Dit document bevat alle uitgeschreven video's van mob 3a WPO met daarbij foto's uit de video's. Zowel de video's van enkel, knie als heup zijn hierin verwekt. Het vormt een goede aanvulling bij de slides.
Jointplay onderzoek (NIET KUNNEN DOEN OP HET EXAMEN)
1. MTP I flexie-extensie (NIET KENNEN)
Extensie is essentieel bij propulsiefase. Niet gelijknamige hand stabiliseert en andere hand neemt
basisphalangs van grote teen vast. Ga naar actuele bewegingsbeperking. Stabiliseer vooral met duim,
wijsvinger doet translatie naar dorsaal en iets proximaal (naar hiel toe). Gebruik niet te veel kracht,
beoordeel de glide.
Bij flexie (foto 2) stabiliseer je met wijsvinger aan plantaire zijde van eerste metatarsaal. Voer
translatie op met klein beetje overdruk van duim op dorsale zijde basis van 1e metatarsaal. Elasticiteit
van dorsale en plantair kapsel onderzoeken.
2. Talocruraal dorsiflexie (niet CCR) in kniezit
Volgens niet convex concaaf. Stabiliseer onderbeen tegen tafel met NG hand (enkel juist over de
rand). G hand gebruikt zwemvlies en plaats deze onder maleolus/achterkant talus. Na fixatie ga je na
of er nog anterieure translatie is van de talus in dorsiflexie.
,3. TC dorsiflexie (CCR)
Volgens convex concaaf. Na immobilisatie waarbij achterste gewrichtskapsel verkort is of vermoeden
van gewricht is geblokkeerd (talus niet echt op juiste plaats)→checken en kijken wat de invloed is van
de actuele translatie op de klachten . Knie in flexie met KUSSEN (musculaoire afweerspanning
vermijden). Onderbeen fixeren met G hand tegen tafel, zwemvleis van NG hand plaats je op voorzijde
talus. Voeg translatie toe naar dorsaal. Hoeveel translatie is er en kan je vanuit deze positie iets
verder bewegen bij dorsiflexie?
4. TC dorsiflexie (zonder CCR)
Bovenste spronggewricht. Niet convex concaaf regel. P ligt op de zij en onderste been is geplooid en
wordt onderzocht. Tibia stabiliseren naar dorssal en hand plaatsen op talus aan achterkant. Ga naar
actuele eindstand en ga na hoeveel jointplay er nog is naar anterieur.
,5. TC plantairflexie (CCR)
Bovenste spronggewricht, volgens convex concaaf. Indicaties: sterke ROM vermindering door
immobilisatie of degeneratief lijden of als het gewricht mssn geblokkeerd is. NG hand stabiliseert
onderbeen tegen tafel (enkel juist erover), zwemvlies van andere hand neemt aan onderzijde talus
vast. Ga vanuit actuele eindstand checken of er translatoire mobiliteit is van de talus tov de
tibia/fibula.
6. TC plantair flexie (zonder CCR)
Bovenste spronggewricht, volgens niet convex concaaf. Voet op abdomen van therapeut. Stabiliseer
tibia en plaats hand op colum tali. Ga vanuit een zekere plantair flexie na hoeveel posterieure
translatoire mobiliteit er nog is. Vermijdt dat tibia naar dorsaal gaat.
Je kan ook de talus fixeren (dus handen niet verplaatsen, maar nu fixeer je langs andere kant). Dan ga
je met G hand de tibia/fibula naar anterieur transleren tov de talus. (zie 2e foto) De P ligt in beide
opties op de zij en onderste been geplooid en onderzocht.
, 7. Syndesmose dorsiflexie
Fibula gaat vanuit plantair flexie naar lichte dorsiflexie een posterieure translatie maken. Kijk of de
fibula kan bewegen naar dorsaal of niet. Indicaties: enkelverstuiking of immobilisatie. Met G hand
tibia fixeren tegen tafel (knie in flexie: rekspanning op gastrocnemius vermijden). Met de duimmuis
van NG hand: anterieure zijde van fibula (opletten dat je er niet vanaf glijdt). Ga vanuit neutrale stand
kijken of er nog beweging is van fibula naar dorsaal.
8. Syndesmose plantairflexie
Vanuit neutrale stand naar plantair flexie: fibula beweegt beetje ventraalwaarts tov tibia. Om te
onderzoeken of syndesmose volledig bwegingsvrij is. Met NG hand in snuitgreep de tibia stabiliseren
tegen de tafel (duim op achterkant maleolus medialis en wijsvinger op colum talus→beter naar
plantair flexie). Met G hand: duim dorsaal op fibula en wijsvinger ventraal. Vanuit actuele
bewegingsbeperking (of er juist voor) ga je na of er nog anterieure beweeglijkheid van fibula tov tibia
is. Kijk dan ook even of je (als je duwt) ook meer naar plantair flexie geraakt.
Alternatief:
Met duimmuis werken (G hand).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller phebewilmots. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.82. You're not tied to anything after your purchase.