100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfskunde H7 t/m 11 $7.05   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfskunde H7 t/m 11

 49 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat Hoofdstuk 7 t/m 11 van het boek Toegepaste organisatiekunde, ideaal voor het leren van je tentamen. Belangrijke tabellen en plaatjes zitten ook in deze samenvatting.

Last document update: 1 year ago

Preview 3 out of 35  pages

  • No
  • Hoofdstuk 7 t/m 11
  • March 31, 2023
  • March 31, 2023
  • 35
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting bedrijfskunde periode 2
H4 à 4.5
H7 à 7.1 t/m 7.5
H8 à 8.1 t/m 8.5
H9 à 9.2 t/m 9.5
H10 à 10.1 t/m 10.5
H11 à 11.1 t/m 11.3



4.5 Uitgewerkte SWOT- analyse

SWOT: Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats.


Strengths = interne sterktes
Weaknesses = interne zwaktes
Opportunities = externe kansen
Threats = externe bedreigingen

Als een bedrijfstak uit steeds minder concurrenten bestaat die steeds groter worden, spreken we van
concentratie.

Met het maken van een compleet SWOT schema is de strategische analyse compleet.



H7: Planning

7.1: voor- en nadelen planning

Voordelen van een planning:

1. Coördineert de activiteiten à men kan veel effectiever en efficiënter een doel nastreven.
2. Stimulans om vooruit te denken à een manager wordt nu gedwongen om vooruit te kijken,
zo komen ze minder snel voor verrassingen te staan.
3. Verhoogt participatie à als mensen meedenken over de planning, zijn ze eerder geneigd mee
te werken aan dit plan.
4. Vormt de basis voor controle en beheersing
5. Economische efficiëntie

Nadelen van een planning:

1. Kost tijd en geld
2. Kan leiden tot verstarring
3. Minder flexibiliteit
4. Minder innovatie en vernieuwing
5. Tunnelvisie
6. Verkeerd plannen is verkeerd beheersen en sturing geven


7.2: soorten plannen

Een planning kun je indelen in:

, 1. De tijdspanne à

Verschillende soorten planningen:

- De strategische planning à
planning die wordt opgesteld
door de top van de organisatie,
lange termijn (5 tot 10 jaar).
Voorbeeld is beslissing om een
nieuw product te ontwikkelen.

- De tactische planning à
planning die wordt gebruikt voor
het middenkader, middellange
termijn (1 tot 5 jaar). Voorbeeld
is het kiezen van een markt voor
een nieuw ontwikkeld product
en bepalen wanneer dit gebeurd.

- De operationele planning à planning die wordt opgesteld door het lage kader, korte termijn
(tot 1 jaar). Voorbeeld is een rooster waarin de vakanties van verschillende medewerkers
worden opgenomen, of een productieplanning.



2. De manier waarop de planning in de organisatie wordt opgesteld:
- Top-down à de plannen worden door de top gemaakt en later naar beneden worden
doorgegeven, zonder lagere delen van de organisatie inspraak te verlenen. Top-
downbenadering kan via de volgende fasen plaatsvinden:
1. De concernleiding bepaalt de doelstellingen
2. De directies van de divisies bepalen een niveau lager dan globale plannen waarmee
de doelstellingen bereikt kunnen worden
3. De concernleiding keurt de globale plannen goed
4. De diverse afdelingen van de divisies moeten de tactische uitvoering van de strategie
bepalen in de vorm van deelplannen.
5. Ook de tactische deelplannen moeten goedgekeurd worden door de top van de
onderneming
6. De goedgekeurde tactische deelplannen worden gebruikt als uitgangspunt voor de
operationele korte termijnplanning.

- Bottom-up à de planning onder in de organisatie wordt gevormd en naar boven in de
organisatie wordt doorgespeeld. Een bottom-up zou er als volgt uit kunnen zien:
1. De afdelingen komen zelf met toekomstplannen
2. De top van de organisatie keurt de plannen na aanpassing goed
3. De afdelingen gaan de gewijzigde toekomstplannen uitwerken
4. Na goedkeuring door de leiding worden de door de afdeling uitgewerkte plannen
uitgevoerd.

, 7.3 criteria voor effectieve plannen

Plannen moeten om effectief te zijn en voldoende draagvlak te verkrijgen, voldoen aan een aantal
criteria:

1. Specifiek en meetbaar. à anders kan je niet controleren of het behaald hebt
2. Richten op kerngebieden à richten op gerichte aandachtsgebieden om de doelen te bereiken
3. Uitdagend maar realistisch à als het niet realistisch is zal het de medewerkers demotiveren.
4. Specifieke periode à als een plan een langere periode zal duren is het belangrijk om te weten
wat je wanneer af hebt.
5. Prestatiebeloning à alleen indien mogelijk

7.4 besluitvorming

Besluitvorming à het proces waarbij men op een bepaald moment bewust kiest uit een aantal
alternatieve handelwijzen om een probleem op te lossen.

2 type beslissingen:

1. Geprogrammeerde beslissingen à beslissingen die men routine matig neemt en waarbij men
goed bekend is met de materie van het probleem. Voorbeeld is het besluit van een bank om
een cliënt wel of geen lening te geven.
2. Niet- geprogrammeerde beslissingen à beslissingen zijn niet vooraf te structureren of te
programmeren, omdat ze betrekking hebben op een unieke situatie. Voorbeeld is het besluit
van het bouwen van de Deltawerken.

In een ideale beslissingssituatie heeft de manager alle benodigde informatie en staat het resultaat
van de uitkomst hiervan al bij voorbaat vast. (zekerheid)

4 Soorten besluitvormingscondities:

1. Zekerheid à besluitvormers zijn volledig geïnformeerd over het probleem, de oplossingen en
resultaten. Dit bestaat bijna niet.

2. Risico à de besluitvormer zich moet baseren op incomplete, maar wel betrouwbare
informatie. hij is niet zeker over de uitkomsten.
Bayesiaanse statistiek à een wiskundige term waar men van het kiezen voor het alternatief
met de hoogste verwachtingswaarde. (Thomas Bayes, 18 de eeuwse Britse minister). De
risicozoeker zal juist wel eerder bereid zijn middelen te offeren als hij veel waarde hecht aan
de mogelijke uitkomst met de maximale winst. (marktontwikkeling)

3. Onzekerheid à de beslisser heeft weinig tot geen informatie over de kans op de mogelijke
uitkomsten van de alternatieven. In de risicosituatie nog de kansen en mogelijke uitkomsten
van een alternatief. (productontwikkeling)

4. Fuzzyness (wazigheid) à de beslisser zelfs de mogelijke uitkomsten van alternatieven niet
kent, dus ook niet de kansverdeling van de uitkomsten. De beslisser moeten kijken naar zijn
eigen ervaring en intuïtie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lwtjanssen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75632 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.05  5x  sold
  • (0)
  Add to cart