Je kunt nu spaarmotieven van mensen benoemen.
Sparen voor een doel: je wilt iets kopen dat duur is en hebt daar nog niet genoeg geld voor.
Sparen uit voorzorg: je wilt geld achter de hand hebben voor onverwachte gebeurtenissen.
Sparen voor rente: je spaargeld levert extra inkomsten op.
Je kunt uitleggen wat rente is.
Als je je geld op een spaarrekening bij de bank zet, ontvang je rente over dat geld. Een ander woord
voor rente is interest. De bank leent het ontvangen geld uit aan gezinnen en bedrijven. Die betalen
daarvoor aan de bank een hogere rente dan de spaarders ontvangen. Zo verdienen banken geld, ze
bemiddelen tussen de vraag en het aanbod van geld.
Je kunt voorbeelden van spaarvormen noemen.
Bij een gewone spaarrekening kun je geld altijd opnemen, dat heet: vrij opneembaar. Op zo’n
rekening krijg je een variabele rente.
Een spaardeposito kies je als je het geld langere tijd kunt missen. Op deze rekening staat het geld een
afgesproken tijd vast tegen een vaste rente. Het rentepercentage blijft die hele periode hetzelfde.
Soms is het mogelijk om geld dat voor langere tijd vaststaat, toch op te nemen. Je betaalt dan wel
opnamekosten of een boeterente. Dat is een bedrag of een percentage van het bedrag dat je
opneemt.
Je kunt rekenen met enkelvoudige en samengestelde rente.
Bij een depositorekening ontvang je enkelvoudige rente. Je saldo staat voor langere tijd vast en
jaarlijks krijg je de rente apart uitbetaald. Hieronder zie je hoe je de rente berekent.
Berekenen enkelvoudige rente
Iev = p × K × n
Iev = enkelvoudige rente (enkelvoudige interest)
n = aantal periodes
p = rentepercentage ÷ 100
K = beginkapitaal (beginsaldo)
Bij samengestelde rente wordt je rente bij het spaarsaldo opgeteld. Je ontvangt hierdoor rente op
rente. Je spaarsaldo wordt ieder jaar hoger. Hierna zie je hoe.
, Je kunt voorbeelden van beleggingen noemen en het risico benoemen.
Hierbij investeer je geld in een doel, bijvoorbeeld een bedrijf, om er geld aan te verdienen. Bij
beleggen loop je meer risico dan bij sparen. Niet alleen de opbrengst maar ook de waarde van het
ingelegde geld kan veranderen.
Als je in obligaties belegt, leen je geld uit aan de overheid of een bedrijf. Hiervoor ontvang je een
rentevergoeding.
Je kunt ook beleggen in aandelen. Als je aandelen koopt, wordt je voor een deel eigenaar van het
bedrijf. Je bent dan aandeelhouder. Aandeelhouders krijgen een deel van de winst uitgekeerd. Deze
uitkering heet dividend. Aandelen hebben een hoger risico dan obligaties.
Je hebt paragraaf 2.1 goed begrepen.
Leerdoelen
Je kunt leenmotieven noemen.
Als je niet voldoende geld hebt om iets te kopen, kun je lenen. Je gebruikt dan geld van anderen om
aankopen te doen. Voor het lenen van geld betaal je een vergoeding, rente. Door te lenen kun je
direct consumeren en betaal je op een later tijdstip.
Er zijn verschillende leenmotieven. Voorbeelden zijn:
Je hebt een tijdelijk geldtekort dat je even moet opvangen.
Je wilt een duurzaam consumptiegoed nu kopen en hebt te weinig geld.
Je hebt onverwacht dringend geld nodig en geen geld achter de hand.
Je wilt een huis kopen.
Je kunt de kosten van een lening berekenen.
Een lening of een krediet moet je terugbetalen in termijnen. Een termijn is een vooraf afgesproken
periode waarin een deel van de schuld plus rente wordt terugbetaald. Het deel van de schuld dat je
afbetaalt, noem je de aflossing.
De totale rente die je betaalt, zijn je kredietkosten. Dit is wat de lening je uiteindelijk kost. Hoe je de
kredietkosten berekent, zie je hierna.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosadijkstra. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.14. You're not tied to anything after your purchase.