Samenvatting VHR
Bedrijfskunde integraal
Hoofdstuk 7
Organiseren = managementfunctie die erop gericht is een structuur van relaties
tussen de medewerkers te creëren, waardoor deze in staat zijn de gestelde doelen te
bereiken
Arbeidsindeling = bedrijf in totaliteit, groeperen in kleine delen, individuele taken,
groeperen tot functies, functies groeperen tot afdelingen, afdelingen positioneren tot
structuur
Taak = de bevoegdheid, plicht, om een activiteit uit te voeren
Bevoegdheid = het recht om een beslissing te nemen bij heet uitvoeren van een taak
Functie = geheel van taken dat iemand uitvoert
Functieanalyse o.b.v. 4 A’s: arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheid,
arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden
Gemotiveerde werknemers behouden door: taakverruiming, taakroulatie en
taakverrijking
Organogram/organisatiestelsel: schema dat ontstaat door organisatiestructurering
Lijnorganisatie: verschillende niveaus binnen een bedrijf met eigen taken en
verantwoordelijkheden (voordelen: simpele structuur, snelle besluitvorming, weinig
leidinggevenden nodig) (nadelen: vertraagde besluitvorming, verantwoordelijkheid
lastig aan te wijzen, weinig zicht op betrokkenheid einddoel)
Eenheid van gezag: iedereen één baas boven zich
Eenheid van bevel: elke positie in het bedrijf is via een keten van bevelvoerders van
beneden naar boven verbonden met de top van het bedrijf
Spanwijdte/span/control: aantal mensen die een manager direct leidinggeeft
Spandiepte/depth/control: alle medewerkers onder de manager
Omspanningsvermogen/scope/control: het aantal mensen dat een manager aankan
als leidinggevende.
Lijn-staf-organisatie: ondersteunende functies die zijn toegevoegd aan de
lijnorganisatie
Matrixorganisatie: lijnorganisatie met twee lijnen, dus twee managers
Projectorganisatie: mensen uit verschillende disciplines, gekoppeld aan project
Informele organisatie: ongeschreven structuur, met zelfgezochte verbanden in een
organisatie
Sociale behoefte: naast geld verdienen ook op trekken met collega’s, aanvulling op
formele organisatie
Afstemming en coördinatie: zorgen dat afdelingen van elkaar weten waar ze mee
bezig zijn
Mintzbergs coördinatie mechanismen: de manier waarop het management in een
bedrijf de taakuitvoering van de medewerkers op elkaar afstemt
Mechanismen: direct toezicht, onderlinge afstemming, standaardisatie van
werkprocessen, standaardisatie van output, standaardisatie van kennis en
vaardigheden, standaardisatie van normen, regels en procedures, hiërarchie,
werkgroepen en vergaderingen
Organisatiestructuren van Mintzberg: ondernemersorganisatie, machine organisatie,
professionele organisatie, gediversifieerde organisatie, innovatieve organisatie,
missionaire organisatie, politieke organisatie
, Organisatiemodellen: vereenvoudigde weergave van de organisatie
2 manieren voor het veranderen van een organisatie
1. Ongecoördineerde veranderingen/niet-planmatige verandering
5 levensfasen van Greiner
2. Gecoördineerde verandering/planmatige verandering
3 fasen van Lewin: ontdooien (unfreezing), verschuiven (moving), bevriezen
(freezing)
Lerende organisatie: een organisatie waarin de managers verandering initiëren,
bevoegdheden zo laag mogelijk in het bedrijf, hiërarchie zo veel mogelijk vermijden.
- Leiders niet te veel macht
- Gedeelde toekomstbeeld creëren
- Informatie op alle niveaus gedeeld
- Samenwerken in teamverband -> empowered
- Gezamenlijke strategie
- Organisatiecultuur; continu oppikken van impulsen tot veranderingen
, Hoofdstuk 8
Organisational behaviour: het gedrag van de mensen in bedrijven en organisaties
Macht: het vermogen om anderen te beïnvloeden
6 machtsbronnen: legitieme macht, beloningsmacht, sanctionele macht,
informationele macht, referentiemacht, deskundigheidsmacht
Attitude: de instelling of houding van iemand
Commitment tegen het bedrijf: de loyaliteit richting het bedrijf waar mensen
werken, de mate waarin werknemers gaan voor hun werkgever
Cognitieve dissonantie: conflict tussen verschillende attitudes die iemand heeft,
hersenactiviteit betreffende
Perceptie: het zich in de hersenen afspelende cognitieve proces dat mensen
gebruiken om de omgeving te doorgronden door informatie te selecteren en
interpreteren
The Big Five (5 dimensies van persoonlijkheidsbepaling): zelfbewust zijn, het
vermogen om emoties te managen, het vermogen om jezelf te motiveren, empathie,
sociale vaardigheden
Motivatie: de krachten die op iemand worden uitgeoefend of in iemands persoon
aanwezig zijn om bepaalde doelgerichte manier te handelen
Motivatietheorieën: intrinsieke motivatie: motivatie vanuit jezelf, extrinsieke
motivatie: prikkels van buitenaf
Behoefte piramide van Maslow
Besluitvorming in groepen: normale groepstechniek: gestructureerde
vergadertechniek, Delphi-techniek: besluitvorming zonder dat de leden bij elkaar
hoeven te komen, Brainstormen: spontane ideeën voorstellen
Besluitvormingsegels groepen
- Vetorecht: ieder groepslid heeft het recht om een bepaalde beslissing tegen te
houden
- Unanimiteitsregel: beslissing alleen geldig als alle groepsleden eens zijn
- Consensusregel: meerderheid eens, minderheid kan de beslissing aanvaarden
- Meerderheidsregel: consensusregel, maar maakt niet uit wat minderheid vindt
- Eenmansregel: als één persoon een beslissing moet nemen
Voordelen groepsbeslissingen: meer kennis, meer ervaring, meer perspectieven en
alternatieven, meer stimulans voor intelligente oplossingen, meer argumenten,
verbondenheid, grotere leerervaring, meer democratie
Nadelen groepsbeslissingen: kost meer tijd, discussie kan gedomineerd worden,
participanten kunnen zich gedwongen voelen, door tijdsinname vaak sneller
tevreden (beslissing niet optimaal), geen individueel verantwoordelijkheidsgevoel
Leiderschap: het vermogen om leiding te geven
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinesmit1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.70. You're not tied to anything after your purchase.