Colleges diagnostiek en assessment
College 1 (2)
Mogelijke vragen
Wat is er aan de hand?
- Op school, thuis, op de opvang etc
- Met schoolse vakken, op sociaal-emotioneel gebied, etc
Waarom stagneert de ontwikkeling?
Slaat de behandeling aan? je kan met assessment ook kijken of de behandeling
aan slaat
In D&A
Met welke testinstrumenten kan ik de ontwikkeling/situatie het beste in kaart
brengen?
Waar moet ik op letten bij de testselectie?
Hoe interpreteer ik de testuitslag?
Hoe wordt een goed testinstrument ontwikkeld?
Basisassumpties
Voorwaarden voor het vertrouwen op testuitslagen en het assessmentproces
Onderbouwing van waarom en wanneer wel (of niet) testen
Selecteren van geschikte testen
Houd het doel van assessment goed voor ogen
- Wat is de hulpvraag?
- Welke testen kunnen hier antwoord op geven?
Technische eigenschappen van testen verschillen
- Welke testen passen bij wat je wil meten, met zo min mogelijk belasting van kind,
ouders, leerkracht, etc?
- Kwaliteit van test (COTAN)
Definitie: Test
Verkrijgen van ‘representatieve steekproef van gedrag’ van individu meestal
meerdere instrumenten voor nodig
- Waarschijnlijk Multi-Method
Systematische manier om informatie te verzamelen meerdere bronnen
- En daarmee een belangrijk onderdeel van assessment
Multi-Modal
Gebruik van meerdere informatiebronnen
- De ouder
- De docent/leerkracht/kinderopvangleiding
, - Het kind zelf
Bijv. ASEBA
Definitie: Measurement
Set van regels om getallen (score) toe te kennen aan de gedragingen en/of prestaties
van individu wanneer de score is bepaald dan is er sprake van measurement, het
is alleen maar toekennen van die score
Definitie: assessment
Systematische procedure voor het interpreteren van verkregen informatie (zoals
testuitslagen) nu pas ga je het interpreteren van die score
- Conclusies verbinden aan de getallen
- Ruwe score heeft in principe geen betekenis zonder referentiekader
o Norm-referenced en criterion-referenced score interpretaties (college 3)
Gevolg assessment = besluitvorming als je die scores hebt geinterpreteerd dan
kan je een besluit nemen
Uitslag interpreteren
Clinical range betekent dat je hoger scoort dan de gemiddelde
persoon die getest is onder clinical range lijkt het gewoon
gemiddeld en is er geen reden om een vervolgtest uit te
voeren
Ze baseren het op een normaalverdeling
Type testen
Maximum performance test
Typical response test
Zelfrapportage vragenlijsten
- Omnibus
- Domeinspecifiek
Interview
Directe observatie
Maximum performance test
In kaart brengen van kennis- en vaardigheidsniveau
- Achievement tests je hebt instructie gehad en dan meet je wat weet je ervan
o Niveau na instructie
- Aptitude tests kan je niet echt leren of stampen is eerder op basis van ervaring
en inzicht
o Niveau als gevolg van levenservaring
Subtypes maximum performance tests
Speeds
- Hoeveel test items correct binnen afgebakende tijd je hebt 1 minuut om zover
mogelijk te komen en ik tel mee hoeveel items je goed hebt gemaakt
Power je hebt een bepaalde afbreeknorm, dus je kan kijken hoe ver iemand komt
met moeilijkheidsgraad
, - Oplopende moeilijkheidsgraad hoeveel items zijn correct?
Objectief versus subjectief
- Bijv. objectief: Scoren van MC (goed/fout)
- Bijv. subjectief: tentamen met open vragen (gevoeliger voor interpretatie
nakijker)
Definitie: Typical Response Test
In kaart brengen gedrag en persoonskenmerken
Objectieve persoonlijkheidstests
- Vaste antwoordcategorieën (bijv. klopt wel/klopt niet)
Projectieve persoonlijkheidstests
- Open vraag, geen goed/fout, subjectieve scoring
Zelfrapportage vragenlijsten
Omnibus
- Brede range aan symptomen en gedragingen
- Signalering & screening gaat om gedrag bijvoorbeeld maar dan van alles zoals
aandacht en angst. Je kan dan zeggen als die hoog scoort op aandacht dat je dat
verder wil onderzoeken en dan ga je domein specifiek kijken
Domeinspecifiek
- Diepgaand
- Diagnostische(re) doeleinden
ASEBA vragenlijsten (moeten we dit weten?)
CBCL: ingevuld door ouders/verzorgers
YSR: ingevuld door jeugdigde
TRF: ingevuld door leerkrachten
Interview
Semi-gestructureerd interview vragen staan voor deel vast en een bepaald
antwoord wordt gegeven dan ga je verder
- Met ouders
- Met school (of andere context)
- Met kind/jeugdigde zelf
Concreet, observeerbaar gedrag laten beschrijven
- Is frequentie en ernst afwijkend t.o.v. leeftijdgenoten?
- Antecedenten en consequenties van het probleemgedrag
- Co-morbiditeit bepalen/uitsluiten
Directe observatie
Doel: zicht krijgen op (probleem)gedrag
- Kwalitatief (beschrijvend) vs. Kwantitatief (turven)
- In context plaatsen gedrag (wat ging vooraf?; Wat was gevolg?)
Setting
- Naturalistisch: thuis, op school etc.
- Gecontroleerd: in laboratorium, tijdens consult met pedagoog
Rol observator
, - Participerend of ‘afwezig’, via videocamera
Kwantitatieve observaties
Time-sampling: aanwezigheid gedefinieerd gedrag je kijkt 5 minuten naar leerling
en als je het gedrag dan ziet dan krijg je een turfje
- Geheel interval: gedrag is continu aanwezig geweest
- Gedeeltelijk interval: gedrag komt voor tijdens interval
- 1 moment: gedrag na xx aantal seconden of minuten?
Event sampling: frequentie turven gedefinieerd gedrag turven is kruisjes zetten
dat het gebeurt
College 3
Scores beschrijven
Meetniveaus: nominaal, ordinaal, interval,
ratio
Centrummaten: gemiddelde, mediaan, modus
Gevolgen uitbijters voor centrummaten
Als mediaan, modus en gemiddelde ongelijk
zijn: goed kijken naar de verdeling als het niet gelijk is dan is het scheef verdeeld
en dan kan het positief of negatief scheef verdeeld zijn
Welke is scheef verdeeld (skewed)?
Let op: niet elk gedrag is normaal verdeeld (bijv burn out)
Normaalcurve
Symmetrisch
Variabiliteit
Range: hoogste score minus (-1) laagste score
- Geeft extreemste waarden aan van de verdeling
Standaarddeviatie (SD)
- De gemiddelde afstand waarmee scores rond het gemiddelde variëren
Variantie: kwadraat van SD
- Vooral belangrijk als theoretisch concept (bijv. bij betrouwbaarheid en validiteit)
- Hoe groter de SD, des te groter de variantie in de verdeling
SD & normaalcurve
68.2% van de scores valt binnen 1SD rond gemiddelde
95.4% van de scores valt binnen 2SD rond gemiddelde
99.7% van de scores valt binnen 3SD rond het gemiddelde
Stel: individuele score
Ruwe score is niet informatief om uitspraken te kunnen doen wat is het kader, je
kunt op basis van 1 getal zeggen of het hoog of laag gescoord is
- Wat is hoog? Wat is (te) laag?
- Wanneer geslaagd?
Referentiekaders
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller AnnexD. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.43. You're not tied to anything after your purchase.