Samenvatting H20-H24 van 'A History of Western Society'
38 views 4 purchases
Course
Nieuwste Tijd I
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
A History of Western Society, Combined Volume
Een complete en overzichtelijke samenvatting van hoofdstuk 20 t/m hoofdstuk 24 van 'A History of Western Society'. Belangrijke jaartallen en begrippen zijn dikgedrukt.
Hoofdstuk 20: The Revolution in Energy and Industry
20.1: The Industrial Revolution in Britain: why did the Industrial Revolution
begin in Britain, and how did it develop between 1780 and 1850?
20.1.1: Why Britain?
Verschillende factoren:
o Wetenschappelijke revolutie & verlichting nieuw wereldbeeld in het teken
van vooruitgang, onderzoek & experimenten
o Productieve cottage industry export Engelse wol rijkdom
o Groot koloniaal rijk beschikking over genoeg grondstoffen en een grote
afzetmarkt voor producten
o Goede efficiënte landbouwmethoden lage voedselprijzen families kunnen
meer geld besteden aan consumptiegoederen; + steeds minder mensen
hoefden in landbouw te werken grote groep potentiële fabrieksarbeiders
o Goed ontwikkelde infrastructuur van kanalen en rivieren makkelijk en snel
transport ijzer en steenkool (daar had GB er veel van)
o Hoge belastingen gebruiken voor leger & marine om kolonies onder
controle te houden
o Invoeren importbelasting
20.1.2: Technological Innovations and Early Factories
Hoge loonkosten + druk om meer goederen te produceren + internationale
concurrentie van goedkope, kwalitatieve katoen uit India technologische innovatie
noodzakelijk
Hargreaves: vindt Spinning Jenny uit vrouwen kunnen veel sneller draad
spinnen
Arkwright: vindt waterframe uit, ander soort spinmachine die op waterkracht werkt
Crompton: verbetert deze machine cottage industry verdrongen door spinmachines
! spinmachines waren grote investering veel landen gebruikten ze nog niet omdat het
te lang duurde voordat de kosten terug waren verdiend
Wevers kunnen makkelijk aan draad komen kunnen meer opdrachten aannemen
en meer verdienen behoefte om weefcapaciteit uit te breiden
1785: Cartwright vindt mechanisch weefgetouw uit, plaatst deze in fabrieken met
slechte werkomstandigheden en kinderarbeid
20.1.3: The Steam Engine Breakthrough
Britse ijzerindustrie heeft veel hout nodig, maar daar is te weinig van overstappen
op steenkool, is ook veel van nodig mijnen moeten steeds dieper worden
grondwater is een probleem
Savery & Newcomen vinden begin 18e eeuw de eerste stoommachines uit
1769: James Watt maakt stoommachine veel efficiënter en blijft deze verbeteren
Ca. 1780: stoommachines vervangen geleidelijk machines op waterkracht
Gebruik van brandstof op basis van steenkool + gebruik stoommachines Britse
ijzerindustrie krijgt een boost & ijzer wordt goedkoper
20.1.4: Steam Powered Transportation
1829: eerste stoomlocomotief in GB, meer volgen; niet alleen in GB maar ook in haar
kolonies
Gevolgen:
o Sterk verminderde kosten van transport over land
o Meer mensen kunnen worden bereikt grotere afzetmarkt
schaalvergroting gestimuleerd
, Ook de stoomboot biedt soortgelijke voordelen
20.1.5: Industry and Population
GB produceert steeds meer consumptiegoederen stijging van BBP
Ook bevolking groeit sterk meer arbeidskrachten beschikbaar; toch angst dat
bevolking te hard groeit vergeleken met de beschikbaarheid van voedsel, maar het zou
zo’n vaart niet lopen
20.2: Industrialization in Europe and the World: how did countries in Europe
and around the world respond to the challenge of industrialization?
