100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen Sanctierecht (LETTERLIJK UITGETYPT) $8.58
Add to cart

Class notes

Uitgebreide collegeaantekeningen Sanctierecht (LETTERLIJK UITGETYPT)

 186 views  19 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

ZEER uitgebreide en overzichtelijke collegeaantekeningen van het vak Sanctierecht. Ik heb letterlijk uitgetypt wat de docent zei, ook de besprokene casussen en jurisprudentie! Verder heb ik de relevante afbeeldingen ook in het document geplakt.

Last document update: 1 year ago

Preview 6 out of 163  pages

  • March 28, 2023
  • March 29, 2023
  • 163
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Prof. m.j.f. (michiel) van der wolf
  • All classes
avatar-seller
Hoorcollege 1 (dinsdag 7 februari 2023): Het sanctiestelsel: hoofdlijnen en achtergronden

Begrippen
- Sanctiestelsel = het geheel aan strafrechtelijke sancties, de wettelijke regeling daarvan en
hun onderlinge verhouding.
- Penitentiair recht = rechtsgebied dat de toepassing en tenuitvoerlegging van
strafrechtelijke sancties regelt. Het sanctierecht is een iets bredere omschrijving hiervan.
- Detentierecht = gedeelte van het sanctierecht dat de tenuitvoerlegging van
vrijheidsbenemende sancties betreft.
- Penologie = (multidisciplinaire) leer van het straffen, studie van grondslagen, doelen en
effecten van reacties op crimineel gedrag.
o Niet alleen de juridische blik op sanctioneren, maar een meer multidisciplinaire,
zeker ook criminologische blik op de leer van het straffen.

Als je nu in het Wetboek kijkt naar het Sanctiestelsel, dan moet je kijken vanaf art. 9 Sr t/m art. 39
Sr. Maar dit zijn geen 30 artikelen zoals het misschien wel lijkt, het zijn er veel meer. Aan al die
verschillende artikelen (art. 38a, art. 38zz, etc.) kan je zien hoe ontzettend dat sanctiestelsel zich
ontwikkeld heeft sinds het zich geconcipieerd heeft in 1886. Hoe verhouden die sancties zich tot
elkaar, is er nog een systematiek te ontdekken?

Bij detentierecht gaat het niet om vermogenssancties bijvoorbeeld, je bespreek dus niet sancties als
taakstraffen of geldboetes, maar het gaat echt specifiek over het recht en alle regelingen die te
maken hebben met vrijheidsbenemende sancties, detentie is opsluiting. Eigenlijk alle sancties die
vrijheidsbeperkend zijn, in plaats van vrijheidsontnemend. Veel voorwaardelijke sancties zullen
dan ook niet besproken worden. Je hebt ook sancties die de vrijheid helemaal niet raken maar het
vermogen raken. Denk hierbij aan de geldboete, maar ook ontneming van wederrechtelijk
verkregen voordeel, schadevergoeding.

Ook penitentiair recht is het eigenlijk gekoppeld aan detentie, omdat er een aantal
rechtspositieregelingen zijn. De Penitentiaire Beginselenwet bevat bijvoorbeeld de regels die
gelden als je in de gevangenis zit of in het huis van bewaring. Je hebt ook de Beginselenwet
Verpleging terbeschikkinggestelden als je ter beschikking gesteld bent. En je hebt de
Beginselenwet Justitiële Jeugdinrichtingen, als je via het jeugdstrafrecht in een justitiële
jeugdinrichting terecht bent gekomen. Dat zijn dus allemaal beginselen/regelingen die gelden als
je van je vrijheid bent beroofd. Dat bij elkaar is een beetje het penitentiaire recht. Penologie is de
meer multidisciplinaire leer. Dus ook criminologisch, maar ook de strafrecht filosofische of
theoretische kijk op straffen. Dan gaat het eigenlijk om de vraag: waarom straffen we?

