Samenvatting Biologie hoofdstuk 9 Gedragsbiologie van 10VoorBiologie
7 vues 0 fois vendu
Cours
Biologie
Type
VWO / Gymnasium
Samenvatting van hoofdstuk 9 Gedragsbiologie van de methode 10VoorBiologie met als onderwerpen: wat is gedrag, leren, intelligent gedrag, sociaal gedrag, sociale insecten, voortplantingsorganen en de mens
De studie van het gedrag van dieren wordt ethologie, ofwel gedragsbiologie genoemd. Gedrag is
aangeboren (nature) of aangeleerd (nurture).
9.1 Wat is gedrag?
Onder gedrag versta je ‘alles wat een dier doet’. De proximate vragen zijn gemakkelijker te
onderzoeken, maar om echt iets te begrijpen van gedrag moeten we proberen antwoorden te vinden
op de ultimate vragen. De vraag naar waarom kan weer uitgesplitst worden in de drie hoofdvragen:
Vraag 1: Waardoor wordt het gedrag veroorzaakt? (proximate vragen)
Vraag 2: Wat is het doel van dit gedrag? (ultimate vragen)
Vraag 3: Hoe en waarom is het gedrag ontstaan? (ultimate vragen)
9.1.1 Motivatie en fitness
Gedrag komt tot stand doordat organen gaan werken, nadat deze zich door het centrale
zenuwstelsel ertoe zijn aangezet. De inwendige toestand bepaalt meestal de motivatie voor een
bepaald gedrag.
De functies van gedrag zijn:
o de eigen overlevingskansen vergroten
o voor nakomelingschap zorgen en de kans op nakomelingen vergroten
o de nakomelingen verzorgen of beschermen
Deze functies liggen aan de basis van elk gedrag, ook al is dat niet altijd direct duidelijk. Fitness = de
mate waarin het dier zijn genen kan doorgeven aan het nageslacht. Ze vergroten hun fitness 2x
wanneer ze eerst hun broertjes en zusjes verzorgen en die hebben voor 50% dezelfde genen als
zijzelf. Daarna zijn ze rijp en ervaren. Daardoor hebben hun eigen kinderen, die ook 50% van hun
genen mee kregen, ook betere overlevingskansen. Dit heten ‘nesthelpers’.
9.1.2 Gedragsonderzoek
Gedragsonderzoek bestaat uit 3 componenten: het ethogram, observeren en experimenteren.
Het ethogram
Een ethogram is een gecodeerde beschrijving van het gedrag van een dier in een bepaalde situatie.
Door voor ieder gedragselement (iedere beweging) een code vast te stellen, kun je veel over het
gedrag van verschillende onderling verwante soorten weten → evolutie van gedrag onderzoeken.
Observeren
Een groot deel van het ethologisch onderzoek bestaat uit het natuurlijke gedrag observeren en
beschrijven.
Experimenteren
Ethologische experimenten kunnen bestaan uit proeven met een dier in een hokje of het draaien van
een bandje met de kreten van een soortgenoot en kijken hoe het dier reageert.
9.1.3 Gedragssystemen
Gedragssystemen = reeksen van handelingen die met elkaar samenhangen en hetzelfde doel dienen.
o Voortplantingsgedrag: een mannelijke vogel lokt een wijfje door zingen
o Territoriumgedrag: andere mannetjes weten dat ze uit de buurt moeten blijven door zingen
o Vluchtgedrag: als je een roofdier ziet
, Een dier komt in een conflictsituatie terecht wanneer meerdere gedragssystemen tegelijk worden
opgewekt. Zo’n conflictsituatie kan een dier op 3 manieren oplossen:
1. Ambivalent gedrag: beide systemen zijn even sterk en er ontstaat afwisseling tussen de twee
2. Omgericht gedrag: bijv. vogels die in de grond pikken i.p.v. elkaar
3. Overspronggedrag: zinloze actie om zich uit de conflictsituatie te redden
9.2 Leren
Gedrag is het resultaat van vele invloeden die op een organisme inwerken. Aangeboren gedrag
berust op de erfelijke aanleg van het dier. Bijv. de reflex, waarbij de impuls direct of bijna direct
overspringt van een sensorische naar motorische zenuw. Reflexen zijn aangeboren en automatisch.
Instinct is aangeboren gedrag dat vrij automatisch wordt uitgevoerd en waar geen leerproces aan te
pas komt. Ze zijn meestal zeer doelmatig. Vaak zijn het stereotype reacties op bepaalde prikkels.
9.2.1 Graafwespen van Tinbergen
Nico Tinbergen deed als eerste ethologisch onderzoek in de natuur. Graafwespen graven eerst een
holletje, vliegen daarna weg en een tijdje later komen ze met een verlamde prooi terug.
9.2.2 Sleutelprikkels en supranormale prikkels
Aangeboren gedrag begint niet ‘vanzelf’, het dier moet in de juiste toestand zijn. Bovendien moet er
vaak een bepaald signaal uit de omgeving zijn, de sleutelprikkel. Slechts een deel van de prikkels, die
een dier uit zijn omgeving opvangt, bepaalt zijn reactie. Zo’n prikkel lijkt een automatische reactie op
gang te brengen.
Sleutelprikkels spelen gewoonlijk een grote rol in situaties waarbij het van belang is dat er altijd op
de prikkel wordt gereageerd, en waarin een paar foutieve reacties niet zoveel uitmaken. Extreme
reactiebereidheid voor sleutelprikkels heeft duidelijk grote adaptieve waarde in het leven van dieren.
Met ‘adaptieve’ waarde bedoelen we dat het de overlevingskans of voortplantingssucces vergroot.
Supranormale prikkels (of supernormale prikkels) zijn sleutelprikkels waar het dier nog sterker of
feller op reageert.
9.2.3 Klassiek conditioneren en gewenning
Leren is een gedragsverandering die veroorzaakt is door specifieke ervaringen. Het aangeboren
gedrag kan ook door leerprocessen veranderen.
Reflexen blijken te kunnen veranderen door leerprocessen. De onder nieuwe omstandigheden
(condities) verkregen reflex wordt een geconditioneerde reflex genoemd; het proces heet klassiek
conditioneren.
Bij gewenning leert het dier uit ervaring, zonder dat er een nieuwe reflex bij ontstaat. Het betekent
ook vaak het afleren van gedrag.
9.2.4 Operant conditioneren
Operant conditioneren = het dier leert dan dat een bepaald bedrag leidt tot een beloning (voedsel)
of een straf (elektrisch schokje). Trial-and-error (natuurlijk conditioneren) = het dier probeert van
alles en leert, ook door zijn fouten. Wat een dier kan leren hangt weer af van zijn erfelijke aanleg.
9.2.5 Inprenting
Inprenting = prikkels leren tijdens de kritische periode. Dat is de periode waarin ze voor die
specifieke prikkels gevoelig zijn. Wat er dan ingeprent is, wordt nooit meer vergeten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evelineroelofsen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour $6.96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.