Examenvraag: kan een baby van 4 weken een bal onderhands vangen? -> Dit kan niet, om dit te begrijpen de
mijlpalen kennen.
2. JE EIGEN ONTWIKKELINGSVERLOOP
Conclusie ‘rondvraag’: voorbereiding eigen ontwikkeling
▪ Veel diversiteit maar ook ‘gelijklopende’ ontwikkelingen
o Verschillend: Meesten staan op 12 maanden en stappen op 15 maanden
o Gelijk: iedereen staat alvorens hij kan stappen
▪ Je ontwikkeling is o.a. afhankelijk van de situatie
o Oudste vs. jongste van het gezin
o Plaats waar je woon vb. koud of warm klimaat
o Zomer of winterkindje?
▪ Winter: op latere leeftijd meer kan op depressie, door het zien van weinig zonlicht.
o Je gestalte: groot of klein > invloed op je ontwikkeling
▪ Veel mensen hebben weinig moeite om over hun babyperiode te vertellen
o Zegt iets over de aantrekkingskracht van baby’s
▪ Hoofdje te groot t.o.v. het lichaam: super schattig -> ons hechten eraan
▪ Veel diversiteit
▪ VRAAG: ‘hoe weten wij nu wat ‘typische’ en ‘atypische ontwikkeling’ is, en wanneer dan zorgen
maken?
▪ Ontwikkelen is het veranderen van een aanwezige structuur
▪ De aanwezige structuur ontwikkelt- ontvouwt- ontplooit zich gedurende de levenscyclus
▪ Ontwikkelen heeft karakter van een levenslang proces
▪ Ontwikkelen is geen momentopname, kinderen op verschillende tijdstippen bekijken en evalueren
▪ Er is eerder sprake van een geleidelijke verandering
o Vb. leren spreken of leren stappen -> eerst woordjes leren zeggen om dan te kunnen spreken
3.2. HOE ONTSTAAT ONTWIKKELING?
▪ Genetisch bepaald -> nature = aanleg
o Lichaamslengte/ kleur van ogen
o Temperament
o Vb. reflexen
▪ Milieu of context -> nurture = je omgeving
o Ondersteunende en liefdevolle ouders
▪ Liefdevol: kan je nature naar hoger niveau tillen (hetgeen aanwezig is beter maken)
▪ Negatieve context: nature (aanleg) gaat verminderen
• Vb. opgroeien in een kansarm gezin -> kinderen niet optimaal ontwikkelen
o Gezin, land, leerkrachten, klimaat
▪ Zelfbepaling
o Het is niet omdat ik dyslexie heb dat ik geen boek kan schrijven, je zelfbepaling is cruciaal
o Mens is geen speelbal van aanleg of van milieufactoren
o Hij kan zelf omstandigheden scheppen waarin hij zelf keuzes en doelen probeert te
verwezenlijken
o Vb. Robbe heeft dyslexie mits therapie en zijn inzet geraakt hij toch door zijn middelbare
opleiding want hij droomt ervan om boekhouder te worden
▪ Zone van de naaste ontwikkeling (ZON)
o Belangrijk om In de therapie hierop te werken
o Voorwaarde: zeer goede kennis van normale ontwikkeling!
▪ Groene blokje werken is super!
o Staat voor zone van de naast ontwikkeling
o Interventies op groen -> niet te simpel, maar stapje uitdagend zonder frustraties, …
▪ Rode zone kan je niet aanleren: moeilijk
▪ Gele blokje kan je al: te makkelijk
▪ Ontwikkeling is de combinatie van nature en nurture en zelfbepaling
▪ Observatie en ruglig, buiklig, de ventrale suspensie, staan en stand en zitten
▪ Ontwikkelingsfasen:
o 0 tot 3 maand, 3 tot 6 maand, 6 tot 9 maand, 9 tot 12 maand, 12 tot 15 maand, 15 tot 18
maand, 18 tot 24 maand dit zijn de mijlpalen
▪ Ontwikkeling domeinen:
o Grof motorisch: vertikalisatie
o Fijn motorisch: handmotoriek
o Bewaarneming
o Taal
o Sociaal- emotioneel
o Spel
4. MIJLPALEN IN DE EVOLUTIE VAN HET VERTIKALISATIEPROCES
▪ Wordt hierbij besproken:
o Ventrale suspensie (4.1)
o Buiklig (4.2)
o Ruglig (4.3)
o Zitten (4.4)
o Staan en stappen (4.5)
4.1. VENTRALE SUSPENSIE (ENKEL TOT 3 MAANDEN)
▪ Pasgeborene
o Hoofd passief naar beneden hangen
o Algemene buikhouding is foetale houding, alles ongeveer in flexie
▪ Indien dit niet aanwezig is (eerder extensie) -> teken van
hersenbeschadiging
▪ Aan 12 weken
o Hoofd goed boven romp vlak
o Daarna geen ventrale suspensie meer het kind wordt te zwaar 4 of 5 kilo
Welk kind heeft een normale ontwikkeling
▪ Kijken naar de spierspanning:
o Rechter: hoofdje niet in verlengde van wervelkolom, wel
opgericht
o Linker: heel slap en lage spierspanning, kindje met
hersenbeschadiging
4.1.1. BESLUIT
▪ Prematuur geboren baby's hebben meer moeite met tonus opbouw
▪ Kinderen met een pathologie hebben vaak een te hoge of te lage tonus > na te gaan in deze houding
▪ Kan tot 3 maand nagegaan worden
▪ Voorloper van buiklig
▪ Opletten bij je observatie; context is cruciaal
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jyttevanwemmel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.