Het vak Sanctierecht is redelijk positiefrechtelijk, we kijken wat er in de wet staat ten aanzien van
bepaalde sancties. Wat voor combinaties zijn er te maken, wanneer kun je de straffen opleggen?
We kijken ook wel voor een deel naar de interne rechtspositie (wat kun je nog doen om je recht te
halen als je gevangen bent?). Maar je kan eigenlijk niet nadenken over sanctioneren als je niet
nadenkt over waarom we straffen en waarom mogen we straffen en met welk doel straffen we? En
zijn de effecten wel degene die je ook beoogt (gekoppeld aan het doel)? Daar zitten allerlei
criminologische vragen bij. Die gaan we niet allemaal beantwoorden. Stel dat je beoogt dat iemand
het niet meer doet, doet die sanctie dat dan ook? Lukt dat goed? Recidivevermindering is een
beoogd effect van een aantal sancties. Je hebt natuurlijk ook nog de niet-beoogde effecten van
sancties (denk hierbij aan het niet meer kunnen verkrijgen van een VOG). Een veelgehoorde
uitspraak in de samenleving is dat wanneer iemand vrijkomt, dat iemand zijn straf heeft uitgezeten,
hij heeft zijn schuld aan de samenleving ingelost. Je begint weer op 0. Maar dat is natuurlijk niet
zo, je begint op -33. Het is vervolgens heel lastig om weer dezelfde kansen te krijgen als die je had

,voordat je met het strafrecht in aanraking kwam. Het is wel belangrijk om bij Sanctierecht al die
dingen erbij te weten. Dit is ook belangrijk voor degene die de sancties opleggen. Dit is over het
algemeen de rechter, maar je kent ook nog de strafbeschikking van het OM en je kent ook nog het
bestuursstrafrecht. Maar daar gaat dit vak niet over.

Er zit ook een voordeel aan het strafrecht ten opzichte van sancties van andere rechtsgebieden.
Namelijk dat je een best wel goede rechtspositie hebt als verdachte. Dat is ook wel terecht, want in
het strafrecht komt de staatsmacht – de staat die ook het geweldsmonopolie heeft in volle omvang
(en glorie eventueel) – op jou neer als individu. Daarvan heeft het EHRM ook al gezegd dat een
verdachte per definitie kwetsbaar is (klein en nietig). Daartegenover staat dat je een behoorlijke
positie hebt, er behoorlijk wat regels zijn die jouw rechten ondertussen proberen te beschermen
tegen die staatsmacht. Wat in ieder geval een doel is van het hebben van strafwetten is het
beteugelen van de staatsmacht, zorgen dat dat aan banden wordt gelegd en niet de spuigaten
uitloopt. Dit zie je zeker in het Wetboek van Strafvordering, maar ook in het Sanctierecht. Het is
niet zo dat de rechter zomaar iedereen de doodstraf kan geven, we leggen die macht aan banden.
Het Sanctierecht (dat valt onder het materiële strafrecht, Wetboek van Strafrecht) dat zijn
procedurele normen, want het richt zich tot wat een rechter kan doen en wat betrokken partijen
kunnen doen. Terwijl de rest van het materiële strafrecht zich richt tot de burgers en wat
normovertredend gedrag is, dus wat je dus niet mag doen. Dus in die zin lijkt het Sanctierecht dus
wat meer op het procesrecht.

Inhoud vak Sanctierecht
Een belangrijk dogmatisch onderscheid in het Sanctierecht is dat tussen externe rechtspositie en
interne rechtspositie, ooit door professor Kelk (Utrecht) bedacht in zijn proefschrift. Het was heel
behulpzaam om hierover na te denken, want externe rechtspositie (het gaat vooral over
vrijheidsbeneming) gaat over het kader, de randen van de vrijheidsbeneming. Hoe kom je erin?
Hoe kom je eruit? Hoe kan je er eventueel tussendoor uit? Hoelang kan het duren? Hoelang kan
het eventueel (zoals bij TBS) verlengd worden? Dus kader en duur, dat is externe rechtspositie.
Interne rechtspositie dat gaat over alle regels die gelden als je tussen die vier muren zit. Maar we
hebben tegenwoordig wel een beetje een probleem. Er worden namelijk steeds meer sancties buiten
de gevangenis ten uitvoer gelegd. Bijvoorbeeld een taakstraf of andere vrijheidsbeperkende
sancties, die nemen allemaal toe in mogelijkheden. Waarom neemt dit allemaal toe? Komt dit door
het milde strafklimaat? Vroeger was capaciteit misschien de reden (te weinig plek in de gevangenis
en daarom op zoek naar alternatieven). Maar nu is er leegstand, dus capaciteit is geen reden meer.
Waarom neemt het dan alsnog toe? Ondertussen is al gebleken dat dat soort sancties veel effectiever
zijn voor het behalen van de beoogde doelen, met name voor vermindering van recidive. Bijna alles
werkt beter dan iemand heel lang opsluiten. Daar wordt iemand kennelijk niet veel beter van,
sterker nog hij krijgt allerlei detentieschade. Hij verliest zijn baan omdat hij niet kan komen, hij
verliest zijn huis omdat hij zijn huur niet meer kan betalen. Vandaar dus kijken hoe we iemand wel
kunnen verbeteren met alternatieve sancties.

