Hoofdstuk 1 Seksualiteit in perspectief
Seksueel gedrag is een activiteit die opwinding produceert en de kans op een
orgasme verhoogt. Seks (seksueel gedrag en anatomie) is iets anders dan gender
(man of vrouw of iets dergelijks zijn als transgender).
Historisch gezien waren de hoofdbronnen van seksuele informatie religie en,
opkomend in eind 1800, wetenschap. Belangrijke seksonderzoekers waren Sigmund
Freud, Havelock Ellis, Richard von Krafft-Ebing en Magnus Hirschfeld, allemaal
opkomend vanuit de Victoriaanse eeuw. Rond 1990 waren grote, goedgevormde
seksvragenlijsten beschikbaar.
Vandaag de dag, zorgt de massa media (televisie, magazines, internet) voor
extensieve verbeeldingen van seksualiteit en zijn ze een krachtige invloed op de
meeste mensen over het begrip van seksualiteit. De massa media heeft een invloed
door cultivation (stelt dat de massa media mensen laat denken dat wat ze zien
echt de standaard is van hoe het is), agenda setting (stelt dat de media bepaalt
wat belangrijk is en wat niet, door welke verhalen ze publiceren) en social
learning (het idee dat de media rolmodellen levert die we gaan nadoen).
Studies van diverse culturen (traditionele ideeën en waardes over generaties heen
binnen een groep en overgedragen aan groepsleden door symbolen als taal) over de
wereld leveren bewijs voor enorme variaties in menselijk seksueel gedrag. De
hoeveelheid seks kan variëren tussen eens per week in sommige culturen naar drie
tot vier keer per nacht in andere culturen. Mening over seks voor & buiten het
huwelijk, masturbatie, zelfde-gender seks en genderrollen verschillen hevig over
culturen. In de Verenigde Staten varieert seksueel gedrag met sociale klasse en
etnische groep. deze variaties leveren bewijs voor het belang van leren en cultuur in
het vormen van seksueel gedrag. Alle samenlevingen reguleren seksueel gedrag op
een bepaalde manier. Etnocentrisme is de neiging om iemands eigen etnische
groep en cultuur als superieur te zien, en om die manieren en levenswijzen als
standaarden te zien, door welke andere culturen zouden moeten worden beoordeeld.
Studies over seksueel gedrag in diverse diersoorten laten zien dat masturbatie,
mond-genitaliën stimulatie, en zelfde-gender seksueel gedrag niet gelimiteerd zijn tot
mensen. In vele soorten wordt seksueel gedrag gebruikt voor niet-seksuele
doeleinden, zoals het uiten van dominantie.
Een nieuwe internationale beweging focust op seksuele gezondheid (een staat
van fysieke, emotionele, mentale en sociale welzijn in relatie tot seksualiteit) en de
principes van seksuele rechten: basis, onvervreemdbare rechten richting
seksualiteit, zowel positief als negatief, zoals rechten tot reproductieve vrije wil en
seksuele zelfexpressie en vrijheid van seksueel misbruik en geweld.
Hoofdstuk 2 Theoretische perspectieven op seksualiteit
Sociobiologen (passen evolutionaire biologie toe om sociaal gedrag in dieren en
mensen te begrijpen) zien menselijk seksueel gedrag als het product van natuurlijke
selectie in evolutie, en zien daarom deze gedragspatronen als genetisch beheerst.
Hedendaagse evolutietheoretici zien gedrag als een resultaat van interactie tussen
geëvolueerde mechanismen en omgevingsinvloeden.
,Freuds psychoanalytische theorie (stelt dat groot deel van persoonlijkheid
onbewust is) ziet seks drive, of libido, als een grote invloed op persoonlijkheid
en gedrag. Freud introduceerde de concepten als
- Id: plezierprincipe, ego: realiteitsprincipe, superego: bewustzijn,
idealisme, moraal
- Erogene zones (onderdelen van het lichaam die erg gevoelig zijn voor
seksuele stimulatie)
- Psychoseksuele stages van ontwikkeling
o Oraal (mond),
o Anaal (uitscheiding),
o Fallisch (geslachtsdelen ontdekken)
Oedipuscomplex haat vader en verliefd op
moeder/Electracomplex verliefd op vader,
o Latency (onderdrukking),
o Genitaal (seksueel actief).
De leertheorie benadrukt hoe seksueel gedrag is geleerd en aangepast door
beloningen en straffen volgens de principes van operant conditioneren.
