 kwam er een einde aan het ‘two-speed Europe’ toen de Labour Party in het VK aan de
macht kwam. Bij het Verdrag van Amsterdam werden de bevoegdheden tav het treffen van
sociale maatregelen geïntegreerd in het verdrag en vormen de basis voor de titel ‘Sociale
Politiek’ (Titel X VWEU).
→ art. 151 VWEU noemt de sociale doelstellingen
→ art. 153 VWEU geeft de specifieke regelingsbevoegdheden

, Verdrag van Maastricht:
- Introductie Europese burgerschap (nu art. 20-25 VWEU)
→ impliceert dat de EU niet slecht relevant is voor economisch actieve
personen
- Introductie subsidiariteitsbeginsel (nu art. 5 lid 3 VEU)
→ beperking om arbeidswetgeving te ontwikkelen
→ EU mag alleen wetgevend optreden indien en voor zover de
doelstellingen van het overwogen optreden niet voldoende door de
lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang of
de gevolgen van het overwogen optreden beter door de Unie kunnen
worden bereikt

→ weerspiegeling van groeiende onwil vd lidstaten om sociale
beleidsmaatregelen vd EU te aanvaarden
→ 1 vd redenen was dat lidstaten steeds meer de effecten van
concurrentie uit andere lidstaten en derde landen begonnen te
ervaren
→ dus vrees dat gebondenheid aan allerlei Europese
arbeidsrechtregels nadelig zou zijn voor hun
concurrentiekracht

Om toch Europees sociaal beleid verder te kunnen ontwikkelen → alternatief
reguleringsmechanisme: de Open Methode van Coördinatie (OMC).
→ focus ligt niet primair op het gedeeltelijke harmoniseren van onderdelen vh
arbeidsrecht
→ maar veel ruimer gericht op het verbeteren vh functioneren vd arbeidsmarkten vd
lidstaten
→ bevorderen vd werkgelegenheid werd een ‘aangelegenheid van
gemeenschappelijke zorg’ (zie nu art. 146 lid 2 VWEU)

- Kern OMC = lidstaten brengen aan de EC verslag uit over hun nationale situatie. EC
geeft vervolgens richtsnoeren om de doelstellingen vh werkgelegenheidsbeleid te
bereiken
→ volgende stap is het rapporten over de opvolging vd richtsnoeren
→ vorm van soft law, maar in praktijk wel degelijke effect doordat lidstaten
moeten rapporteren over het opvolgen vd richtlijnen

VB OMC (voor cyclus zie de PP van werkgroep):
- Doel: 70% vd beroepsbevolking actief op de arbeidsmarkt
- Indicatoren: vrouwen, jongeren, ouderen, migranten (kwantitatieve data)
- Richtsnoer: betere naschoolse opvang en flexibele werktijden (kwalitatief)
- Prioriteiten: waar moet de lidstaat aan werken
- NAP: rapportage lidstaten beleidsdoelen
- Evaluatie Raad + Commissie: vergelijking lidstaten en aanbevelingen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller noahoostrom. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.35. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.35  4x  sold
  • (1)
Add to cart
Added