Maar welke rechtspositie heeft iemand bij deze alternatieve sancties nog? Want de interne
rechtspositie ziet op de gevangenis en al deze alternatieve sancties vinden helemaal niet intern
(ergens binnen) plaats. De Penitentiaire Beginselenwet geldt niet voor iemand met een taakstraf,
welke regels gelden er dan voor die groep?

Externe rechtspositie: alles wat met het opleggen en met de duur van de sanctie te maken heeft.
- De voorwaarden voor de oplegging van sancties & de duur/het kader van tenuitvoerlegging.

Interne rechtspositie: alle rechten die de veroordeelde/gedetineerde nog heeft tijden de
tenuitvoerlegging van de sanctie.

, - De rechtspositie van de veroordeelde tijdens de tenuitvoerlegging.
LET OP: het sanctiestelsel ontwikkelt zich ook naar vrijheidsbeperkende sancties, veel
voorwaardelijke modaliteiten, en dan hoef je niet per se ergens intern te zitten, maar dan kan je ook
ergens in de samenleving verblijven (bijv. taakstraf, of je mag op bepaalde plekken niet komen).
Kan je dan nog spreken van intern? Op zich zijn er nog steeds bepaalde rechten die je hebt en als
je een klacht hebt over hoe het gaat, dan zijn daar ook nog routes voor. Dat zijn precies de dingen
die normaal in de interne rechtspositie worden geregeld.
- Bijvoorbeeld is er nu de mogelijkheid voor de strafrechter om iemand een zorgmachtiging
te geven, bijv. opname in een accommodatie, maar het kan ook zijn dat de rechter niet
bepaald dat je moet worden opgenomen, maar wel bepaald dat je gedwongen medicatie
moet krijgen. Dat kan gewoon thuis, maar dan heb je nog steeds rechten en dan zijn er nog
steeds bepaalde mogelijkheden, omdat je onderhevig bent aan die rechterlijke uitspraak.

Hoe kan je recht doen aan de ontwikkelingen in het sanctiestelsel?
Van der Wolf (docent) heeft een voorstel: steeds minder intern en dan toch nog dat onderscheid
houden tussen aan de ene kant het juridische kader (dat noemt hij titulair: titel, op basis waarvan
de tenuitvoerlegging van de sanctie moet worden ondergaan) en intern noemen we iets een regime,
dat is eigenlijk het hele stelsel van regels als je ergens op een bepaalde afdeling verblijft in een
gevangenis. Dan heb je daar een regime, maar er geldt bijvoorbeeld ook een bepaald regime als je
je taakstraf aan het uitvoeren bent. Dus titulaire en regimaire rechtspositie. Maar hier zijn ook
wel opmerkingen bij, want het klinkt natuurlijk niet heel mooi.
- De titel is het kader, de taakstraf is de titel en dan heb je vervolgens welke regels er gelden
als je de taakstraf hebt. Bijvoorbeeld: je loopt met de kerel van de reclassering door het
park. Jij moet dat park schoonmaken, maar deze kerel doet lelijk tegen je. Mag zo’n kerel
van de reclassering dat zomaar maken. Dat is dan niet je interne rechtspositie want je loopt
daar in het park. Is dat dan niet het regime dat geldt? Regimair?

LET OP: Bonuspunten op tentamen (mag je gewoon ergens neerzetten bij een andere vraag): als u
een beter idee heeft voor dit nieuwe onderscheid, dan kan dat punten opleveren!

We laten bij dit vak ook bepaalde dingen buiten beschouwing: o.a. jeugdstrafrecht (dat is vreemd,
omdat het vooral sanctierecht is: er zijn andere sancties voor jeugdigen dan voor volwassene, maar
hier is een apart vak voor!), penologie (die komt wel aan bod, bijvoorbeeld in dit college).