Gedragsmodificatie (operante conditioneringstechnieken om menselijk gedrag
aan te passen) technieken, therapieën gebaseerd op de leertheorie, worden gebruikt
in het behandelen van seksuele variaties en seksuele stoornissen.
De sociale leertheorie voegt de concepten van imitatie, identificatie en self-
efficacy (vertrouwen in het goed uitvoeren van een activiteit) toe aan de
leertheorie.
De sociale uitwisselingstheorie benadrukt de rol van beloningen en kosten in relaties.
Gaat ervanuit dat mensen acties kiezen die beloningen maximaliseren en kosten
minimaliseren.
Cognitieve psychologen focussen op de gedachtes en percepties, zowel positief als
negatief, van mensen, en hoe deze seksualiteit beïnvloeden.
Gender schema theorie legt met een schema (een kenniskader van iemand over
een bepaald onderwerp) gender-rol ontwikkeling en de impact van gender heeft op
mensen hun dagelijks leven en denken uit.
De kritieke theorie focust op de sociale constructie van categorieën, de manier
waarop ze worden toegepast op mensen, en de gevolgen van individuen en
samenleving.
De feministische theorie analyseert de betekenis van gender in de huidige
samenleving. Gender is een status karakteristiek, en mannen hebben een hogere
status dan vrouwen. De hogere status van mannen heeft hen toegestaan om
vrouwelijke seksuele uiting te onderdrukken. Gender rollen vereeuwigen
statusoneerlijkheid door de restricties die ze plaatsen op het gedrag van mannen en
vrouwen.
, De queer theorie betwijfelt gender binairiteit, het beargumenterend dat
genderexpressie en seksuele oriëntatie beide dimensies zijn waarlangs individuen
variëren. Het daagt heteronormativiteit uit; de overtuiging dat
heteroseksualiteit het enige patroon van seksualiteit is dat ‘normaal’ en ‘natuurlijk’ is.
Sociologen bestuderen de manier waarop de samenleving onze seksuele expressie
beïnvloedt.
De symbolische interactietheorie stelt dat menselijke natuur en sociale orde
gevolgen zijn van symbolische communicatie onder mensen en interactie die gedrag
beïnvloeden.
Seksuele scripts leveren ons concrete richtlijnen voor romantische en seksuele
interacties; zoals een man die een vrouw uit eten neemt op een eerste date.
De meeste seksuele interacties komen voor in een seksueel veld waarin
individuen verlangen naar interactie om een hiërarchie van seksueel verlangen te
creëren, zoals een bar, clubs, feestjes of dating websites.
Op macrolevel onderzoeken sociologen de manier waarop sociale instituties als
religie, economie, familie, medicatie (medicalisering van seksualiteit: proces
waarbij seksueel gedrag wordt gedefinieerd in termen van gezond en ongezond, en
problematisch gedrag medische behandeling krijgen) en de wet seksualiteit
beïnvloeden.
Hoofdstuk 3 Onderzoek naar seks
Onderzoekers meten verschillende aspecten van menselijke seksualiteit door gebruik
te maken van
(1) Zelfreflectie
(2) Gedragsmetingen (zoals directe observatie, oog-traceren)
(3) Impliciete metingen (zoals de IAT)
(4) Biologische metingen (zoals plethysmografie, fMRI, pupiluitzetting.
Er zijn drie cruciale methodologische problemen in seksonderzoek:
(1) Sampling: random steekproeven of kanssteekproeven zijn het best, maar zijn
moeilijk om te doen omdat sommige mensen weigeren mee te doen
(2) Accuraatheid van metingen: veel onderzoek hangt af van de rapportage van
mensen hun eigen seksueel gedrag. Deze zelfrapportages zijn vaak accuraat,
maar ze kunnen ook verstoord zijn op diverse manieren, zoals opzettelijke
verstoring; opzettelijk valse informatie geven, vragen beantwoorden uit
geheugen.
(3) Ethische problemen: seksonderzoekers moeten regels volgens over
geïnformeerd consent, bescherming tegen schade,
gerechtigheidsprincipe; de risico’s en opbrengsten van deelname moet
eerlijk verdeel zijn over de groepen in de samenleving, en kosten-baten
aanpak; hogere baten dan kosten.
Een groot seksonderzoek is het Kinsey rapport: een grootschalig interviewonderzoek
van seksueel gedrag van Amerikanen. De interviewtechnieken waren goed, maar de
sampling niet. De NHSLS is een grootschalige vragenlijst, gebaseerd op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fedratiggeler. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.