20.2.1: National and International Variations
GB heeft rond 1800 een industriële voorsprong op de rest van de wereld en die wordt
groter met de tijd
Westerse landen volgen dit voorbeeld: België al redelijk vroeg, VS & Duitsland na de
eerste helft van de 19e eeuw en Rusland, Italië en Oostenrijk-Hongarije tegen het eind
van de 19e eeuw
Niet-Westerse landen blijven achter
20.2.2: Industrialization in Continental Europe
Na Napoleontische oorlogen beginnen Europese landen achterstand in te halen
Problemen:
o Britse goederen domineren de wereldmarkt
o stoommachines en treinsporen zijn duur en vragen grote investeringen
o weinig mensen willen in fabrieken werken
Voordelen
o men kon technologische innovaties overnemen van GB
o sterke overheden bevorderen industrialisatie;
Proces verloopt heel geleidelijk
20.2.3: Agents of Industrialization
Britten proberen technologische ontwikkelingen binnen eigen land te houden maar
slagen hier niet in; Britse technici migreren naar vasteland van Europa en zetten
eigen bedrijven en fabrieken op
Nationale overheden voeren protectionistisch beleid om de eigen markten die nog in
ontwikkeling zijn te beschermen
Overheden investeren in infrastructuur industrialisatie bevorderd
Banken gaan samenwerken met overheden en durven meer risico’s te nemen m.b.t.
investering investeren in industrialisatie
20.2.4: The Global Picture
Buiten Europa industrialiseren VS en Japan het snelst
Rusland doet pogingen maar het blijft kleinschalig
Egypte moderniseert ook maar kan niet op tegen goedkopere Europese producten
Veel kolonies van westerse landen willen ook industrialiseren, maar kolonisatoren
houden dit tegen om hun eigen markten te beschermen kolonies blijven achter en
leveren vooral ruwe grondstoffen aan het westen & worden zelfs afhankelijk van
goedkope consumptiegoederen uit het westen
, 20.3: New Patters of Working and Living: how did work evolve during the
Industrial Revolution, and how did daily life change for working people?
20.3.1: Work in Early Factories
Cottage workers wilden niet in fabrieken werken: lange dagen, hard werken, straf als
je je niet aan de regels hield eerst vooral armen en wezen ingezet die praktisch in
de fabriek leefden
20.3.2: Working Families and Children
Opkomst stoommachines fabrieken hoefden niet meer bij water gebouwd te
worden maar konden bij steden gebouwd worden meer arbeiders aantrekken
Vaak blijven families samen werken in de fabrieken en dragen ze allemaal bij aan het
inkomen
Zorgen om verschrikkingen van kinderarbeid en slechte werkomstandigheden
regering van GB beperkt werktijd kinderen, jonge kinderen mogen helemaal niet meer
werken families werken niet meer samen
20.3.3: The New Sexual Division of Labor
Er ontstaat een nieuw model waar de man de kostwinner wordt en vrouwen
nauwelijks meer werken buitenshuis nadat ze kinderen heeft (tenzij de familie heel
arm is of haar echtgenoot ziek of afwezig is)
Als vrouwen al werken krijgen ze minder betaald dan mannen en werken ze vooral in
de textielindustrie
Oorzaken:
o Vaste werktijden moeilijk te combineren met zorg voor kinderen
o Vrouw is veel tijd kwijt aan boodschappen doen, schoonmaken, wassen, etc.
o Beroepen in de textielindustrie en kinderzorg werden traditioneel als
vrouwelijk gezien; ook wilde men jongens en meisjes niet samen op de
werkvloer hebben uit angst voor illegitieme kinderen vrouwen mochten
alleen maar ‘vrouwenwerk’ doen en mannen alleen ‘mannenwerk’
o Culturele invloeden: vrouwen uit de middenklasse kwamen uit rijke families
hoefden niet te werken; dit werd een ideaal om na te streven, ook voor
‘gewone’ mensen
20.3.4: Living Standards for the Working Class
Meeste arbeiders hebben een lage levensstandaard; lonen stijgen langzaam en
inkomen daalt doordat vrouwen en kinderen niet meer meehelpen
Lonen dalen voor mensen die (nog) niet in fabrieken werken ook lagere
levensstandaard
Arbeiders werken minder dagen en krijgen minder dagen vrijdag
Veel arbeiders migreren naar steden, waar werk is wonen er dicht op elkaar in
slecht gebouwde huizen zonder riolering slechte hygiëne
Pas vanaf ongeveer de helft van de 19e eeuw stegen lonen sneller en daalden prijzen
van goederen ook sneller meer koopkracht
Mensen in de stad waren vaak eenzaam, hadden geen groot sociaal netwerk meer om
op terug te vallen
20.4: Relations Between Capital and Labor: how did the changes brought
about by the Industrial Revolution lead to new social classes, and how did
people respond to the new structure?
20.4.1: The New Class of Factory Owners
Vroege fabrikanten moesten grote investeringen doen, constant hun machines
verbeteren en hadden met veel onzekerheid te maken kapitaal nodig van rijke
familie of vrienden
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller socialhermitcrab. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.36. You're not tied to anything after your purchase.