100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Formeel Strafrecht (werkcolleges) $7.43
Add to cart

Summary

Samenvatting Formeel Strafrecht (werkcolleges)

1 review
 36 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

De (uitgebreide) samenvatting bestaat uit probleem 1-7 van het vak Formeel Strafrecht. Het komt uit leerjaar 2021/2022, maar de stof komt overeen met het huidige leerjaar. Het bevat naast de voorgeschreven stof uit het boek ook de relevante jurisprudentie uit de werkcolleges en grotendeels de toepa...

[Show more]

Preview 4 out of 71  pages

  • Yes
  • March 28, 2023
  • 71
  • 2021/2022
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: susandekkerr • 1 year ago

avatar-seller
Inhoudsopgave
Probleem 1.................................................................................................................................................... 2

Probleem 2.................................................................................................................................................. 18

Probleem 3.................................................................................................................................................. 30

Probleem 4.................................................................................................................................................. 38

Probleem 5.................................................................................................................................................. 52

Probleem 6.................................................................................................................................................. 59

Probleem 7.................................................................................................................................................. 65




1

,Probleem 1
Leerdoelen
1. Wat is opsporing/opsporingsonderzoek en wie is/zijn daarmee belast?
2. Wat is de rol van de rechter-commissaris in het opsporingsonderzoek?
3. Wat zijn bijzondere opsporingsbevoegdheden en aan welke voorwaarden wordt getoetst of
de inzet van een bijzondere opsporingsbevoegdheid rechtmatig heeft plaatsgevonden? (Titel
IVa Wetboek van Sv).
4. Op welke grond mogen telefoongesprekken worden afgeluisterd? [De toepassingsopdracht
zal hierover gaan]

1. Wat is opsporing/opsporingsonderzoek (art. 141 en 142 Sv) en wie is/zijn daarmee belast
(art. 132 en 132a Sv)?
De opsporing begint op het moment waarop het vermoeden ontstaat dat een strafbaar feit is
gepleegd. Dat vermoeden kan op verschillende manieren ontstaan:
- Door aangifte van een burger,
- Doordat autoriteiten het feit zelf hebben ontdekt (op heterdaad).
Alleen in het WvSv geregelde opsporingstaken vallen onder het strafprocesrecht. De uitoefening van
andere taken wordt in beginsel beheerst door het bestuursrecht.

Vijf typen opsporingsonderzoek:
a) De klassieke opsporing  uitgangspunt hier is een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit,
waarbij het gaat om het vinden van de verdachte. Kenmerkend voor dit type onderzoek is
dat het (1) plaatsvindt naar aanleiding van een vermoedelijk gepleegd strafbaar feit, en dat
het (2) is gericht op de opheldering van dat feit. Hierbij gaat het om het verzamelen en
veiligstellen van bewijs met het oog op berechting van de vermoedelijke dader. Het doel is
de strafrechtelijke handhaving van de wet.
b) De repressieve controle  deze vorm bestaat uit het speuren naar mogelijk gepleegde
strafbare feiten. Het verschil met a) is dat nog geen sprake is van een redelijk vermoeden dat
een strafbaar feit is gepleegd, denk aan de alcoholverkeerscontrole of surveillerende agenten
(eigenlijk gewoon het uitoefenen van controlebevoegdheden). Een belangrijk kenmerk is dat
zij gericht is op de strafrechtelijke handhaving van de wet. Het doel is de eventuele
vervolging en berechting van de opgespoorde feiten – dit doel maakt dat dit onder opsporing
valt. Dat [vallen onder opsporing] is het verschil met de preventieve controle, waarbij het
gaat om toezicht dat geheel bestuursrechtelijk van aard is en geregeld is in de Awb. Daarbij is
het doel juist het voorkomen van verdere wetsovertredingen door het geven van
voorlichting, adviezen en waarschuwingen.
c) De proactieve opsporing  hier gaat het om opsporing van toekomstige feiten – het is dus
niet reactief, zoals a). In de praktijk richt het zich bijna altijd op personen die ervan worden
verdacht zich bezig te houden met ernstige vormen van criminaliteit, zoals drugshandel. Het
verschil met a) is dat het onderzoek niet is gericht op de opheldering van reeds gepleegde
feiten. Dat komt door bewijsmoeilijkheden: het is lastig om op heterdaad te betrappen, dus
richt het zich op strafbare feiten die in de toekomst worden gepleegd.
d) Het inlichtingenwerk  van elk politiekorps maakt een Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE)
deel uit. De kern van het werk bestaat uit het runnen van informanten die met name
verklikkers zijn uit het criminele milieu. De strikte geheimhouding van hun identiteit maakt
dat de door de CIE vergaarde inlichtingen geen bruikbaar bewijsmateriaal opleveren, want de
juistheid van die inlichtingen is niet te controleren. CIE-informatie is wel bruikbaar als
sturingsinformatie, door startinformatie te geven aan de recherche (bv. aangeven op welke
feiten en personen de opsporing zich moet richten). Het kenmerkende verschil met a) is dat