Rechters over straf (o.a. video in college – ‘kijken in de ziel: rechters’)
Er is geen eenduidige visie over straf. In ieder geval omdat nergens in de wet staat wat het doel is
van straffen in het algemeen en van sommige sancties specifiek. Bij de gevangenisstraf staat niet
bij de oplegging een doel daarvan gegeven. In sommige andere landen is dit iets meer
geëxpliciteerd. In Engeland bijvoorbeeld: u kunt straffen met het oog op vergelding, speciale
preventie, generale preventie. Dus het kan wel dat het wel bepaald is, maar je kan een beetje ‘cherry
picking’ doen als rechter, wat jij belangrijk vindt.

Voorkeuren mogen er gewoon zijn. Een nadeel van deze vrijheid voor de rechters maakt natuurlijk
dat je een beetje een gevoel van willekeur krijgt. Dat je het gevoel krijgt dat de persoonlijke
voorkeur van iemand (van Rinus Otten bijvoorbeeld) de doorslag kan geven in een bepaald vonnis.
Hij is voorstander van vergelding als doel voor straffen. Van der Wolf vindt zelf het voordeel dat
je in een bepaalde casus tegen een bepaalde verdachte ook een ander doel kan hebben met je
sanctieoplegging, dan bij een andere verdachte. ‘De omstandigheden van het geval’: je kan recht
doen aan de specifieke omstandigheden. Al die omstandigheden van het geval bepalen soms heel
erg sterk wat je er als rechter ook normatief van vindt. Dan ben je heel erg blij dat je bij de ene

,verdachte recht kan doen aan die situatie, bijvoorbeeld daar vergelden, zorgen dat het niet meer
gebeurt, de maatschappij een signaal geven.

De rechter heeft in Nederland een grote vrijheid bij het toemeten van sancties, niet alleen typen
sancties, ook de hoogte van bepaalde sancties.

Creatieve straffen?
Sancties die we mogen opleggen staan in de wet, is er enige creativiteit mogelijk? Ja, bijvoorbeeld
de bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijke straf(deel). Je mag als rechter een voorwaarde
stellen die het gedrag van de betrokkene betreft (‘andere aanwijzingen betreffen het gedrag’,
daardoor is maatwerk mogelijk), dat zou dus van alles kunnen zijn. In België is het bijvoorbeeld
wel eens voorgekomen: ‘u heeft heel onvoorzichtig gereden, er is iemand wellicht verongelukt,
leest u eens het boek Tonio over de verongelukte zoon van de schrijver’.

Straftoemeting: rechtsgelijkheid v. maatwerk?
Een andere kwestie die in Nederland nog wel eens opkomt: is een bepaalde straf voor iedereen
eigenlijk wel even zwaar?

Voorbeeld: Finse miljonair krijgt een snelheidsboete van €111.888,- omdat hij 82 km/h reed waar
60 was toegestaan. In Finland stemmen ze de boete af op de draagkracht/inkomen van de dader.
Het betreft hier een miljonair. In Nederland wordt dit niet gedaan. Vrijheid is vrijheid, dat is voor
iedereen hetzelfde. Maar een boete is voor de ene persoon erger dan de andere. Iemand die rijk is
voelt het minder.

Dit heeft met strafrechtstheorie te maken. Hoe denken we over straffen? Wat is vergelden nou? Is
dat nou inderdaad iemand gelijkelijk raken? Moeten we dan in die zin niet rekening houden met
maatwerk? Persoonlijke omstandigheden moet je altijd uitvragen als rechter, dat is belangrijk in de
praktijk voor de hoogte van de straf, welke straf en welke voorwaarden.

Wat is (de grondslag van) straf?
Heel theoretisch bekeken: oog om oog, tand om tand, kwaad met kwaad vergelden. Een straf is
een objectief kwaad dat als leed zal worden ervaren. Opzettelijke leedtoevoeging dus, bewust
toegebracht namens de samenleving, door de rechter. Is het vergelden van straf ook het doel van
de straf? Dit staat nergens in het wetboek, dit is theorie: het is niet hèt doel. Het is in ieder geval de
grondslag, het kan ook een doel zijn, maar het is niet het enige doel.
- Objectief kwaad dat normaliter als leed zal worden ervaren.
- Bewust toegebracht (‘opzettelijke leedtoevoeging’). Dit is een beetje primitief, beetje
dierlijk.
- Ter vergelding van schuld aan een gepleegd strafbaar feit.
o Het moet wel proportioneel zijn. Vergelding is van alle strafdoelen het meest
proportioneel, want het kijkt terug. Het kijkt terug naar het gepleegde feit.
Vergelding gaat over de ernst van het delict en de mate van schuld daaraan, op basis
van die ratio wordt vergolden. Wil je ook vooruitkijken met je straf, wil je
voorkomen dat iemand het niet nog een keer doet: daar is eigenlijk een hele lange
behandeling voor nodig en dus bijvoorbeeld heel lang opsluiten zodat hij het niet
nog een keer doet, dit is dan disproportioneel. Maatregelen (zoals TBS) worden
vaak als disproportioneel ervaren.
- Niet het doel van straf: elke straf is a priori vergeldend van aard. Dat wil niet zeggen dat
vergelden ook het doel van de straf is. Het kan ook het doel van de straf zijn, maar de straf
kan ook weer andere doelen nastreven terwijl hij a priori vergeldend is.

