Omstreeks 1100 De volkstaal komt op schrift (Twee monniken voeren in Oudnederlands de pen over de liefde).
‘Hebban ola vogala’ als eerste literaire schrift bestempeld: poëtisch, raadselachtig, intiem van ton, onmiskenbaar
oud. In 1933 pas bekend gemaakt door Engelse germanist Kenneth Sisam. Gevonden in de Bodleian Library in Oxford
op een Oudengels prekenhandschrift op de laatste bladzijde waar verschillende scribenten hun pennen hebben
geprobeerd. (probatio pennae).
Hebban una vogala nestast hagunnan hinase hic and tu, wat onbidan wi nu?
Vertaling: Zijn alle vogels nesten begonnen, behalve jij en ik, waar wachten wij op?
Is geschreven door een monnik (die zou geen liefdesnestje moeten willen hebben). Het is Nederlands vanwege het
woord ‘hebban’ Oudengels, Oudfries, Oudnederduits is habbath, hebbath en hebbiad. ‘Olla’ verwijst naar Zuidwest-
Vlaanderen. Waarschijnlijk in Engeland geschreven in de Abdij van Rochester in Kent daar de abdij gunsten kreeg
rond 1140 van Willen van Ieper uit Zuidwest-Vlaanderen. Niet lang daarvoor zou ‘Hebban olla vogala’ zijn ge-
schreven door een Westvlaamse benedictijn die in Rochester was ingetreden.
In eerste instantie kun je aangeven dat het om een oeroud taalspelletje gaat daar Latijn geschreven is naast het
Nederlands niet alleen om de woordbetekenis parallel te zetten maar ook de vorm. Tegenstelling: Het Nederlands is
‘vertaald’ naar het Latijn om het begrijpelijk te houden. Latijn was in die tijd omgangstaal.
‘Hebban olla vogala’ zou een vroeg voorbeeld van Natureingang zijn (het standaard repertoire van middeleeuwse
liefdespoëzie). Parallel en dit maal antithetisch(=Spelling van 1858 antithesis, tegenstelling, ook antitheton, contrast.
Antithetica, de tegenstellingsleer. antithetisch=tegenstellend) tussen de natuur met vogels die hun nestjes hebben
gemaakt en de minnaar die een geliefde oproept zich hieraan te spiegelen. Lijnrecht tegenover deze is de inter-
pretatie dat de vogels overdrachtelijk duiden als monniken (geroepenen Gods) en de gedroomde nesten al hun
kloosters. Waarschijnlijkheid: de monnik kan in het klooster beter mijmeren over een godshuis dan een liefdesnest.
Anderzijds is dit wellicht een onderschatting. Op het zelfde blad werd ook ‘age iam’ ontdekt dat het begin is van een
zeer vroeg Middellatijns minnedicht.
Conclusie: bovenstaande overweging en de identificatie van de schrijver (Zuidwest-Vlaams) en van de beeldspraak
romantisch maakt het toch meer waarschijnlijk dat hier het begin staat neergepend van een liedje dat de schrijver uit
zijn jeugd was bijgebleven en dat tenminste 11de-eeuws zou zijn en misschien wel van daarvoor. De gemoeds-
toestand die deze woorden deed opwellen blijft onnaspeurlijk, maar door ze te noteren heeft de monnik de Oud-
nederlandse poëzie van een begin voorzien. De eerste Nederlandse letterkunde uit een tijd dat monniken sacrale
teksten van de kerk schreven in het Latijn. Wat in de tijd niets voorstelde is heel groot geworden.
Er is nog een tekst qua overlevering soortgelijk aan ‘Hebban olla vogala’ waarvan men weet dat het is geschreven
rond 1060, maar die pas geleden ontdekt is: de Egmondse Willeram door benedictijner monnik Willeram geschreven
in de abdij van Ebersberg in Beieren. De tekst is een commentaar op het Hooglied maar anders dan gewoonlijk in het
Latijn. (Destijds is het traditie geestelijk Hooglied te interpreteren). Williram ontwierp een tekst op drie niveaus: in
het midden de Latijnse bijbeltekst, links daarvan de herdichting in gestileerde Latijnse hexameters (=en literaire en
poëtische stijlvorm, bestaande uit 6 metrische voeten) en links daarvan het commentaar in gemende en
geacheveerde (=zorgvuldig afgewerkt) prozavorm van Oudhoogduits en middeleeuws Latijn. Het hooglied kon
gelezen worden: horizontaal 1. de herdichting, 2. de vulgaat (=een oude Latijnse bijbelvertaling) en
3. het commentaar of verticaal. Zo men wilde. Dat voor het eerst de volkstaal werd aangesproken was grens-
verleggend.
Vrij spoedig kwam de tekst in Leiden terecht op de universiteitsbibliotheek. Paleografisch (=paleografie=wetenschap
die studie maakt van het oude schrift (manier van schrijven), vooral van de handschriften van de middeleeuwen)
gezien rond 1100. Het schrift draagt de signatuur van de boeken uit de schrijfkamer van de abdij Egmond. Hoe ooit in
de Abdij van Egmond terechtgekomen?: vermoedelijk is het boek tot stand gebracht via abt Stephanus, die zich ook
heeft ingespannen voor Egmonds bibliotheek. Een eeuw ervoor was de abdij van Egmond door Hollandse graven
gesticht met -vanuit het ontwikkelde Zuiden- monniken uit de Sint-Pietersabdij uit Gent. Pas onder het abt van
Stephanus zou de bibliotheek met behulp van het Zuiden zijn gesticht. De Willeram van Egomnd zou lange tijd het
enige handschrift zijn dat mede plaats bood aan volkstaal. Het vroegst bekende Nederlandse boek voor Noord en
Zuid.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Amber27. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.