2

, het doel niet het verzamelen van bewijsmateriaal is, maar het opbouwen van een
informatiepositie (het gaat niet om evidence, maar intelligence).
e) Het verkennend onderzoek  hierbij gaat het om het verkrijgen van een beeld van een
bepaalde sector, bv. de horeca. Het komt overeen met het werk van de CIE wat betreft het
verzamelen van sturingsinformatie, maar verschilt in de methode van het onderzoek, want
bij verkennend onderzoek worden met name gegevens uit openbare bronnen verzameld en
vergeleken met gegevens uit politieregisters. Van concrete verdenkingen is in ieder geval bij
aanvang van het onderzoek nog geen sprake, maar dit kan wel het resultaat zijn.

Wie zijn er met de opsporing belast? Zie art. 141 en 142 Sv  de belangrijkste zijn de
politieambtenaren die in de praktijk het grootste deel van de opsporing op zich nemen. Alle
personen die met de opsporing zijn belast, zijn opsporingsambtenaren (art. 127 Sv). De categorie
buitengewone opsporingsambtenaren kunnen hun opsporingsbevoegdheid ontlenen aan een
bijzondere wet of een akte, denk aan een boswachter. Onder de term opsporingsambtenaar valt ook
buitengewoon opsporingsambtenaar. Tussen de gewone en buitengewone opsporingsambtenaren
bestaan twee belangrijke verschillen:
- De taak van een gewone opsporingsambtenaar is algemeen, dus niet beperkt tot bepaalde
categorieën. De politie mag bv. alle delicten opsporen, ongeacht of ze strafbaar zijn gesteld
in het WvSr of in een bijzondere wet of verordening. De taak van buitengewone
opsporingsambtenaren is wel beperkt tot bepaalde strafbare feiten, maar uitzonderingen
kunnen worden gemaakt, bv. als een opsporingsbevoegdheid bij akte is verleend en hierin
staat dat het alle strafbare feiten omvat (art. 142 lid 2 Sv).
- Organisatorische wetgeving ontbreekt bij buitengewone opsporingsambtenaren. Zoals bij
gewone opsporingsambtenaren nog duidelijke wetgeving is, zoals de Politiewet, ontbreekt
dit enigszins bij buitengewone opsporingsambtenaren. Art. 142 lid 4 Sv geeft enige
aanwijzingen, namelijk dat bij AMvB gemeenschappelijke regels worden gegeven.

 Officier van Justitie
De officieren van justitie hebben de leiding over het onderzoek. Hun opsporingstaak bestaat uit het
geven van bevelen aan de overige personen die met de opsporing zijn belast (art. 148 lid 2 Sv). Het
opsporingsonderzoek staat onder gezag van de OvJ (art. 132a Sv) en [het onderzoek] kan ook door de
OvJ persoonlijk worden uitgevoerd (art. 148 lid 3 Sv), maar dat gebeurt in de praktijk weinig. De taak
van de OvJ is vooral om leiding te geven aan het opsporingsonderzoek. Het komt weinig voor dat de
OvJ daadwerkelijk de inhoud en richting van het onderzoek bepaalt: de politie gaat in de praktijk met
een grote mate van zelfstandigheid te werk. De OvJ wordt vaak ingeschakeld als er medewerking
nodig is voor de toepassing van bepaalde dwangmiddelen of opsporingsmethoden, en vaak is de
directe betrokkenheid zelfs nihil. Hij ziet dan achteraf de resultaten van het onderzoek in de vorm
van een proces-verbaal. Toch blijft de OvJ verantwoordelijk voor de opsporing: d.m.v. geregeld
overleg en geven van algemene aanwijzingen zorgt hij ervoor dat de politie werk van behoorlijk
niveau levert  de politie houdt zich aan de regels en maakt eerlijk gebruik van haar bevoegdheden.

Waarom wordt de OvJ belast met de leiding van het opsporingsonderzoek?
 Zij bewaken de juridische kwaliteit van het onderzoek.
 Het opsporingsbeleid moet worden afgestemd op het vervolgingsbeleid. Het is uiteindelijk de
OvJ die bepaalt waar de prioriteiten liggen en die dus beslist van welke feiten wél en van
welke geen werk wordt gemaakt.
 Zij bewaken de rechtmatigheid van het opsporingsonderzoek. De OvJ moet erop letten dat
de opsporingsambtenaar zijn boekje niet te buiten gaat.