,Wat beogen we met straf?
Er staan geen penologische doelen in de wet, het EHRM heeft wel eens iets gezegd over wat
aanvaardbare penologische doelen zijn, dat zijn in feite degene die we in dit college bespreken. Het
betekent ook dat je maatwerk kan leveren. Ten eerste hebben rechters een bepaalde voorkeur voor
bepaalde strafdoelen (is dat de bedoeling?). Aan de andere kant kan je per verdachte, per ten laste
gelegd delict kijken: wat is in deze situatie het doel van deze sanctie (persoonlijke
omstandigheden)? We kunnen dus als rechter maatwerk leveren, ook in het kiezen van welke
doelen we hebben. Dat verschilt ook over de tijd heen: in jaren 60/70 vergelding meer op
achtergrond, meer proberen te helpen, vanaf jaren 80 weer opmars van vergelding.
- Met welk doel dienen de straffen en maatregelen te worden toegepast?
- In het Wetboek van Strafrecht geen ‘lijstje of indeling’ van die doelen per straf/maatregel.
o Sommige sancties hebben wel hele specifieke doelen. Plaatsing in een inrichting
voor stelselmatige daders bijvoorbeeld. Dat beoogt echt een patroon van
stelselmatige delicten plegen te doorbreken door iemand disproportioneel lang voor
het weinig ernstige feit dat hij gepleegd heeft op te sluiten, maar om hem
ondertussen ook te kunnen behandelen zodat als hij eruit komt dat niet nog een keer
gaat doen. Hier staat expliciet in de wet wat het doel is van die sanctie.
o Bij TBS en de gevangenisstraf staat niet expliciet in de wet wat het doel is en dit is
bij een heleboel andere sancties ook niet het geval.
- Per delinquent individu verschillend? Per delict verschillend? Per tijdsperiode? Per rechter?
o De sanctie mag verschillen. Per delict, per geval, per rechter. Per tijdsperiode ook,
maar dat is meer algemeen, we hadden vroeger een mild strafklimaat maar
tegenwoordig behoren we weer bij de koplopers in Europa als het gaat om streng
straffen.

Recht, grondslag, doel
Waarom mag er eigenlijk worden gestraft?
Er wordt vaak verwezen naar de verdragstheorieën (sociaal contract: stamt uit de tijd van de
Verlichting; fictie dat burgers zich vrijwillig onderwerpen aan het maatschappelijk verdrag). De
filosoof Fichte heeft nog wel eens sterker gezegd: ‘je hebt een recht om gestraft te worden, ter
voorkoming dat je buiten de samenleving komt te staan. Je bent onderdeel van de gemeenschap, je
hebt burgerschap, dat jij ook onderdeel bent van het sociaal contract.’ Voor een deel is dat natuurlijk
ook zo, het straffen volgens onze regels geeft aan: je hoort erbij. Op basis waarvan wordt gestraft?
In Nederland is de basis altijd het plegen van een strafbaar feit.

Je kan ook anders over straffen denken: preventie als strafgrondslag, het voorkomen van strafbare
feiten (dat is nu meer secundair: recidive voorkomen). Dit zou als consequentie hebben dat ook als
er geen strafbaar feit is gepleegd je zou mogen straffen, omdat te verwachten is dat er een strafbaar
feit gepleegd zal worden in de toekomst. Gevaarlijkheid als grondslag, zo werkt het in Nederland
gelukkig niet.
- Gevaarlijkheid is wel de grondslag bij TBS, maar die kunnen in Nederland alleen maar
worden opgelegd naar aanleiding van een strafbaar feit.