Hiërarchie binnen het OM:
Coll
ege
van
3 pro
cur
eurs
-
gen
era
Hoofdofficiers
al

, Officier van Justitie




De hoofdofficier is bevoegd tot het geven van algemene en bijzondere aanwijzingen (art. 136 lid 3
RO). Het College is hier ook toe bevoegd (art. 130 RO). Deze aanwijzingen moeten de taken en
bevoegdheden van het OM betreffen, dus ook de opsporing (art. 140 Sv).

 Hulpofficier van Justitie (art. 146a Sv)
De hulpofficieren bestaan vaak uit bepaalde (gekwalificeerde) ambtenaren van politie die geen deel
uitmaken van het OM. Ze hebben een aanvullende rol bij de bewaking van de kwaliteit en de
behoorlijkheid van het opsporingsonderzoek. Vaak is het ook de hulpofficier waarvoor de verdachte
wordt geleid op het politiebureau (art. 53 en 54 Sv). Hij beoordeelt de rechtmatigheid van de
aanhouding en mag bevelen dat de verdachte langer wordt vastgehouden en in verzekering wordt
gesteld (art. 56a en 57 Sv).

 Burgers
Burgers mogen ingeschakeld worden bij de opsporing, maar deze inschakeling dient een wettelijke
basis te hebben. Het is lastig waar de grens moet worden getrokken tussen particuliere opsporing en
inschakeling van burgers bij de opsporing. Inschakeling van particulieren (bv. recherchebureaus)
moeten dus berusten op een wettelijke regeling. Buiten die regeling om is voor samenwerking voor
particulieren geen plaats. Burgers kunnen ingeschakeld worden bij de opsporing door bv. ontdekking
op heterdaad, infiltrant zijn in een criminele organisatie of het ontvangen van een
opsporingsbevoegdheid zodat de burger een buitengewone opsporingsambtenaar wordt.

 Art. 8 EVRM  recht op privacy
Dit omvat ‘the right to respect for his private and family life, his home and his correspondence’. Het
huisrecht valt eronder en het brief- en telefoongeheim. Verder beschermt het andere zaken zoals de
lichamelijke integriteit, de gezondheid, de eer en goede naam, de intieme levenssfeer en het familie-
en gezinsleven. Het verzamelen, documenteren en gebruiken van persoonlijke gegevens valt onder
dit artikel.

Ieder opsporingsonderzoek maakt bijna per definitie inbreuk op de (informationele) privacy van de
personen die in het onderzoek worden betrokken. Art. 8 EVRM is een ‘negative undertaking’, oftewel
de overheid moet zich onthouden van het maken van een inbreuk op de privacy. Ook brengt het
artikel ‘positive obligations’ met zich mee: de bescherming van privacy vraagt soms ook om actieve
overheidszorg, bv. het beschermen van (potentiële) slachtoffers van zeden- en geweldsdelicten
d.m.v. een adequaat functionerende strafrechtspleging door de staat. De meeste klachten hebben
echter betrekking op de negatieve verplichting van de staat om geen inbreuk te maken op de privacy,
maar lid 2 maakt duidelijk dat het geen absolute plicht is en er uitzonderingen mogelijk zijn. De kern
is dat art. 8 EVRM beschermt tegen willekeurige inbreuken op de privacy (arbitrary interferences). De
beoordeling door het EHRM over inbreuken op de privacy verloopt via een vast patroon middels lid
2. Die beoordeling valt in twee onderdelen uiteen:
1) Is er sprake van een ‘interference by a public authority’?
 Heeft het optreden, waarover wordt geklaagd, inbreuk gemaakt op de privacy van de
klager? Hierbij staat de omvang van de privacybescherming centraal. In veel gevallen
levert deze vraag geen probleem op, bv. het is logisch dat het afluisteren van
iemands telefoon een forse inbreuk is.
 Is er sprake van een privacy-inbreuk door de overheid? Deze vraag levert ook vaak
geen problemen op. Pas wanneer het een gemengd optreden is (bv. waar
overheidsfunctionarissen en private personen samenwerken), moet goed worden
onderzocht of de overheid zodanig nauw bij de gemaakte inbreuk is betrokken, dat
die inbreuk haar kan worden toegeschreven.
2) Zo ja, is er sprake van een toelaatbare, gerechtvaardigde inbreuk?
 Is de inbreuk ‘in accordance with the law’? Deze voorwaarde kent twee aspecten:


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pershiamohebiyan. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

59804 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.43  2x  sold
  • (1)
Add to cart
Added