LET OP: je merkt soms wel bij dit soort theorieën dat ze een beetje vervreemd zijn van de
werkelijkheid, maar dat mag bij theoretisch denken. Dat zie je bijvoorbeeld ook terug bij denken
over de TBS. Een straf is beoogde leedtoevoeging, wat is dan een maatregel? Dat is wel
leedtoevoeging, maar het is niet beoogd. Dit is natuurlijk geen troost voor de TBS’ers, het is een
theorie waar ons sanctiestelsel op gebaseerd is.

, Op basis waarvan wordt er gestraft? Met welk doel wordt er gestraft?
Literatuur: De Keijser.

Strafrechttheorieën (De Keijser)
Drie benaderingen:
1. Retributivistische benadering. NL: absolute theorieën, ‘straffen omdat’.
2. Utilitaristische benadering. NL: relatieve theorieën, ‘straffen opdat’.
3. Herstelbenadering.

Er wordt in het strafrecht wel gezegd dat Janus de God van het straffen is (dat is hij niet, zelfs niet
in die mythologie). Janus had twee gezichten: hij kijkt zowel vooruit als achteruit. Bij straffen
proberen we twee dingen: we kijken terug naar het feit dat gepleegd is (vergelding: die vindt dus
ook zijn grens in de ernst van het feit en mate van schuld eraan). We kijken ook vooruit: preventie,
afschrikking, dat ook andere mensen het niet gaan doen.

Er zijn mensen die vinden we moeten alleen terugkijken: retributivistische benadering (retributie
betekent vergelding), we noemen dit absolute theorieën. Je hebt ook de utilitaristische benadering:
de straf moet ook nut hebben voor de toekomst (relatieve theorieën). Er is ook een recente theorie
bij gekomen: herstelbenadering, die kijkt heel anders naar hoe we om moeten gaan met een
gepleegd strafbaar feit (conflictoplossing komt hier om de hoek kijken). Retributivistisch is
terugkijken, wat is er gebeurd? Straffen omdat iets gebeurd is, dat is de vergelding. Utilitaristische
benadering ziet op het bereiken van doelen die in de toekomst liggen met de straf. Bijv. beveiliging
van de samenleving door speciale preventie (= deze persoon mag het niet nog een keer doen, dus
speciaal op die persoon gericht) en generale preventie (= afschrikking, dat ook de rest van het volk
het niet zal doen). Dan heb je nog de herstelbenadering die er iets buiten staat. Deze benadering
is ook gerelateerd aan de aandacht voor het slachtoffer die een steeds sterkere positie krijgt in het
strafrecht.

Vroeger in het Romeins recht was strafrecht eigenlijk nog civiel recht en gewoon een conflict
tussen de partijen. Je had dan slachtoffer en dader die samen voor de rechter stonden. Op een
gegeven moment heeft de Staat het slachtoffer aan de kant gezet en het overgenomen, want iemand
die een misdaad pleegt die heeft dit niet alleen tegenover het slachtoffer gedaan, maar diegene
overtreedt ook het sociale verdrag wat we met elkaar hebben afgesproken. Als iedereen dat zomaar
gaat ondermijnen (dat verdrag), dan betrokken je ook de samenleving en daarom is de Staat ook
partij in dit conflict. Sterker nog: slachtoffer aan de kant wij nemen het over. Het OM gaat het doen
namens iedereen (ook het slachtoffer). Hier zijn we wel een beetje op teruggekomen, want het OM
deed het namelijk niet zo goed namens iedereen. Met name niet namens het slachtoffer. Daarom
hebben we het slachtoffer nu ook weer zelf teruggebracht in het strafproces, maar niet als partij
(het is niet zo dat een slachtoffer in hoger beroep kan tegen een uitspraak).

Retributivistische benadering
- Die morele rechtvaardiging zit dan in een verstoorde balans: een soort leemte die ontstaat,
emoties, een wens om genoegdoening, wraak.
- Rechtvaardiging is inherent aan het delict, die hoeft niet gevonden te worden in toekomstig
nut. De straf is gerechtvaardigd, omdat er iets is gedaan wat strafbaar is.
- Maar de straf vindt wel degelijk zijn begrenzing, te weten in de vergelding van schuld (straf
naar de mate van schuld?).
- Het gaat bij vergelding om een duidelijk signaal: dit is afgekeurd in de samenleving, afkeur
van het gedrag/delict.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slvandenberg. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.58. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.58  19x  sold
  • (0)
Add to cart
Added